Natuurpunt, Hogeschool PXL en groendak-expert IBIC slaan de handen in elkaar voor een onderzoek naar een unieke zadenmix voor op een Zoemdak® die de bijen- en bloembezoekende insectenpopulatie bevordert. Daarnaast wordt ook naar het ideale substraat voor een Zoemdak® gezocht. De eerste bevindingen na twee jaar onderzoek? Waar het substraat een ondergeschikte rol speelt in hoeveel er werkelijk ‘gezoemd’ wordt, heeft de zadenmix een cruciale impact.
14 daken, waarvan 7 in het Antwerpse, 4 in het Gentse, 2 in Brussel en 1 in Leuven. Dat zijn de testlabo’s voor het Zoemdak®-project van Natuurpunt, Hogeschool PXL en IBIC.
Carmen Van Mechelen, bioloog aan Hogeschool PXL, staat in voor het plantkundige luik van het onderzoek. Samen met Natuurpunt ontwikkelde ze een shortlist van geschikte plantensoorten voor de Zoemdak®-mix. Van Mechelen: “De lijst bestaat uit meer dan 40 plantensoorten, waaronder verschillende vlinderbloemigen (klaverachtigen), lipbloemigen en composieten. We stellen vast dat elk groendak uniek is door zijn locatie. Is er een muurtje dat wat schaduw biedt en het groendak beschut van de wind? Of is er een klein hoogteverschil waardoor lokaal meer water beschikbaar is? Deze omgevingsfactoren spelen een niet te onderschatten rol in de verdere ontwikkeling van het Zoemdak®.”
Jens D’Haeseleer, insectenkenner en wetenschappelijk medewerker bij Natuurpunt, controleert de bestuiverspopulatie op de groendaken. “Op dit moment tellen we 22 keer meer bijen op de daken met het Zoemdak®-mengsel dan op die met het traditionelere sedumdakmengsel. Ook het dak met de standaard graskruidenmix voor extensieve groendaken wordt minder bezocht door bestuivers dan de daken met Zoemdak®-mix. Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, maar de resultaten stemmen ons hoopvol over onze unieke Zoemdak®-mix.”
Dave Martens, General Manager bij IBIC, stond met zijn bedrijf in voor de aanleg van de Zoemdaken®. Samen met het onderzoeksteam werkt hij aan het dak van de toekomst: een Zoemdak® dat bijdraagt aan de bestuiverspopulatie en hun directe omgeving. “Het voornaamste doel van de Zoemdaken® is om de populatie van bestuivers te helpen, want die staan gigantisch onder druk. De klimatologische omstandigheden zullen de komende jaren alleen maar extremer worden; met onze Zoemdaken® kunnen we een stukje van die negatieve effecten helpen verzachten.”
“In België ligt nog een gigantische oppervlakte aan platte daken waarmee we aan de slag kunnen”, legt Martens uit. “Met de combinatie van onze expertise in de aanleg van groen- en Zoemdaken® en de unieke zadenmix, bieden we een meerwaarde voor natuur, planeet en samenleving.”
“Commerciële zadenmengsels die zichzelf ‘biodivers’ noemen, ogen vaak mooi, maar zijn helemaal niet zo biodivers als ze laten uitschijnen, weten we dankzij Natuurpunt”, gaat Martens (IBIC) verder. “De kruiden en planten die eruit voortkomen zijn vaak niet interessant voor bestuivers. Dan is de impact op de biodiversiteit natuurlijk helemaal niet noemenswaardig. Daarom willen we op onze Zoemdaken® wél focussen op die boost voor de biodiversiteit. Het esthetische aspect aan de zadenmix is van ondergeschikt belang.”
Het onderzoek van de drie partners startte in 2018 en werd door de extreme droogte in 2019 een jaar verlengd, tot eind 2022. Na de zomer hopen de onderzoekers de belangrijkste conclusies te kunnen trekken.
“We verwachten dat schaduw op het dak een belangrijkere rol speelt voor de groei van de planten dan het type substraat waarmee het dak werd aangelegd”, voorspelt Van Mechelen (PXL). D’Haeseleer (Natuurpunt): “Daarnaast moeten we helaas vaststellen dat de bijen de voorziene nestelplaatsen op de Zoemdaken® amper benutten. Het is dus enorm belangrijk dat we ook op de begane grond nestelplaatsen blijven voorzien, zoals bijenhotels, zandheuvels, zandbakken en houtstapels.”
Dit onderzoek wordt mogelijk gemaakt door IBIC, Natuurpunt, Hogeschool PXL en KU Leuven en krijgt financiële steun van VLAIO.