Het bijna 700 jarige gebouw weerstond brand, beeldenstormen en verschillende oorlogen. Maar ondanks alle tegenslagen en vernielingen is de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen erin geslaagd om uit te bloeien tot een toeristisch en religieus wereldcentrum. Het 8000m² grote kerkgebouw biedt plaats aan 25.000 gelovigen. De werken begonnen in 1352, maar de illustere plannen van heersers als keizer Karel V werden nooit voltooid. Architecten als vader en zoon Appelmans en stadsarchitect Rombout II Keldermans werkten aan deze grootste gotische kerk van de Lage Landen.
De kathedraal van Antwerpen is niet altijd een kathedraal geweest. Pas in 1559, 38 jaar nadat het huis van God in 't Stad klaar was, werd het gebouw als belangrijkste kerk van het bisdom ingehuldigd. Als we nog verder terugduiken in de geschiedenis komen we te weten dat er van de negende tot de twaalfde eeuw, op de plaats waar de kathedraal nu staat, een kleine kapel ter ere van Onze Lieve Vrouw stond.
Deze kapel kreeg in 1124 de status van parochiekerk. In de loop van de twaalfde eeuw werd ook deze kerk vervangen door een grotere, Romaanse versie. Na onderzoek van archeologische resten blijkt dat dit gebouw 42 meter breed en 80 meter lang was. Hoogstwaarschijnlijk had deze kerk hetzelfde uitzicht als de St. Maria im Kapitol in Keulen.
Twin towers
Nadat het stadsbestuur in 1352 besliste om in Antwerpen een nieuwe kerk te bouwen werd de opdracht gegeven om een dubbeltorig ontwerp uit te werken. Het belfort rijst met zijn 123 meter hoog boven het gepeupel uit. Torens zijn dan ook altijd prestigewerken geweest, gebouwd om de macht van de plaatselijke gezaghebber te projecteren.
De stad Antwerpen financieerde de noordelijke toren, waardoor deze nog steeds onder het beheer van de stad en niet onder dat van het kerkbestuur valt. Het bisdom beheert wel de kleinere zuidelijke toren. De grootste toren is opgetrokken uit witte zandsteen, afkomstig uit de Dilbeekse steengroeven. Pas in 1518 werd de toren voltooid.
Architecten van God
Hoewel de kerk tot het summum van de Brabantse gotiek wordt gerekend, vertegenwoordigt het gebouw een volledig nieuw type binnen die stijl. Een voorbeeld hiervan zijn de geprofileerde bundelpijlers die ononderbroken doorlopen in de gewelfribben. Doorheen de tijd kende de kerk verschillende bouwmeesters die vaak deel uitmaakten van één familie. Onder andere Jacob van Tienen, Jan Appelmans, Pieter Appelmans, Rombout II Keldermans, Herman en Domine de Waghemakere werkten allemaal aan de constructie van het nieuwe gebedshuis.
Door dit grote aantal architecten zijn er ook verschillende stijlen te bespeuren in de kerk zelf. Drie verschillende tijdperken van de gotische spitsbogenstijl bepalen het uitzicht van de kerkfabriek. De spitsvormige gotiek ligt aan de basis, terwijl de stralende gotiek tot aan het uurwerk loopt. De vlammende gotiek gaat tot aan de tweede gaanderij. De torenspits bevat kenmerken van de renaissance.
In 1521 werd onder bevel van keizer Karel V begonnen met de vergroting van de kerk. De Habsburger wou van de toekomstige Antwerpse kathedraal de grootste kerk ter wereld maken. Door de installatie van een groter koor en hoofdbeuk zou dit 'Nieuwwerck', getekend door Domien de Waghemakere en Rombout II Keldermans, vorm krijgen. Helaas moest alles ten zuiden van de huidige hoofdbeuk afgebroken worden om plaats te maken voor de geplande werken.
Opgegeven
In 1533 brak er echter een grote brand uit in de kerk. De plannen van keizer Karel werden opgeborgen en het vrijgemaakte geld ging naar de nodige restauratiewerken. Op dit moment reikte de zuidertoren nog maar tot de derde geleding. De afwerking zou uitgesteld worden. Later bleek het spreekwoord 'van uitstel komt afstel' van toepassing te zijn. De perfecte symmetrie van het Antwerpse gelaat ging verloren. De rechtertoren is tot op heden beknot op 65 meter.
De funderingen en de pijlers die het resultaat waren van het plan Nieuwwerck zijn de stille getuigen van de uitbreidingsplannen. Tegenwoordig vormen zij de huizenrij van de Lijnwaadmarkt tot de Groenplaats. De kerkfabriek bouwde deze woningen tussen de pijlers in en verhuurde ze aan de lokale bevolking.
Ondertussen vaardigde paus Paulus IV in 1559 de bul Super Universas uit. Hiermee wou de kerkvorst de toenemende corruptie en het machtsmisbruik bij de geestelijkheid aan banden leggen. De herstructurering van de bisdommen van de Bourgondische Kreits, een gebied dat het huidige België, Luxemburg en Nederland bestrijkt, maakte van Antwerpen een bisdom. En een bisdom heeft een kathedraal nodig.
Beeldenstorm
Slechts 7 jaar na de inhuldiging van de kathedraal bestormden protestanten op 20 augustus het kerkgebouw. Ze verwoestten het interieur en roofden tal van kunstschatten en relieken. Zelfs de voorhuid van Jezus, het bekendste reliek van de kathedraal, ging verloren. In 1581 kwam Antwerpen onder protestants bewind. Een tweede beeldenstorm vond plaats. In 1585 zou de Rooms-Katholieke heerschappij de rust doen terugkeren. De kerk werd aan het einde van de 16de eeuw heringericht in barokstijl.
De houten gewelven van het schip werden aan het begin van de 17de eeuw vervangen door stenen varianten. Beeldhouwer Robert de Nole versierde de kerkportalen. In 1614 werkte hij het noordportaal, met de afbeelding van de Maria Boodschap, af. Het zuidportaal, waar Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Pieter en Sint-Paulus opstaan, werd in 1616 voltooid. Het Laatste Oordeel, dat op het hoofdportaal afgebeeld staat, werd in 1619 opgeleverd.
Jan Pieter van Baurscheidt de Jonge restaureerde de toren omstreeks het midden van de 18de eeuw. Kort hierna plunderden Franse revolutionairen de kathedraal. Nadien sloten zij het gebouw af. In 1798 wilden de Fransen het verbeurd verklaarde gebouw zelfs slopen. Toenmalig stadsarchitect Jan Blom kon dit verhinderen.
Modern
In 1801 werd het bisdom van Antwerpen opgeheven. Tot 1961 zou de kathedraal geen kathedraal meer zijn. De voormalige kathedraal was tot 1802 zelfs geen kerk meer door de opgelegde sluiting. Het duurde echter tot 1816 om de belangrijkste geroofde kunstwerken terug te halen uit Parijs. De kerk bezit nog steeds verschillende werken van Rubens. Zo zijn de Kruisafneming uit 1612, de Kruisoprichting uit 1609-10, De Hemelvaart van Maria uit 1626 en De Verrijzenis van Christus uit 1612 van zijn hand. Na de heropening van de kerk werd het gebouw volledig gerestaureerd en heringericht met steun van - oh ironie - Napoleon en Willem I.
In 1965 startte het provinciebestuur van Antwerpen een grote restauratiecampagne. De installatie van het Metzlerorgel bekroonde de werken in 1993. Tegenwoordig is de kerk in een zo goed als opperste staat, maar de jaarlijkse onderhoudskosten lopen toch op tot 1,5 miljoen euro. De kathedraal verwelkomt elk jaar meer dan 320.000 bezoekers met het geluid van de 49 geïnstalleerde klokken. De uit 1507 daterende Carolusklok weegt 6434 kilogram en is de enige ongewijde klok. Ze werd ter ere van keizer Karel gegoten op de huidige Groenplaats. Zelfs vandaag nog luidt ze bij feestelijkheden in de stad, al voert ze haar oorpsronkelijke functie als uurklok en alarmklok niet meer uit.
Jammer genoeg hebben keizer Karel en de andere machthebbers nooit het totaalplaatje kunnen zien. Maar dankzij Unesco blijft de kathedraal mogelijk voor de eeuwigheid bewaard. Het gebouw staat als één van de 56 Belgische en Franse belforten op de werelderfgoedlijst. Geert Bourgeois, minister van Vlaams Erfgoed, kende in 2012 een premie van 1,3 miljoen euro toe voor de laatste fase van de restauratie. Hiermee wordt de kerk nog meer een onthaalkerk voor toerisme en cultuur.