Architectencongres NAV: “Het is dringend tijd voor een nieuw wettelijk kader”

De architectenwet van 1939 moet dringend herschreven worden. Dat was de conclusie van meer dan negen op de tien architecten die onlangs het vierde Architectencongres van NAV bijwoonden. Vooral de onverenigbaarheid van hun beroep met dat van aannemer of handelaar is veel architecten een doorn in het oog. “De roep om verandering is onmiskenbaar, dus het is tijd om te handelen”, concludeert NAV-voorzitter Kati Lamens.

Hoe meer je het hoort, hoe waanzinniger het klinkt: onze huidige architecten werken nog steeds in een wettelijk kader dat stamt uit de jaren 20 van vorige eeuw. Waar andere vrije beroepen sindsdien een hele evolutie konden doormaken dankzij een modernisering van de wetgeving, hangen architecten anno 2018 nog steeds vast aan een ‘architectenwet’ die stoelt op een lang vervlogen realiteit. Het mag dan ook niet verwonderen dat deze thematiek ruimschoots aan bod kwam op het Architectencongres.

 

Rollen van de architect loskoppelen

Het was meester Christophe Lenders (GSJ advocaten) die de knuppel in het hoenderhok gooide. Hij opperde dat het huidige kader van contracten de positie van de architect ter discussie stelt. “Opdrachtgevers zijn als de dood voor meerprijzen tijdens de uitvoering. Daarom vragen ze de architect een programma van eisen en geven ze hem de opdracht om op het einde van de rit na te gaan of het gebouwde resultaat overeenstemt met de kwaliteitseisen van dat programma. Tijdens de bouw zelf willen ze dat de architect zich zoveel mogelijk gedeisd houdt, omdat elke uitspraak een potentiële aanleiding tot meerwerken of aanpassingen kan vormen. Dat vloekt uiteraard met de wettelijke controleplicht van de architect. Omgekeerd heeft de aannemer nood aan begeleiding door een architect om de gestelde kwaliteitseisen te kunnen realiseren. Waarom zouden we die twee rollen niet loskoppelen van elkaar, de architect de kans geven om in alle onafhankelijkheid voor de aannemer op te treden, dat deel van de opdracht uit het monopolie halen en de onverenigbaarheid van aannemer en architect uit de wet schrappen?”

 

"Veel van onze kennis draagt bij tot de optimalisatie van projecten, maar we kunnen niet delen in de financiële winst die dat oplevert. Dat moet dringend veranderen"

 

Duidelijke cijfers

Het publiek zag wel heil in de suggestie van meester Lenders. Een poll bracht aan het licht dat 94 % van de aanwezigen net zoals hem voorstander is van een nieuwe architectenwet. 51 % wil de onverenigbaarheid met het beroep van de aannemer geëlimineerd zien, terwijl 38 % eveneens aandringt op een actualisering van het monopolie. 86 % van de architecten zou er geen probleem mee hebben om de werfcontrole en de bijhorende aansprakelijkheid contractueel aan een andere partij over te laten, al was iets meer dan de helft wel van mening dat die andere partij best een collega-architect is. 95 % vindt dat de architect moet kunnen samenwerken met de aannemer als hij zijn onafhankelijkheid behoudt, hetzij in een gekende (34 %), hetzij in een nieuwe samenwerkingsvorm (61 %). “De resultaten laten niets aan de verbeelding over: de architect wil verandering”, aldus NAV-voorzitter Kati Lamens.

 

Concrete voorstellen formuleren

Welke potentiële meerwaarde moet de nieuwe wet bieden? Ook daarover mocht het publiek stemmen. De antwoorden: minder onverenigbaarheden met het architectenberoep, zodat de architect breder kan ondernemen (54%); een betere regeling van gedeeltelijke opdrachten (42%); minder aansprakelijkheden (32%) en deelname in de uitvoeringswinst (23%). “Als architecten willen we wel verder onafhankelijk blijven werken, maar anderzijds willen we ook meer commerciële bewegingsvrijheid hebben. Veel van onze kennis draagt bij tot de optimalisatie van projecten, maar we kunnen niet delen in de financiële winst die dat oplevert. Dat moet dringend veranderen”, vindt Lamens. “NAV gaat dan ook aan de slag om die visie zo snel mogelijk te vertalen concrete voorstellen. Vermits de roep om verandering zo duidelijk is, zal de Orde van Architecten niet anders kunnen dan volgen. We hopen op hun constructieve medewerking.”

Bron: NAV
Deel dit artikel:
Onze partners