Maar liefst 355 architectenbureaus hebben het manifest Belgian Architects Declare ondertekend. Onze zaakvoerder Rik Neven schreef hierover en in het kader van COP 25 in Madrid een column over de relatie tussen de bouwsector en de klimaatproblematiek. Kern van Nevens betoog: de bouwsector is zonder meer een van de hoofdschuldigen voor de klimaatverandering, maar tegelijk vormt ze ook een belangrijk deel van de oplossing en daarin is een cruciale rol weggelegd voor de architect.
Gebouwen zijn goed voor ongeveer 40% van de totale CO2-uitstoot en de bouwsector is verantwoordelijk voor ongeveer 40% van de totale afvalberg. Bovendien blijft zij een aanslag plegen op de natuur en de open ruimte.
Dat laatste probleem wordt nog vaak onderschat. Er wordt bij de verduurzaming van onze gebouwen vooral gekeken naar de isolatie en de energiezuinigheid, terwijl het ontwerp en zeker de locatie veel bepalender zijn voor de ecologische voetafdruk.
Iedereen binnen de sector is het erover eens dat we niet meer op dezelfde manier en aan hetzelfde tempo verder mogen bouwen zoals we in het verleden gedaan hebben. Niet in het minst de architecten die beseffen dat er ook binnen hun vakgebied een transitie nodig is. Getuige daarvan het manifest Belgian Architects Declare dat al meer dan 350 Belgische architectenbureaus, grote en kleine, ondertekend hebben. Hierin engageren ze zich om vanuit hun praktijk de klimaatproblemen en het verlies van biodiversiteit een halt toe te roepen. Dit manifest was oorspronkelijk een Brits initiatief maar kreeg navolging in 13 andere landen in 3 verschillende continenten. Opmerkelijk is dat de Belgische variant in relatie tot het bevolkingsaantal veruit de meeste handtekeningen heeft verzameld, meer zelfs dan het Britse.
Wie de Belgische architectuurwereld wat gevolgd heeft, zal dit niet verbazen. België is omwille van zijn abominabele ruimtelijke ordening koploper als het gaat over ruimtebeslag en versnippering van de open ruimte en die gevolgen beginnen nu pas echt duidelijk te worden. De klimaatproblematiek mag immers niet los gezien worden van het verdwijnen van de open ruimte. Twee bedreigingen die elkaar versterken.
"De klimaatproblematiek mag niet los gezien worden van het verdwijnen van de open ruimte. Het zijn twee bedreigingen die elkaar versterken."
Architecten hebben wat dat betreft zeker ook boter op het hoofd, want zij hebben daar de vorige decennia duchtig aan bijgedragen. Veel architecten gaan jammer genoeg nog steeds op die ingeslagen weg verder. Vanuit economisch standpunt ook wel ergens te begrijpen natuurlijk, want de verleiding is groot om de eigen business boven het algemeen ecologisch belang te stellen.
Toch merken we dat er steeds meer architecten zijn die, alhoewel het tegen hun business indruist, ervoor ijveren om in hun ontwerppraktijk dingen anders aan te pakken en de opdrachten van hun klanten in vraag durven te stellen. Steeds meer architecten weigeren de verkeerde gebouwen op de verkeerde locatie te bouwen omdat ze zich niet kunnen verzoenen met de ecologische impact van hun creatie. Illustratief voor deze zienswijze is het veel gelezen en besproken pamflet ‘De Kunst van het niet-bouwen” van RE-ST, een Antwerps architectenbureau met Hasseltse roots, dat aantoonde dat het vaak beter is niet te bouwen dan wel te bouwen.
Ook in de architectuurmagazines valt het op dat de ruimtelijke problematiek steeds meer op de voorgrond treedt. Waar vroeger vooral de strakke lijnen en het sobere materiaalgebruik bejubeld werden, wordt nu eerder euforisch gedaan over het ruimtelijk rendement.
"Ook in de architectuurmagazines valt het op dat de ruimtelijke problematiek steeds meer op de voorgrond treedt. Waar vroeger vooral de strakke lijnen en het sobere materiaalgebruik bejubeld werden, wordt nu eerder euforisch gedaan over het ruimtelijk rendement."
De rol en de inbreng van de Vlaamse Bouwmeester mag niet onderschat worden in dit discours. Waar de vorige bouwmeester zich vaak voor de buitenwereld ontoegankelijk opstelde en vooral de architectuurkwaliteit in het vizier nam, hebben we met Leo van Broeck een bouwmeester die overal ten lande met plezier en veel overtuiging zijn visie rond verdichting en het vrijwaren van de open ruimte gaat verkondigen. Zo zeer zelfs dat er ook tegenreacties komen van mensen die vinden dat de Bouwmeester zijn boekje te buiten gaat en zich terug wat meer zou mogen toeleggen op zijn hoofdtaak.
"Waar de vorige bouwmeester zich vaak voor de buitenwereld ontoegankelijk opstelde en vooral de architectuurkwaliteit in het vizier nam, hebben we met Leo van Broeck een bouwmeester die overal ten lande met plezier en veel overtuiging zijn visie rond verdichting en het vrijwaren van de open ruimte gaat verkondigen."
Het manifest Belgian Architects Declare kreeg behalve veel handtekening ook wat kritiek. Zijn alle ondertekenaars wel zo voorbeeldig in hun ontwerppraktijk? Volgen ze de principes die ze ondertekend hebben ook consequent in de praktijk? Een terechte opmerking en uiteraard zijn niet alle bureaus heiliger dan de paus. Maar door het manifest te ondertekenen verplichten ze zichzelf en andere bureaus wel om hun job en hun maatschappelijke rol in vraag te stellen. Wie het manifest puur gebruikt als vorm van greenwashing zal hier vroeg of laat over aangesproken worden door medewerkers, collega’s en andere relaties.
De wil bij de architecten is er zeker, maar ze kunnen het niet alleen. De overheid moet mee willen. Een architect kan zijn klant wel proberen te stimuleren om duurzame keuzes te maken. Als dat niet resulteert in een financieel voordeel, zal de doorsneeklant toch voor zijn portemonnee kiezen. Het is aan de overheid om duurzame keuzes financieel en fiscaal te belonen en keuzes met een negatieve ecologische impact financieel te bestraffen. Wat dat betreft, zijn we jammer genoeg nog ver van huis. De afschaffing van de woonbonus en de hervorming van de registratierechten vormen een gemiste kans. Als een geëngageerde architect zijn zeg had mogen doen in deze discussie, had die nieuwe regeling er heel anders uitgezien.
Architecten kunnen het manifest nog steeds ondertekenen.