Architecten kregen de eerste zes maanden van 2022 minder nieuwe opdrachten en verwachten dat
die trend zich ook het komende half jaar voortzet. De resultaten uit de conjunctuurbarometer van
Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) tonen dat architecten de gevolgen voelen van de
prijsstijgingen en onzekerheid. “Toch moeten we de inspanningen om ons gebouwenpatrimonium
te verbeteren door renovatie en hernieuwbouw blijven volhouden”, benadrukt Steven Lannoo,
directeur van NAV. “Als we de doelstellingen van 2050 willen halen, kunnen we het ons niet
veroorloven jaren te verliezen door een dip.”
In een zesmaandelijkse conjunctuurenquête polst NAV naar de evolutie van de economische situatie voor architecten(bureaus): hoe zien ze het werkvolume evolueren in de verschillende sectoren (individuele woningen, groepswoningbouw, niet-residentieel, openbaar), wat met nieuwe opdrachten, aantal medewerkers …? De resultaten van deze bevraging voor de eerste helft van 2022 tonen aan dat architecten de gevolgen voelen van de prijsstijgingen en de periode van onzekerheid.
Minder (vooruitzicht op) werk
Zo geeft 43% van de architecten aan dat het werkvolume daalde in vergelijking met de tweede helft van 2021, en dat voor alle sectoren. Een trend waarvan 36,6% van de architecten verwachten dat die zich de komende zes maanden zal doorzetten. Ook het aantal nieuwe projecten ging bij 39,6% achteruit in de eerste helft van het jaar. En 36,6% van de respondenten ziet niet meteen verbetering in de toekomst.
Steven Lannoo, directeur van NAV: “Dat (ver)bouwen duurder wordt, zorgt niet alleen voor kopzorgen bij (ver)bouwers en aannemers. Ook heel wat architecten zitten met de handen in het haar. Door de schaarste van de bouwmaterialen en de prijsstijgingen moeten zij vaak ontwerpen wijzigen en op zoek gaan naar alternatieve oplossingen. Plannen worden aangepast, bouwaanvragen gewijzigd, correcte ramingen maken wordt moeilijk, werven lopen meer vertraging op, er kruipt extra tijd in het bemiddelen tussen (ver)bouwers en aannemers … Een vervelende situatie die architecten heel wat moeite en geld kost, en die ervoor zorgt dat steeds meer (ver)bouwers afhaken.”
Vraag naar extra inspanningen van de overheid
“Daarom moeten wij de inspanningen om ons gebouwenpatrimonium te verbeteren door renovatie en hernieuwbouw blijven volhouden. Om de doelstellingen van 2050 te halen, kunnen we het ons niet veroorloven jaren te verliezen door een dip. De overheid moet die inspanningen ondersteunen door de budgetten voor bouwprojecten op te trekken in lijn met de inflatie.”
“Daarnaast kan de overheid meer doen om particulieren aan te moedigen om woningen fossielvrij te maken. De ‘oplaprenovaties’ zijn niet voldoende, er is vooral nood aan een langetermijnplan voor iedere woning. Daarbij zijn de dienstverleners in de bouwsector (EPB-verslaggevers, stabiliteitsingenieurs, ingenieurs technieken, …) belangrijk, terwijl die nu worden opzijgeschoven als een luxegoed: geen verlaagd BTW-tarief op toepassing, geen subsidies voorzien, ...”