Sinds 1952 verbindt de 2,8 km lange Noord-Zuidverbinding de treinstations van Brussel-Noord en Brussel-Zuid, met haltes in Brussel-Kapellekerk, Brussel-Centraal en Brussel-Congres. Ze is van levensbelang voor de Brusselse mobiliteit, maar ook voor alle pendelaars die de verbinding dagelijks gebruiken. Aan de bouw van deze ondergrondse spoorlijn, de drukste van het land, ging 100 jaar utopisch denk- en bouwwerk vooraf. De ‘Jonction’ moest het symbool worden van het moderne Brussel, waar heel wat woningen en gebouwen voor moesten wijken.
Vandaag roept de Noord-Zuidverbinding tegenstrijdige reacties op: is het een technisch hoogstandje of een litteken in de stad, troef of trauma? De verbinding heeft ondertussen haar verzadigingspunt bereikt en dat zorgt voor heel wat vragen: moet er een tweede spoorwegtunnel worden gegraven, naast of onder de huidige Noord-Zuidverbinding? Dubbel zoveel sporen aanleggen? Of het vijfhoekige centrum omzeilen en de verbinding sluiten? De problematiek gaat verder dan het louter technische: ze is van doorslaggevend belang voor de stedelijke mobiliteit en stelt de hele stadsontwikkeling rondom de lijn en haar stations in vraag.
Bezorgd over de impact van de mobiliteitsinfrastructuur op het grondgebied van Brussel, nodigde Brussels Bouwmeester Olivier Bastin vier Belgische en internationale architectenbureaus uit om zich over het vraagstuk te buigen en de problematiek van de Noord-Zuidverbinding op de publieke agenda te plaatsen. In het verlengde van hun deelname aan de wedstrijd over de boulevards die uitkijken op de Noord-Zuidverbinding in 1995, bieden XDGA (Xaveer De Geyter Architecten) en V+ (Bureau Vers plus de bien-être) een lezing van de topografie van de stad en de indrukwekkende hoeveelheid aan ondergrondse ruimte verbonden aan de Noord-Zuidverbinding. Na hun recente studie ‘Brussel 2040. Drie visies voor een metropool’, waarbij één van de aangeraakte thematieken de stedelijke verdichting van Brussel betreft, produceren de bureaus 51N4E en Studio 012 (Secchi & Vigano)/Karbon strategische cartografieën waarbij de infrastructuurlijnen geïntegreerd worden in een landschappelijke visie op Brussel.
Om het thema toegankelijk te maken voor een groot publiek, werd een bijzonder scenografisch concept uitgewerkt: de visies van de bureaus worden uitgewerkt op vier grote wandtapijten van 4m bij 4m – vandaar ook de titel van de tentoonstelling. Wandtapijten speelden doorheen de geschiedenis een belangrijke rol: ze verbeeldden en vertelden de visie van de machthebbers, zowel binnenskamers als op veldtochten. Deze vier decoratieve elementen, die ook functies van herinnering en viering hebben, zullen opgehangen worden in het Paleis voor Schone Kunsten en zullen op een suggestieve manier het debat voeden over een van de belangrijkste uitdagingen voor Brussel en haar periferie de komende jaren.
De opening van deze tentoonstelling vindt plaats op 6 december in het kader van JONCTION, een initiatief dat in 2011 werd gelanceerd door de vzw’s Recyclart en Congres, ondersteund door de Brusselse Bouwmeester (bMa) en het Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO), om het debat over de Brusselse spoorweginfrastructuur publiek te maken.
Op 7 december worden de vier visies aan het publiek gepresenteerd tijdens een studiedag. Nadien volgt een debat over de Brusselse spoorweginfrastructuur vandaag. Meer informatie en inschrijvingen vindt u in ons agenda-item (zie link onderaan).
Curator: Olivier Bastin, Brussels Bouwmeester (bMa)
Initiatief: Congrès en Recyclart vzw, in het kader van JONCTION
Coproductie: BOZAR ARCHITECTURE, A+ Belgisch tijdschrift voor architectuur, Congrès en Recyclart vzw
Steun: Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Stedenbouw en Openbare Netheid, Minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO), bMa, Textiellab Audax Textielmuseum Tilburg