Over de wenselijkheid van passiefbouw is de laatste jaren al bijzonder veel gezegd en geschreven. Maar of architecten het eigenlijk leuk vinden om een passief gebouw te ontwerpen, is minder geweten. Houden ze aan hun passiefprojecten een positief gevoel over? En in welke mate heeft de passiefmethode een invloed op hun verdere ontwerppraktijk?
Be.passive legde deze vragen voor aan vier architecten, die er op geheel eigen wijze een treffend antwoord op formuleerden.
Evert Crols van
B-architecten bijt de spits af.
De drie oprichters van B-architecten. Evert Crols is de persoon met de bril.“Het eerste passiefproject dat we hebben uitgevoerd, was er eentje voor de gemeente Sint-Jans-Molenbeek, namelijk 'L28' (ontwerp 2006-2007, uitvoering 2010-2011). Het omvatte onder meer de bouw van acht passieve sociale appartementswoningen. Ons uitgangspunt was het creëren van een zo compact mogelijk volume (een kubus), en de rest van de ingrepen sloot daar in feite naadloos op aan. Het was een uiterst positieve kennismaking. Inmiddels zijn we alweer een aantal jaar verder en hebben we net ons tweede passiefproject opgeleverd: basisschool Zonnekind in Kalmthout. Voor AG Vespa loopt er momenteel ook nog een project waarbij we een aantal nieuwbouwwoningen volgens de passiefstandaard realiseren.
We houden aan die projecten een positief gevoel over, maar het is echter niet zo dat we sindsdien bewust op zoek gaan naar passiefprojecten. Als een programma ons aanspreekt dingen we mee, ongeacht het feit of het al dan niet passiefbouw betreft. We ontwerpen in feite steeds à la carte, maar het is wel zo dat we nu veel meer dan vroeger nadenken over oppervlakte en positionering van ramen, oriëntatie, ... Dat zijn toch zaken die zeker bij passiefbouw een zeer nadrukkelijke rol spelen en die onmiskenbaar in onze manier van werken geslopen zijn. In passiefschool Zonnekind wilden we bijvoorbeeld absoluut een vaste luifel, ook al bleek dat in het kader van de na te streven passiefstandaard geen evident gegeven. We hebben echter voet bij stuk gehouden omdat hij voor het ontwerp enorm beeldbepalend was. Met de opgedane kennis in het achterhoofd zullen we zulke zaken in de toekomst allicht anders aanpakken, al wil dit echter niet zeggen dat we het behalen van de passiefnorm voortaan laten primeren op de beeldkwaliteit van een gebouw!
Intussen blijft het op het vlak van passiefbouw natuurlijk wel erg snel gaan. Het is moeilijk om alles op de voet te blijven volgen, maar toch blijf ik het interessant en absoluut nodig vinden om er continu over na te denken. Energiebewust bouwen en leven is een maatschappelijk gegeven dat je niet zomaar naast je neer kan leggen. Het vergt een ander soort creativiteit die je enorm veel voldoening schenkt omdat je – in het kader van de opgelegde normen en eisen – steeds naar een ultieme 'oplossing' moet zoeken. Het is dus zeker niet zo dat passiefbouw het creatieve ontwerpproces hypothekeert, integendeel! Ik ben immers nog steeds van mening dat de projecten met de meeste parameters de meest uitdagende ontwerpen voortbrengen. Passiefbouw schenkt ons dus wel degelijk veel voldoening.”
Passiefschool 't Zonnekind in Kalmthout. (Foto: Machiels Building Solutions)