Op regelmatige basis kruipt huiscolumnist Filip Canfyn in zijn pen voor Architectura.be en onderwerpt hij het architecturale/actuele reilen en zeilen aan een kritische blik in zijn column Steen&Been. In november mag architect Paul Robbrecht 65 kaarsjes uitblazen. Zijn hometown Lovendegem plant alvast toepassselijke festiviteiten voor een bekend architect, vindt Canfyn.
"Architect Paul Robbrecht wordt 65 in november en zijn hometown Lovendegem wil het geweten hebben. Mooi zo. Een suburbane appendix van Gent, die twijfelt tussen een bestaan als boerengemeente of als villawijk, eert zijn nazaat, die een mooi architecturaal oeuvre opgebouwd heeft? Ja! Het heeft iets liefs, iets aandoenlijks, zeker iets uitzonderlijks. Welke stad, welk dorp in Vlaanderen heeft ooit een kunstenaar, laat staan een architect, gelauwerd zonder dat er toeristische munt kon uit geslagen worden? In Lovendegem doen ze het, met hart en ziel, voor een al bij al bescheiden man, die we eeuwig moeten danken voor het Brugse Concertgebouw, de Gentse Stadshal, het Antwerpse Middelheimpaviljoen en voor het koesteren van de talenten van Marie-José Van Hee.
Gans het jaar wordt ter plaatse gewerkt aan een project met kinderen onder de ongetwijfeld bezielende leiding van Paul zelf maar tussen 11 september en 25 oktober vinden wat-ze-ten-lande-evenementen-noemen plaats, om nog eens een uitdrukking in het verkavelingsvlaams te bezigen.
Op 11 september wordt vast en zeker de cavafluit geheven na de causerie van Robbrecht over Lovendegem en de inkwispeling van een tentoonstelling van zijn schetsen en aquarellen, die open blijft voor de liefhebbers tot en met 20 september (Kerkstraat 72, telkens 14-17 uur).
Op 11 oktober neemt Paul een ganse autobus op sleeptouw langs eigen werk in Brugge, Antwerpen en Gent.
Op 25 oktober tenslotte wordt in een kapel de figuur van Paul Robbrecht met klank en beeld belicht en beleeft (ik citeer nu uit het officieel programma) “een in opdracht van de gemeente Lovendegem gecomponeerd muziekstuk voor sopraan, koor en strijkers, van de hand van componist en dirigent Nicolas De Cock, zijn wereldcreatie als ‘spiritueel geschenk’ aan de jarige architect”.
Hier moet een Vlaamse film over gedraaid worden! Hier moet de verwende kenner zijn hoed voor afzetten! Hier moet massaal afgestemd worden op nog zo’n proeve van lokale vlijt: de website www.hetdorpherontdekt.be.
En ernstig nu. Ik word hier ongelofelijk warm van. Wij hebben inderdaad in onze kontreien geen traditie om cultuurdragers op een piedestal te zetten. Zelfs voor een jarige Eddy Merckx worden alleen spuuglelijke standbeelden onthuld. Hier wordt een gans slaapdorp gemobiliseerd, hier wordt enige ambitie niet geschuwd, hier wordt werk gemaakt van nieuwsgierigheid en appreciatie. De foto’s op de website spreken nu al boekdelen.
Mag ik de geïnteresseerde architecten oproepen ter plaatse eveneens een vorkje te steken en een glaasje te drinken, zodat de lokale neringdoeners binnen vijf jaar aandringen bij hun burgemeester, schepenen en gemeentesecretaris om ook de zeventigste verjaardag van Paul Robbrecht te vieren? En mag ik andere gemeenten aanraden ook eens na te gaan of ze dit voorbeeld kunnen volgen? Het is eens iets anders dan een Open Bedrijvendag …"