Het Brusselse ontwerpbureau 51N4E werkt als een collectief van individuen die bepaalde waarden delen. Het behandelt elk project op een andere manier en ziet het telkens als een kans om bij te leren en een impact te hebben buiten het traditionele vakgebied van de architectuur. “De ontwikkeling van die interactie tussen verschillende componenten van een omgeving is belangrijker voor ons dan een vormelijk ontwerp.”
Als 51N4E een ontwerpopdracht krijgt, gaat het op zoek naar de waarden die het deelt met het programma van eisen en de opdrachtgever en naar vragen die interessant zijn om te exploreren voor beide partijen. Daarmee tracht het de echte problematiek achter de vragen van de opdrachtgever te achterhalen. De vragen die 51N4E samen met hen wil beantwoorden, worden gedefinieerd door het bureau zelf, de klanten, de gebruikers en de stakeholders en in het ontwerpproces verder ontwikkeld. Dat resulteert meestal in een tweede programma van eisen. Zo wordt elk project gekenmerkt door eigen vragen die beantwoord moeten worden.
Toch worden bij sommige projecten dezelfde vragen gesteld. Als dat meerdere keren gebeurt, worden ze gegroepeerd in één thema. Momenteel heeft het ontwerpbureau zeven ‘programma’s’, waaronder Metropolitan Hybrids (CAST), Civic Design (ACTE) en het nieuwe Nature and Buildings (ROOT). “Het is niet gebruikelijk om gedeelde waarden en vragen programma’s te noemen”, zegt architect Arya Arabshahi. “Binnen 51N4E spenderen we er dan ook tijd aan om over die thema’s na te denken.”
Ruimteregisseur
Daarnaast hecht het ontwerpbureau veel belang aan het creëren van een leefomgeving. “Eigenlijk nemen we vaak de rol in van ruimteregisseur”, vertelt architect Harold Vermeiren. “De verschillende componenten van een omgeving kan je dan vergelijken met de cast van een film of toneel.” Het is dus niet enkel de eigen identiteit van de gebouwen die belangrijk is, maar ook hoe die onderling interageren. “Als je een deel van een stad isoleert, focus je op dat gebouw en krijgt het een eigen logica”, gaat Vermeiren verder. “Zo isoleer je alles van elkaar en creëer je geen leefomgeving, maar afzonderlijke elementen die niet interageren met elkaar. De ontwikkeling van die interactie tussen verschillende componenten van een omgeving is belangrijker voor ons dan een vormelijk ontwerp.”
In dat geval wordt het ontwerp een middel om verandering in de samenleving mogelijk te maken. Volgens Arabshahi voelen de projecten van 51N4E daarom ook anders dan de projecten waaraan een architectenbureau werkt, want het collectief treedt als het ware buiten de traditionele rol van de architect die gebouwen ontwerpt. Het ontwerpt samenlevingen en zorgt voor een omgeving met extra waarde, zowel sociaal als economisch. Het hanteert dan ook geen typerend ontwerpdogma en financiële winst is geen prioriteit.
Waarom wachten als we nu kunnen beginnen?
Onder het motto “waarom wachten als we nu kunnen beginnen?” gaat het ontwerpbureau vaak meteen aan de slag om te experimenteren en ideeën uit te testen op schaal één op één. Een experiment is volgens hen noodzakelijk om een project op te starten. Door te experimenteren en tijdelijke installaties op de site te plaatsen, achterhaalt het collectief of de ingreep een goede keuze was en de gewenste doelen bereikt of niet.
Dat tijdelijk gebruik komt ook voor in het kantoor zelf. Zo is het bureau onlangs ingetrokken in het voormalige treinmuseum, vlak aan de sporen van het station van Brussel-Noord. “Wij zijn nomaden in de Noordwijk van Brussel”, zegt Arabshahi. “Dat zien we in de eerste plaats als een kans om te experimenteren met hoe we het potentieel van deze buurt beter kunnen benutten. Daardoor begrijpen we de omgeving ook beter.” Ook in het project ZIN heeft 51N4E veel geëxperimenteerd. Dat deed het collectief zelfs al toen het nog zijn kantoor had in de torens. Toen kon het sommige elementen uittesten die ondertussen permanent zijn geworden in het project.
Zelfscholing
Bij 51N4E niet enkel architecten, maar ook mensen met een ander diploma zoals ondernemers of sociale wetenschappers. Bovendien zijn de opdrachten, ongeacht de schaal, vaak complex waardoor er aan de ontwerpers een ruimer begrip gevraagd wordt van de sociale, ecologische en economische dynamieken achter een project. Om die ten volle te kunnen begrijpen, moeten de architecten zichzelf bijscholen. “Door altijd dezelfde vragen te behandelen, worden ze experten in die onderwerpen”, zegt Arya Arabshahi. “Dat zorgt voor een rijkdom in het team, maar ook in de projecten.”
In het nieuwe project Luxemburg in transitie maakt 51N4E deel uit van een tijdelijke vereniging waarin ook verschillende expertises zoals landschapsarchitecten, filosofen en economen zetelen. Dat zoekt een antwoord op de vraag hoe het Luxemburgse grondgebied veerkrachtig kan zijn tegenover klimaatverandering. “Het is een opdracht op het vlak van ruimtelijke planning”, vertelt Arabshahi. “Ze vragen dus aan ruimtelijke planners om CO2 uit de lucht te verwijderen. Alle partijen in het consortium leken te verwachten dat iemand anders het antwoord op die vraag zou weten, maar dat was niet het geval. Het is dus echt de bedoeling om samen de kennis op te bouwen en het probleem te doorgronden.”
Als antwoord op dat vraagstuk besloot de tijdelijke vereniging te werken met oplossingen die gebaseerd zijn op de natuur en veranderingen in de levensstijl van de inwoners. De CO2-uitstoot van het land zou bijvoorbeeld kunnen verminderen als de Luxemburgers hun eetpatroon zouden veranderen. Dan zouden de bewoners van elke week één plantaardige maaltijd te eten, moeten overschakelen naar elke week één dag plantaardige maaltijden eten in 2025. In 2035 zouden ze dan elke week zeker de helft plantaardige maaltijden moeten eten.
Stakeholders
Het is dan ook eerder het ontwikkelen van relaties tussen elementen van een omgeving dan het ontwerp van de gebouwen zelf dat 51N4E kenmerkt. Die relaties komen volgens Vermeiren enkel tot uiting wanneer een project vanuit verschillende standpunten wordt benaderd. Daarom betrekt het bureau vaak de stakeholders, van burgers tot duurzaamheidsexperten en politiekers, in het project. Zo achterhaalt het als bemiddelaar tussen de verschillende partijen hun verwachtingen en visies en gaat het op zoek naar een basis die alle stakeholders delen.
Het bureau voelt zich ook comfortabel als het samenwerkt met andere teams zoals in het project Luxemburg in transitie. In dat project sprak het collectief ook met vijftien landbouwers, boswachters en onderzoekers met verschillende achtergronden om hun mening te vragen over obstakels en wat de transitie naar een samenleving met minder CO2-uitstoot zou kunnen stimuleren. Die obstakels en mogelijke drijfveren heeft het in kaart gebracht en nadien heeft het een ruimtelijke planningsvisie ontwikkeld voor het grondgebied van Luxemburg.
Ook in het nieuwe project op de site van C-mine in Genk zat 51N4E al enkele keren samen met de verschillende stakeholders. Het collectief ontwerpt er niet enkel een nieuw masterplan, maar ook een nieuw gebouw voor de kunstinstellingen CIAP en C-TAKT. Om te achterhalen welke interventies een meerwaarde zijn voor de gebruikers van de site, heeft het wandelingen georganiseerd om hun meningen en inzichten te ontdekken. Daarnaast zat 51N4E ook samen met mobiliteitsexperten om de mogelijkheid te onderzoeken om van C-mine een voetgangerszone te maken.