Govaert & Vanhoutte Architecten kaapte op 4 maart 2011 de ‘National Panel Special Award’ van de Britse Civic Trust Awards weg met het project Tyne Cot Cemetery in Zonnebeke. Daarnaast won het Belgische bureau ook de ‘special award’
met als finale bestempeling ‘favourite award winner 2011 by the National
Panel.’
Als enige Belgische architectenbureau lieten Benny Govaert en Damiaan Vanhoutte vooraanstaande Britse coryfeeën zoals Haworth Tompkins
en Caruso St John Architects LLP
en internationale bureaus als Henning Larsen Architects A/S
ver achter zich.
De Civic Trust Awards, opgericht in 1959, is een onderdeel van de twee jaar eerder tot leven geroepen liefdadigheidsorganisatie Civic Trust of England. Naast de RIBA-awards van het toonaangevende Royal Institute of British Architects is de jaarlijkse Civic Trust Awards zowat de oudste en belangrijkste prijsuitreiking voor gebouwde omgeving van Groot-Brittannië en zelfs Europa. Het unieke karakter van deze Awards ligt in het erkenning van spannende, opvallende en innoverende architectuur, stedebouw, landschapsarchitectuur en infrastructuur die een verschil maken voor het publieke domein in haar bredere context, met name de locale bevolking en de gemeenschap.
De 2011-editie kreeg 333 Britse en internationale inzendingen te verwerken. Tijdens de ceremonie in het People’s History Museum in Manchester zijn in totaal zes erkenningen, 24 eervolle vermeldingen en 27 awards uitgereikt, waarvan zeven projecten een ‘Special Awards’ kregen opgespeld wegens uitmuntende kwaliteiten in een specifiek domein. Architekten Govaert & Vanhoutte kregen niet alleen een award, maar ook de ‘special award’ met als finale bestempeling ‘favourite award winner 2011 by the National Panel.’
De onthaalinfrastructuur bij Tyne Cot Cemetery –de grootste Commonwealth begraafplaats ter wereld, gebouwd in 1927 door Sir Herbert Baker– is conceptueel ondersteund door het uitgangspunt een ondergeschikt paviljoen te creëren dat respectvolle fysische assen en een uitgekiend bezoekerscircuit genereert.
Als een dynamische ontwikkeling van de oorspronkelijke gebogen ommuring is een in het landschap insnijdende toenaderingsas gecreëerd. Door het flankerende, rechtlijnige muurelement met een identieke hoogte als de bestaande ommuring van de begraafplaats, ontstaat een abstracte ruimtelijke impressie van een loopgracht. Daar waar de toenaderingsas een bijkomende bestaande as van historisch landschappelijke merktekens snijdt, is het horizontale onthaalcentrum met minimale hoogte en halfverzonken patio terug te vinden. Het zuiver vormgegeven volume, ingewerkt in een zachte helling, biedt een gekaderd panorama op de nabijliggende kerk van Passendale, de militaire begraafplaats en het voormalige slagveld. Op het snijpunt van de hoogtelijn met de aslijn die de zichten verbindt, ontstaat in het onthaalcentrum een spel van open en gesloten architecturale elementen.
Het buiten de context geplaatste bouwvolume zorgt voor een ontlasting van de oude hoofdtoegang, een rechtstreekse toegang tot de parkeergelegenheid, een externe beleving van de oorspronkelijke ommuring, bijna weggecijferde sanitaire faciliteiten en bovenal een vol ervaring geladen benadering van de begraafplaats zelf. Niet alleen de respectvolle positionering en architectuurtaal illustreren de bescheidenheid van het bureau. Ook is het mogelijk het onthaalcentrum met multimediale informatie –verzameld door o.a. locale bewoners– links te laten liggen en de route af te snijden via een met populieren gevormde tussenruimte zonder aan essentiële beleving in te boeten.