archipelago en GAF realiseren met AZ Diest een duurzaam stedelijk ziekenhuis dat zorg en landschap verbindt
Ontwerpbureau archipelago architects realiseerde samen met het Nederlandse Gortemaker Algra Feenstra (GAF) het nieuwe ziekenhuis van AZ Diest. Het ontwerp werd uitgewerkt met partners M-gineers en Ontwerpbureau Pauwels en zet meteen de toon voor een toekomstgerichte zorgcampus die als stadsgebouw leest. De ambities zijn helder: een modulair en efficiënt ziekenhuis dat zich openstelt naar de omgeving, met een sterke aandacht voor duurzaamheid, helderheid in circulatie en een menselijke schaal in zowel architectuur als zorgbeleving.
Het ziekenhuis verrijst langs de Demer, in een centraal gebied tussen het treinstation en het stadscentrum. Die ligging maakt van AZ Diest een plek die vanzelf in het stedelijk leven verankerd zit, vlot bereikbaar is met openbaar vervoer en zachte mobiliteit, en geen geïsoleerde zorgsite vormt. De keuze voor deze locatie ondersteunt de ambitie om een echt stedelijk ziekenhuis te worden: zichtbaar, toegankelijk en ingebed in dagelijkse routes van bewoners, bezoekers en personeel, met een duidelijke relatie tot rivier en park.
Een stedelijk ziekenhuis aan een publieke as
De verbinding tussen station en centrum wordt opgevat als een minerale as, ontworpen in samenwerking met Atelier Romain. Deze as is meer dan een doorgang: ze organiseert de campus en maakt het ziekenhuis leesbaar als stedelijke structuur. Langs het traject herhaalt zich het element van het “kleine korreltje”, een schaalbewust bouwprincipe dat grote functies opsplitst in herkenbare volumes. Daardoor sluit het complex aan bij de maat van de stad en ontstaat een helder ritme dat oriëntatie en stedelijke aanwezigheid versterkt.
Langs de minerale as opent het ziekenhuis zich via een brede arcade die het publieke karakter zichtbaar maakt. De overdekte zone zorgt voor een geleidelijke overgang van buiten naar binnen, en begeleidt bezoekers naar functies die bewust aan de stadszijde zijn gelegd: onthaal, restaurant en gezondheidsgerelateerde diensten liggen op ooghoogte en zijn makkelijk te vinden. De arcade, met kolommen over twee bouwlagen ter hoogte van de kiss&ride, markeert de hoofdingang als stedelijk gebaar en ondersteunt die dagelijkse beweging tussen stad en zorg.
Verweven met het Demerlandschap
De campus is landschappelijk ingebed in het Demergebied en sluit aan op bestaande wandel- en fietsroutes. Het parklandschap maakt de site permeabel en verzacht de schaal van het ziekenhuis, terwijl het tegelijk rust en oriëntatie biedt. Groen en water zijn niet louter decor: ze vormen een actief kader voor welzijn, met zichtlijnen en buitenruimtes die de ervaring van patiënten en bezoekers mee bepalen. Het ziekenhuis presenteert zich zo als een stedelijke oase, waar zorg en landschap elkaar versterken.
Aan die landschappelijke inpassing koppelt het ontwerpteam duidelijke ecologische keuzes. Prefab-betonelementen beperken de werfduur en verhogen de kwaliteit en nauwkeurigheid van de uitvoering, terwijl holle vloerplaten het materiaalverbruik en dus ook de milieubelasting terugdringen. In combinatie met de lichte, modulaire opbouw ontstaat een robuust maar adaptief gebouw dat futureproof is, en dat een duurzame basis legt voor verdere ontwikkeling van de campus in volgende fases.
Programmatische mix en activering
Het programma wordt georganiseerd binnen een heldere, flexibele structuur die uiteenlopende zorgfuncties onder één stedelijk dak brengt. De plint is publiek gericht en ondersteunt het dagelijkse functioneren van een stadsziekenhuis, terwijl het gebouw verder plaats biedt aan onder meer dagchirurgie, geriatrische zorg, revalidatie en moeder-kindzorg. De mix is niet vrijblijvend, maar zorgvuldig gepositioneerd om efficiëntie, herkenbaarheid en korte looplijnen te combineren met een open relatie naar de minerale as en het park.
Het “kleine korrel”-concept krijgt binnenin een concrete, zorginhoudelijke vertaling. Het ziekenhuis bestaat uit kleinschalige gebouwen die zijn samengesteld uit twee V-vormige vleugels die elkaar raken met hun open zijden. In het midden ontstaat een heldere centrale ruimte die als hart van de verpleegafdeling fungeert. Hier ligt de nadruk op activering: patiënten worden gestimuleerd om uit bed te komen en actief aan hun herstel te werken, met supervisie vanuit een open en overzichtelijke kern.
Het ziekenhuis als stedelijke oase
Die centrale ruimtes zijn ingericht als plekken voor ontmoeting en dagelijkse activiteit. Er is een lounge waar drankjes en eten worden aangeboden, aangevuld met fitnessfaciliteiten en andere mogelijkheden tot lichte beweging of ontspanning. Zo krijgt revalidatie een vanzelfsprekende plaats in het ritme van de afdeling, en wordt de patiëntenkamer vooral gebruikt als slaapruimte. Het ontwerp probeert daarmee zo dicht mogelijk bij een huiselijke omgeving te komen, zonder de professionele zorglogica uit het oog te verliezen.
In een volgende fase wordt ook de aangrenzende Proximus-site geïntegreerd in de ontwikkeling van de publieke functies. Daarmee groeit AZ Diest uit tot een zorgboulevard waarin ziekenhuisdiensten en stadsgebruik nog nauwer verweven raken. Het restaurant speelt hierbij een sleutelrol: het ligt aan de zuidkant, in een bocht van de Demer, en krijgt terrassen aan beide zijden met uitzicht op het Cerckel-park. Deze plek verankert het ziekenhuis in het landschap én in het publieke leven van Diest.
Rijke baksteenarchitectuur als stadsgezicht
De stedelijke identiteit wordt tenslotte gedragen door een uitgesproken gevelarchitectuur in metselwerk. De gevels volgen een klassieke driedeling die wordt vertaald in een boogstructuur, waarin twee soorten bakstenen in verschillende patronen worden toegepast. Verticale kolommen zorgen voor ritme en geleding, terwijl horizontale vlakken ertussen variëren met geperforeerde afsluitingen, openingen, donkere accenten en licht uitstekende stenen. Dat gecontroleerde spel van textuur en diepte levert een rijk gediversifieerde, duurzame stadsgevel op die tegelijk vertrouwd en eigentijds oogt.
Zo vormt AZ Diest een nieuw stedelijk ziekenhuis dat architectuur, landschap en zorgvisie in één leesbaar geheel samensmeedt. De minerale as en arcade maken het gebouw publiek en toegankelijk, het Demerpark zorgt voor rust en verweving met de stad, en de modulaire “kleine korrel” ondersteunt een activerend herstelmodel. Met zijn baksteengevels als stedelijk gezicht en zijn centrale lounges als motor van revalidatie toont het project hoe een ziekenhuis tegelijk robuust, menselijk en toekomstgericht kan zijn.