Antwerps Museum Vleeshuis klaar voor de toekomst met voorontwerp restauratiedossier (Origin, FVWW)

In 2021 keurde de stad het beheersplan voor het Antwerps Museum Vleeshuis goed, nu volgt het voorontwerp voor de restauratie van dit beschermde monument. Het ontwerp van Origin Architecture & Engineering en FVWW architecten, in samenwerking met HP engineers, verbindt het rijke verleden van het Vleeshuis met de toekomst. Een maximale toegankelijkheid van het hele gebouw gekoppeld aan een groot respect voor het erfgoed staan centraal in het ontwerp.

Bij de restauratie van het Vleeshuis ligt de focus niet alleen op het behoud en herstel van het beschermd monument. Rekening houdend met de beperkingen die het erfgoed oplegt, zijn er duurzame bouwfysische verbeteringen voorzien. Het gaat onder meer om dakisolatie, dakgoten en technieken voor verwarming, verluchting en koeling.

Naast de restauratie van de buitenschil van het gebouw voorziet het voorontwerp ook duurzame aanpassingen aan de binnenzijde. Die moeten er onder meer voor zorgen dat bezoekers veilig en comfortabel het hele gebouw kunnen verkennen.

 

Een overzicht van de belangrijkste ingrepen

De toegang: Het Vleeshuis kijkt langs de westzijde uit op het Steen en de Schelde, de plek waar Antwerpen werd geboren. De hoofdingang wordt daarom verlegd naar de Scheldezijde en zorgt voor een goed leesbare en vindbare toegang tot monument en museum.

De ‘Stadshal’: De vroegere markthal van de beenhouwers is een monumentale ruimte met kruisgewelven en glasramen. In het gerestaureerde Vleeshuis is deze hal opnieuw het hart van het gebouw. Deze ‘stadshal’ verbindt de straat en de wijk met het monument. Het wordt een plek waar mensen samenkomen voor kleine concerten en open repetities (al dan niet gespeeld op de unieke collectie historische instrumenten van Museum Vleeshuis), lezingen, tentoonstellingen en andere culturele activiteiten. Ook ontvangsten en recepties zijn mogelijk. Het is een flexibele en uitnodigende ruimte.

Bezoekers betreden de Stadshal vanuit de gewelfde kelder, via een nieuwe trap of lift. Of vanaf de straat, via een maanvormig publiek platform en een inkomsas, aan de oostzijde.

Langs drie zijden van de Stadshal komt een mezzanine. Op die mezzanine kunnen bezoekers de glasramen en gewelven van dichtbij bekijken waar ze kunnen genieten van het uitzicht op de stadshal enerzijds en de stad anderzijds. Onder de mezzanine worden topstukken van de museumcollectie veilig getoond.

 

Zeven verdiepingen

Van kelder tot zolder telt het Vleeshuis zeven verdiepingen. Elke verdieping heeft zijn eigen karakter. De kelder met tongewelven is stenig en donker. De stadshal op het gelijkvloers is hoog en lichtrijk. De intiemere eerste verdieping, met zijn rondbogen en drie historische, beschermde stijlkamers, wordt de kern van het museum.

De tweede verdieping, die de aanzet is van de enorme dakstructuur, wordt de werkvloer voor het museum, met onder meer kantoren, een bibliotheek en een atelier. In de driedubbelhoge zolderruimte is het enorme houten dakgebinte de blikvanger, en de vierde en vijfde verdiepingen bieden een indrukwekkend uitzicht over stad en Schelde. De verdiepingen bieden ruimte voor het museum en voor het verhaal van het monument zelf. Talrijke vides worden hersteld en zorgen voor prachtige doorzichten naar boven en beneden, zoals architect en stadsbouwmeester Alexis van Mechelen het al in 1913 bedoelde.

In het voorontwerp wordt de eigenheid van deze verschillende ruimtes en niveaus versterkt en met elkaar verbonden.

 

Maximale toegankelijkheid

Nieuwe trappen en een lift verbinden de verdiepingen en maken het gebouw klaar voor een toekomstige intensifiëring van het gebruik. Zo kunnen zo veel mogelijk mensen van het monument genieten. Om het zicht van de iconische buitenzijde te bewaren, is er gekozen om de lift en trap te integreren aan de binnenzijde van het gebouw. 

 

Over het Vleeshuis

Het Vleeshuis uit 1503 is het symbool van het economische zelfvertrouwen van Antwerpen en de bloei van gilden in het begin van een tijdsperiode die vaak de Gouden Eeuw van Antwerpen wordt genoemd. Na het opheffen van gilden in 1795, werd het Vleeshuis openbaar verkocht. Een collectief van 29 leden van het oude beenhouwersgilde kocht het gebouw terug en nam het opnieuw als vleeshal in dienst. De bovenliggende verdiepingen boden onderdak aan onder meer kunstschilders en een operagezelschap. In 1841 verkochten de slagers het Vleeshuis aan een wijnhandelaar die het immens grote gebouw vooral voor opslag gebruikte. Deze verkocht op zijn beurt het gebouw in 1899 aan de stad Antwerpen.

Van 1904 tot 1913 werd het Vleeshuis volledig gerestaureerd door stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen om er een museum in onder te brengen. Dat museum evolueerde in 2006 tot Museum Vleeshuis | Klank van de Stad. Vandaag brengt Museum Vleeshuis 800 jaar Antwerpse muziekcultuur tot leven, in de wijk waar die muziek ontstond.

Het Vleeshuis werd in 1936, samen met onder meer het Stadshuis, het Rubenshuis en de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, beschermd als monument.

Deel dit artikel:
Onze partners