Eind dit jaar wordt in Dessel het woonzorgcentrum van Alfons Smet Residenties opgeleverd. Het project van AID Architecten en studiebureau Benvitec is een innovatief woonzorgcentrum dat breekt met de klassieke opbouw van een zorgcentrum. Centraal staat de mix van diensten die bijdraagt tot een omgeving waar jong en oud kunnen samenleven en zich thuis voelen.
Eind dit jaar wordt in Dessel het woonzorgcentrum van Alfons Smet Residenties opgeleverd. Het project van AID Architecten en studiebureau Benvitec is een innovatief woonzorgcentrum dat breekt met de klassieke opbouw van een zorgcentrum. Centraal staat de mix van diensten die bijdraagt tot een omgeving waar jong en oud kunnen samenleven en zich thuis voelen.
In totaal bestaat het programma uit 91 serviceflats en 63 zorgkamers. Bovendien voorziet het project in een handvol diensten: onder meer een externe bistro, een intern restaurant en gemeenschappelijke ruimtes zijn in het plan geïntegreerd. Verder zullen de bewoners gebruik kunnen maken van uiteenlopende voorzieningen als een interne spa, een kapper, een dokterspraktijk, een thuiszorgwinkel en zelfs een crèche.
Huiselijkheid en aandacht voor het leven van de bewonersDe architectuur van het gebouw volgt met een slingerbeweging het langwerpige terrein. Door de verschillende entiteiten speels achtereen te schakelen ontstaan boeiende, speelse en zeer diverse ruimtes. De serviceflats zijn ruim en hebben een open plan. Bovendien heeft elke flat heeft een inpandig terras. Het woonzorggedeelte ligt op de hoger gelegen verdiepingen, waar groendaken zorgen voor een aardse verbondenheid. De gebruikte materialen zijn streekeigen baksteen en houten ramen. Het leidmotief in het ontwerpproces was duidelijk huiselijkheid, kwaliteit en aandacht voor het leven van de bewoners. De tuin wordt bovendien een open ruimte in het dorp, die toegankelijk wordt voor alle bewoners van Dessel. Op die manier wordt de site een stukje openbaar.
BetonkernactiveringVolgens architectenbureau AID was de ambitie groot om op vlak van duurzaamheid hoog te scoren. Kristl Bakermans van AID legt uit: “
Het hoogste dak wordt gebruikt om het regenwater op te vangen en te recupereren voor de toiletten. De andere daken worden ofwel als terras, ofwel als groendak uitgewerkt. Dankzij de uitzonderlijk hoge isolatie wordt het concept van koude- warmte opslag bestudeerd in combinatie met betonkernactivering. De ventilatie wordt van het type D met warmterecuperatie. Alle kamers zijn tevens voorzien van een zonnewering.”