40 nieuwe sociale woningen in Geetbets

Tegen 2025 moet elke Vlaamse gemeente een vast aantal sociale huurwoningen tellen. Dat kadert binnen het zogeheten bindend sociaal objectief: een initiatief van de Vlaamse overheid om het sociaal woonaanbod in het gewest te vergroten. Intussen is Geetbets alvast goed op weg om het doel van 66 huurwoningen te bereiken. Weldra zullen heel wat mensen met een bescheiden inkomen immers terechtkunnen in de nieuwe sociale woonwijk Kerselant. Die telt maar liefst 26 huurwoningen en 14 koopwoningen.

Bij de nulmeting in 2007 beschikte Geetbets slechts over zeven sociale huurwoningen. Een inhaalbeweging om het bindend sociaal objectief te behalen drong zich op. En zo besloot de voormalige Sociale Huisvestingsmaatschappij regio Landen, intussen gefuseerd met andere huisvestingsmaatschappijen tot CNUZ, een eerste project in Geetbets op te starten. Oorspronkelijk zou het project tachtig woningen tellen, maar na overleg met de omwonenden werd dat aantal gereduceerd tot veertig. Nog steeds een behoorlijk omvangrijk project voor het kleine Geetbets, dat zo een grote stap zet naar het uiteindelijke doel van 66 huurwoningen in 2025.

 

Volledig nieuwe wijk

Kerselant is een compleet nieuwe woonwijk die aansluit op het oude gedeelte van de bestaande Tuinwijk, vlak naast het toeristische fietspad tussen Diest en Tienen. Naast de veertig nieuwe woningen van het Kerselant-project, die zich momenteel in de afwerkingsfase bevinden, worden dit jaar ook in de Tuinwijk nog eens twaalf extra appartementen gebouwd. Dat de behoefte aan bijkomende sociale woningen groot was, blijkt uit de nu al lange wachtlijsten voor beide projecten. Inwoners van Geetbets krijgen dan ook voorrang. Zodra die aanvragen afgerond zijn, zullen ook inwoners van Linter, Landen en Zoutleeuw in aanmerking komen.

 

 “Het is uitzonderlijk dat een aannemer zowel de woningbouw als de infrastructuurwerken coördineert”

 

Eén aannemer

Aannemer Gemoco uit Bilzen kreeg de verantwoordelijkheid over alle werken, zowel de infrastructuurwerken als de eigenlijke bouw van de woningen. Volgens zaakvoerder Arno Moors is dat vrij uitzonderlijk: “Het is niet de eerste keer dat we meewerken aan een sociaal woonproject, maar deze verkaveling is wel een van onze grotere realisaties. Niet enkel door het aantal woningen, maar vooral omdat we het hele pakket mochten coördineren. Het is onze troef dat wij zowel in wegen- en rioleringswerken als in woningbouw gespecialiseerd zijn: als je alles aan één partij kan uitbesteden, kan dat het kostenplaatje flink drukken. Toch gebeurt het niet vaak dat we een totaalproject van deze omvang kunnen uitvoeren. De meeste sociale woonprojecten blijven beperkt tot een paar woningen en een binnenpleintje. Hier hebben we echt een klein stratennetwerk aangelegd, inclusief gescheiden rioleringsstelsel.”

 

Vlotter verloop

Dat er geen onderling overleg moet plaatsvinden tussen verschillende aannemers, heeft gunstige gevolgen voor het verloop van het project. Moors: “Hoe meer partijen er betrokken zijn, hoe meer communicatie er nog is en hoe sneller er discussies zijn. Ook de kans dat er iets misloopt is meteen een stuk groter. Wanneer we alles in eigen beheer kunnen doen, merken we dat er zich onderweg minder problemen voordoen en dat de werken vlotter gaan. Dat is zowel voor ons als voor de bouwheer voordelig.”

Deel dit artikel:
Onze partners