De nieuw geïndexeerde tarieven voor stagiair-architecten – vastgelegd door de Orde van Architecten – noopt een aantal architecten ertoe om het statuut van stagiairs binnen onze architectenbureaus opnieuw aan te kaarten. Het was onze columnist Johan Rutgeerts die vorige week de kat de bel aanbond in een nieuwe aflevering van DWARSBEUK. Voor Jozef Hessel (A1AR architects & more) en Vincent Van Den Broecke (Blanco Architecten) zijn de minimumtarieven voor stagiairs alvast veel te laag en komt dit de geloofwaardigheid van de architect niet ten goede.
Vorige week deelde de Orde van Architecten de minimum uurvergoedingen mee voor stagiairs die werken onder het statuut van zelfstandige en die gelden vanaf maart 2021: 11,96 euro bij aanvang, 14,37 euro na 6 maanden, 16,78 euro na 12 maanden, 19,19 euro na 18 maanden. De tarieven zijn exclusief BTW.
“Investeren in onze mensen”
Jozef Hessel, zaakvoerder van A1AR, liet zich hierover zeer kritisch uit op sociale media en noemt de tarieven “ronduit beschamend”. “Indien de Orde al iets wil doen, zou ze beter communiceren wat een ‘normale’ te verwachten kost is van een medewerker met een universitair diploma. Om dan nog maar te zwijgen van de openlijke goedkeuring van een frauduleuze praktijk, namelijk schijnzelfstandigheid”, klinkt het fel.
Op vraag van architectura.be kroop hij in zijn pen. In een scherp opiniestuk roept hij zijn collega-architecten op om te starten bij het eigen kantoor indien ze komaf willen maken met de te lage erelonen die al te vaak bij ontwerpwedstrijden gehanteerd worden. “Iedereen erkent het probleem, meer zelfs, ik heb de indruk dat we er iets aan willen doen, moesten we kunnen. Maar wij hebben niet veel marge, wij moeten gratis werken, wij hebben teveel verantwoordelijkheden dus … wij gaan onze medewerkers maar half of niet betalen. Op deze manier sussen we ons geweten dat de vergoedingen van stagiairs niet anders kunnen. Met minimumbarema’s gaan we onze kwaliteit niet beter aan de man/vrouw kunnen brengen. Dit kunnen we enkel door te investeren in onze meerwaarde en onze mensen en volop de kaart te trekken van het duurzame ondernemerschap”, klinkt het. Het volledige opiniestuk kan je hier lezen.
Sociaal overleg
Ook Johan Rutgeerts is nog niet klaar met het precaire statuut van stagiair-architecten. Vorige week kaartte hij al aan dat de Orde volgens hem nooit een duidelijk standpunt heeft ingenomen over wat een stage nu eigenlijk is en komt het er maar niet van omdat men de knoop niet wil doorhakken of een stagiair of een freelancer al dan niet eigen werk mag aanvaarden. In een nieuwe DWARSBEUK pleit Rutgeerts ervoor om de beroepsverenigingen en een vertegenwoordiging van de stagiairs samen te brengen in een sociaal overleg. (lees hier)
Zelfstandige versus bediende
Vincent Van Den Broecke van Blanco Architecten kan zich allerminst vinden in de vanzelfsprekendheid waarmee de Orde in deze het zelfstandigenstatuut volgens hem promoot: “Ik heb in de Vlaamse Raad herhaaldelijk gepleit om het dienstverband als logische instap naar voren te schuiven, zonder daarmee de vrije keuze voor het zelfstandigenbestaan te willen opofferen. Maar zoals nu het zelfstandigenstatuut als vanzelfsprekend gepromoot wordt, zou inderdaad het dienstverband de evidentie moeten worden. Helaas heeft de Vlaamse Raad -noch het College Stage- daar nooit oren naar gehad. De reden daarvoor ligt voor de hand: de Vlaamse Raad wil de vele bureaus die draaien op zelfstandige stagiairs niet in financiële moeilijkheden brengen. Nochtans zou deze bottom-up-benadering er net voor kunnen zorgen dat die bureaus hun erelonen wat realistischer gaan berekenen, om zo de neerwaarts gerichte spiraal wat af te remmen.”
Het achterliggend probleem ligt voor vele architecten bij de lage erelonen die ook de overheden vooropstellen bij ontwerpwedstrijden. “Het achterliggend mechanisme is één van onbetaald werk”, beaamt Vincent Van Den Broecke. “En net dat onbetaald werk resulteert in bijzonder aantrekkelijke portfolio’s voor onze starters. Net om die bureaus niet financieel te treffen, durft de Orde de lonen niet verhogen of tenminste het zelfstandigenstatuut plaats te laten maken voor het bediendenstatuut.”
Anderzijds is het volgens Vincent Van Den Broecke te gemakkelijk om de hete aardappel naar de Orde van Architecten door te schuiven en moet het architectenkorps zich er van bewust zijn dat zijzelf de Orde uitmaken. “Het korps kiest haar immers haar mandatarissen en deelt dus minstens in de verantwoordelijkheid”, zegt hij. “De Orde van Architecten lijkt echter niet in staat om snel en eensgezind te schakelen in deze materie. Er is nochtans een oplossing: schaf de provinciale werking af ten voordele van een Vlaams centraal beleidsorgaan; verkies de mandatarissen en hun functie binnen de Orde rechtstreeks; schaf de door de Koning benoemde mandaten af.” Een ingreep die volgens Van Den Broecke een compleet ander beeld en beleid zal veroorzaken.