Antwerpse Park Groot Schijn krijgt vorm

Antwerpen maakt sinds een aantal jaren werk van een grootscheepse vergroeningsoperatie. Als ultiem bewijs van de stelling dat nieuwe groene ruimtes een gunstige sociale omwenteling kunnen teweegbrengen, inspireert het veel gesolliciteerde Park Spoor Noord tot andere, gelijkaardige projecten. Dat de stad er geen gras over wil laten groeien, bewijst het met de aanleg van het bijna vijf keer zo grote Park Groot Schijn, waarbij een oppervlakte van 83 hectare wordt hertekend tot een polyvalent recreatiepark.
Antwerpen maakt sinds een aantal jaren werk van een grootscheepse vergroeningsoperatie. Als ultiem bewijs van de stelling dat nieuwe groene ruimtes een gunstige sociale omwenteling kunnen teweegbrengen, inspireert het veel gesolliciteerde Park Spoor Noord tot andere, gelijkaardige projecten. Dat de stad er geen gras over wil laten groeien, bewijst het met de aanleg van het bijna vijf keer zo grote Park Groot Schijn, waarbij een oppervlakte van 83 hectare wordt hertekend tot een polyvalent recreatiepark. De eerste uitvoeringsfase van dit mooie project is inmiddels nagenoeg afgerond.



Visualisatie: Maxwan Architects and Urbanists, 1010 architecture urbanism en Antea Group.



Kwalitatieve openbare groenruimte


De realisatie van Park Groot Schijn is het resultaat van een in 2010 goedgekeurd masterplan. De stad heeft de ambitie om de site Ruggeveld-Boterlaar-Silsburg in Deurne-Oost op korte termijn om te toveren tot een landschappelijk stadspark met een eigen identiteit en ruimte voor een hoogwaardige sport- en recreatiecluster, natuur, volkstuinen, speelvelden en -bossen, jeugdbewegingen, een woonwagenterrein en een begraafplaats. Sport en recreatie krijgen met andere woorden een prominente rol, maar worden gekoppeld aan het nodige respect voor de natuur van de Schijnvallei en de vallei van de Koude Beek, waarvan de oevers bijvoorbeeld worden hersteld. Aangezien er op de 83 hectare grote site best al veel ruimte voor sport, recreatie en natuurontwikkeling is, komt het er eerder op aan om het gebied te herstructureren dan 'aan te leggen'. Het masterplan Park Groot Schijn reorganiseert het lappendeken aan activiteiten die er vandaag plaatsvinden en vormt het gebied om tot één groen sport- en recreatiepark. Gelijkaardige activiteiten worden gebundeld in de verschillende parkkamers.





Volkstuintjes en natuurontwikkeling

Het masterplan in kwestie werd opgesteld door het collectief Maxwan Architects and Urbanists – 1010 architecture urbanism – Karres & Brands landschapsarchitecten – Goudappel Coffeng. Nadat het in 2010 werd goedgekeurd, zijn de eerste werken eind september van start gegaan. De ontwikkeling van Park Groot Schijn omvat vier fases en zal in totaal maar liefst acht jaar in beslag nemen. De eerste fase, meer bepaald de inrichting van 158 nieuwe volkstuinen (met tuinhuis en eigen afsluiting) en de ontwikkeling van de aanwezige natuur, is volop aan de gang. De volkstuintjes, die ten westen van de vallei van de Koude Beek komen te liggen, worden in tweeën gedeeld door tussenliggende wandel- en fietspaden. Wadi’s, oftewel lagergelegen overstromingsgebiedjes met terugslagkleppen die verbonden zijn met de aanpalende Koude Beek, zorgen voor een trage, natuurlijke afwatering en infiltratie van het regenwater dat afkomstig is van de tuintjes. Aangezien de tuintjes ook opgehoogd zijn, zullen ze niet te maken krijgen met wateroverlast. Aan de tuintjes wordt er een parking voor eigenaars of bezoekers aangelegd.



Visualisatie: Maxwan Architects and Urbanists, 1010 architecture urbanism en Antea Group.



Klaar in september


Het was Krinkels dat instond voor de aanleg van de tuintjes en de bijhorende werken. Voor hen hield de uitvoering van deze eerste fase voornamelijk grondwerk in. Na het afgraven, ophogen en afwerken van de ondergrond (uitrusten met teelaarde), legde Krinkels een stukje van de Koude Beek open. Deze loopt dwars door het gebied waar de volkstuintjes worden aangelegd. Nadien legde het de betonnen wandel- en fietspaden, een parkeerstrook in gebakken straatstenen, enkele kleine bruggen over de wadi's en overstortdijken aan. Het laatste gedeelte van deze eerste fase omvat het aanbrengen van de beplanting en het plaatsen van het straatmeubilair. “Het zijn niet zozeer de ingrepen op zich, maar wel de omvang van het werk die dit project voor ons bijzonder maken,” aldus projectleider Dirk Bellemans (Krinkels). “We verwachten deze eerste fase te kunnen afronden tegen september.”





Noot: Dit artikel verscheen eerder al in Grond/Weg/Waterbouw.
Deel dit artikel:
Onze partners