Afscheid van de queen of the curve: Nick Ceulemans (C.T. Architects) over Zaha Hadid

Vorige week nam de architectuurwereld afscheid van Zaha Hadid. Architectura.be ging op zoek naar Belgen die in nauw contact stonden met de diva van de architectuur. Nick Ceulemans van C.T. Architects leerde het metier onder meer bij Zaha. “Spektakel is iets van alle tijden en wanneer het gepast wordt ingezet, kan het mensen nog steeds ongelooflijk inspireren."

Wat maakte Zaha Hadid als architecte zou bijzonder volgens u? Wat is haar betekenis geweest voor de architectuur van vandaag?

Zaha heeft het voor mekaar gekregen om binnen de architectuurwereld een geheel eigen taal en signatuur te ontwikkelen. Niets mocht deze tekening in de weg staan: materie noch techniek. De architectuur zelf was ook niet het eindpunt, maar een vertrekpunt. Net zoals mode, design of landschap dat voor haar konden zijn.

Ze ontwikkelde ook een geheel eigenzinnig vocabularium om het over het ‘maken’ van ruimte en textuur te hebben. Omschrijvingen als ‘energy’, ‘field’ en ‘ground conditions'. Het ‘maken’ binnen de analoge én digitale werelden. Het verruimen van het architectuurveld zelf stond dan ook centraal binnen haar bureau. Het was niet zozeer de effectieve output die telde, maar wel de weg ernaar toe. Het mogelijk maken om bepaalde keuzes open te breken, ook voor andere ontwerpers. Ik denk dan onder meer aan de eigen ontwikkelde software en nieuwe methodes om representaties en maquettes te maken.

 

Hoe verliep de samenwerking met haar?

Ik heb tijdens de periode dat ik voor haar werkte niet bijzonder veel rechtstreeks contact met haar gehad. In gemeenschappelijke vergaderingen was ze altijd heel erg gevat en scherp. "I don't like the word compromise" is dan waarschijnlijk haar meest gekende uitspraak tijdens zulke sessies. Wat ik achteraf gezien wel erg kon appreciëren was haar geloof in het projectteam om met ideeën te komen of om alternatieven aan te reiken.

 

Hoe kwam zij over als mens?

Ik had altijd de indruk dat ze als mens geleerd had hoe haar mannetje te staan tussen de wolven. Ze behield altijd een zekere afstand van iedereen. Haar ambitie om elk project perfect te kunnen krijgen en haar weerstand tegen het compromis genereerden haast altijd een zekere spanning tussen Zaha Hadid en iedereen die professioneel betrokken was bij een project. Maar ik had wel de indruk dat deze discussies altijd projectgebonden waren en nooit persoonlijk.

 

Hoe is de samenwerking tussen uw bureau en Zaha Hadid tot stand gekomen?

Doordat ik Housing and Urbanism studeerde aan de Architectural Association in Londen kwam ik in contact met Patrick Schumacher die me vroeg om een bepaald stedenbouwkundig project mee te helpen opzetten. Op een bepaalde manier voelde ik me daardoor een vreemde eend in Hadids studio: Ik volgde haar werk niet obsessief en kon amper met de computer tekenen. Toch bleek al snel dat héél het kantoor ongelooflijk divers, multidisciplinair en multicultureel was waardoor iedereen een bijdrage kon leveren aan de projecten.

 

Niet alle architecten vandaag lopen even hoog op met Zaha Hadid omdat ze zich te zeer gedroeg als een sterarchitect en te zeer uit was op spektakelarchitectuur. Is die kritiek terecht?

Als we wereldwijd kijken, wat wordt dan van architecten nog steeds verwacht? Buitenissige ontwerpen: het wordt zelfs openlijk gevraagd. Het geeft niet wat het is, als het maar opvallend en extreem is. Wij Belgen houden van een underdog en zien bescheidenheid als een grote deugd. Internationaal gezien is dat allesbehalve de norm. Opdrachtgevers verlangen er van architecten dat ze hun stoutste dromen waarmaken. Meer is er gewoon meer. Maar een gebouw is en blijft uiteraard een gebruiksvoorwerp. Architectuur is niet om te aanbidden. Architectuur gaat om veel meer; om samenleven, om je goed voelen in een gebouw. Dat wordt allemaal weggevaagd door de zoektocht naar egoïstische iconen. Zonde.

Bij Zaha lag de focus niet op het flamboyant karakter van constructie, dan wel op de zoektocht naar de manier waarop het mechanisme van de architectuur kon worden geactualiseerd. Bijvoorbeeld het incorporeren van de laatste nieuwe technieken en materialen. En op die manier een weg effenen voor anderen. Spektakel als een middel dus, en niet als een doel. Spektakel is trouwens iets van alle tijden en wanneer het gepast wordt ingezet, kan het mensen nog steeds ongelooflijk inspireren.

 

Hield Zaha Hadid zich op het einde volgens u nog veel zelf bezig met het ontwerpen of was ze veeleer een manager dan een ontwerpster?

Tijdens de periode dat ik er werkte groeide haar team uit van 80 tot 180 leden. Vandaag de dag zijn dat er 400 medewerkers. Wil je op die schaal creatief produceren, dan moet er een zekere aanwezige energie zijn die het bureau bij elkaar houdt – en dat was Zaha - maar voorts moet er ook een strikte bureaustructuur heersen. In die zin was ze zeker meer een manager dan een ontwerpster.

Als architect zijn we echter altijd afhankelijk van anderen om visies te realiseren. Vanuit dat opzicht was zij niet meer of minder een manager dan anderen. Haar gave was dat ze met enkele doelgerichte lijnen snel het globale concept kon communiceren en heel snel beslissingen kon maken bij moeilijke keuzes door een zeker ‘helikopteroverzicht’ te houden bij elk project.

 

Kan het bureau van Zaha Hadid op dezelfde manier blijven bestaan nu het boegbeeld er niet meer is?

Zaha Hadid was het logo en het gezicht van het bedrijf. De dagdagelijkse keuzes en beslissingen werden overgelaten aan mensen als Patrick Schumacher. In theorie zou het kunnen blijven verder werken, maar praktisch gezien lijkt mij dat veel moeilijker. Veel van de medewerkers en opdrachtgevers kwamen van over heel de wereld speciaal voor Zaha. Zonder haar is het onvermijdelijk een ander bedrijf geworden en lijkt het mij logisch dat er aan de formule zal moeten worden gesleuteld. Het afwerken van de vele huidige projecten zal de tijd en ruimte creëren om dat te herbekijken.

Bron: Nick Ceulemans
Deel dit artikel:
Onze partners