Fabrikanten kunnen beter niet meer te veel investeren in folders en zeker niet in documentatiemappen. Architecten geven steeds meer de voorkeur aan online informatie. Dat blijkt uit een enquête die Redactiebureau Palindroom organiseerde bij 174 Nederlandstalige architecten.
De voorbije maanden hielden architectura.be en Redactiebureau Palindroom een uitgebreide enquête om een zicht te kijken op de manier waarop architecten communiceren en over de manieren waarop ze het liefst geïnformeerd worden door fabrikanten en andere externe partijen. Deze cijfers werden vergeleken met de cijfers van 2016 waardoor het ook mogelijk was om evoluties op te sporen.
Dé juiste methode om een architect te informeren over nieuwe materialen bestaat niet. Een degelijke communicatie vormt altijd een uitgebalanceerde combinatie van meerdere media. Hoe dan ook leek het ons nuttig om de architecten te vragen hoe zij het liefst op de hoogte gebracht worden van nieuwe materialen.
We hebben 10 mogelijkheden opgelijst die fabrikanten kunnen gebruiken om architecten in te lichten over nieuwe materialen of producten. Aan de architecten werd gevraagd om ze van 1 tot 10 te rangschikken volgens hun voorkeur. De gemiddelde score bedraagt 12,5 (100 procent gedeeld door 8). Een percentage hoger dan 12.5% is dus beter dan het gemiddelde, onder 12.5% is slechter dan het gemiddelde.
In vergelijking met de vorige enquête hadden we twee mogelijkheden toegevoegd: video en virtual of augmented reality. Die blijken echter nog niet zo populair te zijn bij architecten met respectievelijk 6 en 5%. We hebben deze resultaten eruit gefilterd om een goede vergelijking te kunnen maken tussen 2016 en 2020.
Sterke voorkeur voor online informatie
Eén keuzemogelijkheid steekt er met kop en schouders bovenuit: online informatie (29%). Dat is natuurlijk niet verwonderlijk gezien de algemene trend om meer in te zetten op online communicatie. Bovendien spenderen architecten bijzonder veel tijd achter hun computer, waardoor online informatie voor hen zeer makkelijk bereikbaar is. Een bijkomende factor is dat architecten specifieke informatie die nuttig kan zijn voor bepaalde projecten graag ergens opslaan, wat uiteraard beter lukt met online gegevens dan met geprinte informatie. Ook de mogelijkheid om via hyperlinks nog meer gedetailleerde informatie op te vragen, speelt in het voordeel van online informatie.
We noteren aanzienlijke verschuivingen als we de cijfers van 2016 en 2020 vergelijken. Online informatie heeft zijn voorsprong sterk uitgebouwd en stijgt van 20 naar 29%. Andere opvallende stijger zijn de stalen die stijgen van 12 naar 21% en daarmee ook opklimmen van de vierde naar de tweede plaats. Architecten informeren zich dus graag online over nieuwe producten, maar aansluitend willen ze toch ook graag zien en voelen hoe het er in de werkelijkheid uitziet.
Ook het persoonlijk gesprek met de vertegenwoordiger doet het iets beter dan 4 jaar geleden en stijgt lichtjes van 13 naar 15%. Eveneens een lichte stijging voor artikels in vakbladen (van 11 naar 12%). Ondanks de groeiende populariteit van online informatie, blijven vakbladen dus nog wel degelijk relevant voor de architecten. Dat blijkt ook uit het feit dat het jongste decennium enkele nieuwe vakbladen voor architecten het levenslicht zagen en ook redelijk goed onthaald werden zoals Architraaf en FocusArchi.
De andere 4 mogelijkheden zien hun populariteit sterk dalen. Met als absolute uitschieter de documentatiemappen. Deze haalden in 2016 nog een score van 12%, nu is dat gezakt tot 1%. De tijd dat elk architectenbureau beschikte over meerdere rekken met documentatiemappen van fabrikanten, lijkt zo goed als voorbij. Begrijpelijk ook. Het neemt veel plaats in beslag en doordat fabrikanten meer nog dan vroeger regelmatig uitpakken met nieuwe producten of nieuwe cijfers, is de informatie redelijk snel achterhaald. Dat werd vroeger opgevangen door aangepaste bladen te bezorgen voor in deze mappen, maar dat is een omslachtige en voor de fabrikanten dure aangelegenheid. Die problemen heb je niet of veel minder met online informatie op een website. Bijkomend nadeel van documentatiemappen is dat ze op slechts één plaats aanwezig zijn, terwijl in architectenbureaus ook steeds meer thuis gewerkt wordt of dat een bureau zijn mensen over meerdere vestigingen verdeelt.
Ook folders worden minder geapprecieerd door architecten. Die zakken met een daling van 13 naar 8% van de derde naar de vijfde plaats.
Ook evenementen verliezen aan populariteit. Zowel beurzen als thema-avonden met productvoorstellingen zakken van 10 naar 7%. Het is een gegeven dat algemeen bekend is bij fabrikanten en beursorganisatoren. Het is bijzonder moeilijk om architecten naar een beurs of evenement te lokken en al zeker niet als het om een eerder commercieel programma gaat. Voor opleidingen verloopt dat vlotter, zeker als architecten hier punten mee kunnen verdienen voor hun verplichte permanente vorming.
Bij de analyse van de resultaten wordt ook gekeken of de voorkeur van de architecten verschilt in functie van het bureau, de leeftijd, de regio en de specialisatie. Dat is wel degelijk het geval. Bij jonge architecten is de voorkeur voor online info bijvoorbeeld nog veel groter dan bij oudere architecten. In de whitepaper over de enquête wordt daar dieper op ingegaan.
Info over de enquête - interesse in deze publicatie?
Dit artikel is een fragment uit de whitepaper die Redactiebureau Palindroom zal uitbrengen over de resultaten van een enquête waarin zowel de eigen communicatie van architecten (website, social media, fotografie,….) als de communicatie naar architecten (vakbladen, websites, beurzen,…) onder de loep genomen worden. Verder werden ook vragen gesteld rond de visie op en ervaring met labels, circulair bouwen en BIM. Geïnteresseerd in deze whitepaper? Laat het ons weten via info@architectura.be.