De nieuwbouw van het
Van der Meij College in het Nederlandse Alkmaar, opgeleverd in 2008, is in alle opzichten bijzonder, zowel wat de architectuur als de praktisch-educatieve aanpak betreft. De 700 leerlingen krijgen er geen les in klassieke klaslokalen, maar in ‘belevingsruimtes’. De witte sandwichpanelen met theatraal reliëf zorgen voor een visueel extraatje.
FilosofieDe klaslokalen zijn over de drie bouwlagen van het rechthoekige gebouw
ondergebracht als een soort bedrijfjes aan een boulevard, compleet met
trappen, bordessen en pleinen voor allerlei activiteiten. Voor architect Ton Van Rutten van BRTArchitecten (Alkmaar) vormde de onderwijskundige en organisatorische visie van de school de grondslag voor het ruimtelijk ontwerp. “Het Van de Meij College is een werkgebouw geworden, waar de leerlingen leren door doen binnen een stimulerende, veilige en overzichtelijke leeromgeving”, aldus de architect. “Leren door doen is ook leren door zien. Als etalages kunnen alle sectoren zich profileren aan een ‘Boulevard van Belevingen’, waar gemaakte werkstukken kunnen worden geëtaleerd en processen zichtbaar worden gemaakt. Dat alles binnen een beschermende schil: de gevel.”
Bescherming, veiligheid, … het is een deel van de algemene filosofie van het gebouw die volledig tot uiting komt in het reliëf van de witte geprefabriceerde betonnen gevel – het meest in het oog springend architectonisch element van het gebouw. Van een afstand heeft de gevel een marmerachtig uiterlijk: het lijkt alsof hij generfd is. Wie de school nadert, kan duidelijk een boomstructuur onderscheiden. “De boom staat symbool voor leven en groei," legt Van Rutten uit. "Nog dichterbij zie je dat er vogeltjes in de boom zitten, waarvan er één een nestje heeft gebouwd. De vogels staan voor de leerlingen die samen in een veilig nest opgroeien, zich ontwikkelen en als de tijd rijp is hun vleugels uitslaan en de wijde wereld ingaan.” In totaal zijn in het reliëf 391 vogels, 117 nestjes, 1523 takken en 3046 bladeren verwerkt.
Foto: Fotostudio FdwTechniekIn de symboliek en ontwerpfilosofie van het Van de Meij College kan ook de firma Decomo zich beslist terugvinden. Maar waar het Stefaan Vandeputte en Bruno Louage (resp. Area Sales Manager en Design & Project Manager bij de Moeskroense prefab betonfabrikant) vooral om te doen is, is de hoogstaande techniciteit van de prefab betonnen elementen die de firma aanleverde. Decomo stond in voor de engineering, productie en montage van de gevelelementen met de sierlijke reliëftekeningen. “De architect kwam bij ons terecht via onze website," zegt Stefaan Vandeputte. "Hij was in de eerste plaats op zoek naar een spierwit materiaal waarin een diep reliëf mogelijk was, en onderzocht de haalbaarheid van de uitvoering hiervan in sierbeton. Gezien het om een schoolgebouw gaat, waar vandalisme nooit uitgesloten is, hechtte hij ook veel belang aan de massa en stevigheid van het bouwmateriaal. Pas na een bezoek aan onze fabriek, waarbij hij de talrijke voorbeelden van uitvoering op ons terrein kon vaststellen, was hij helemaal overtuigd van de mogelijkheden van architectonisch beton.”
De witte kleur werd verkregen door het gebruik van wit cement en spierwit toeslagmateriaal. Maar omdat bij een wit materiaal met sterk reliëf bevuiling dreigt – onder meer door afdruip van stof gecombineerd met regen – is hier gekozen om het oppervlak te polijsten en na plaatsing extra te beschermen door hydrofobering.
Opdat het reliëf perfect zou doorlopen over de architectonische betonpanelen, moest de montage zeer nauwkeurig gebeuren.BudgetbeheersingGezien de specificiteit van de gevel, besliste de bouwheer (de gemeente Alkmaar) om voor dit onderdeel van het project een afzonderlijke aanbestedingsaanvraag uit te schrijven. Het aanbestedingsbedrag kwam hoger uit dan het budget dat de gemeente had vooropgesteld. In samenwerking met de architect werd gezocht naar besparingen. Decomo slaagde in de opdracht door de modulatie van de panelen aan te passen (grotere afmetingen, minder elementen en dus lagere productie- en montagekosten). Uiteindelijk heeft de gemeente de laatste stap gezet om het project haalbaar te maken.
Ook bij de productiefase zelf werd er op de centen gelet, iets wat in een geconditioneerde omgeving sowieso makkelijker kan dan wanneer de meeste werkzaamheden op de bouwplaats gebeuren. Zo werd er voor het gieten van de 180 elementen slechts gebruik gemaakt van 2 rubberen basismatten van 8 meter op 3,5 meter (iets groter dan het grootste paneel). “Het ontwerp ziet er puur organisch uit, maar er zit wel degelijk een bepaald patroon achter. Er zijn geen twee elementen hetzelfde, en toch werden ze gefabriceerd met identieke matten door ze op een verschillende plaats in de bekisting te positioneren,” zegt Bruno Louage.
Foto: Fotostudio Fdw
Uitdagend reliëfNiet enkel naar budgetbeheersing was het reliëf een uitdaging. Stefaan Vandeputte: “De architect had vooropgesteld dat het reliëf perfect moest doorlopen over de verschillende elementen, en dat de tekening niet mocht worden onderbroken waar een voeg was voorzien. Zowel de constructie van de bekisting als het bekisten zelf eiste een extreme nauwkeurigheid. Dat was trouwens ook het geval bij de montage, waar de tolerantie over het algemeen iets groter is dan bij de productie.”
“Wat de complexiteit van uitvoering nog vergrootte, was de diepte van het reliëf: het reliëf is maar liefst 4 cm diep”, aldus Bruno Louage. “In de matten hebben we daarom een lichte afschuining van een paar millimeter aangebracht. Anders kan je het element niet ontkisten zonder de randen te beschadigen.”
En dan hebben we het nog niet over de implicaties van het reliëf op de volgende productiefase: het polijsten van het beton. “Op bepaalde plaatsen in de tekening zijn er zeer brede uitsparingen. Indien we zonder voorzorgen zouden schuren, zou de polijstschijf op de hoeken kantelen, met onvermijdelijk schade als gevolg.” Na het ontkisten werden de holtes daarom opgevuld met een kalkachtig materiaal zodat vlakke oppervlakten werden verkregen die probleemloos konden worden gepolijst. “Via tests zijn we op zoek gegaan naar het ideale product hiervoor: het mocht niet volledig verharden en moest ook lichtjes krimpen, zodat het achteraf op een eenvoudige manier uit de sparingen kon verwijderd worden.”
Foto: Bernard Faber
SandwichpanelenGezien de moeilijkheidsgraad van het reliëf werd het voortraject en het maken van de bekisting bij dit project langer gepland dan gebruikelijk: ongeveer vier maanden werd vooropgesteld en gehaald. Tijdens deze periode werden de engineering en de bekistingstechniek op punt gesteld. De productie zelf nam een drietal maanden in beslag, maar de grote tijdswinst werd behaald tijdens de montage, die niet langer dan 2 maanden duurde. Als basis voor de gevel werd namelijk gekozen voor sandwichelementen, die garant staan voor een snelle bouwmethode.
Sandwichpanelen zijn gelaagde elementen, bestaande uit een kernmateriaal met goede warmte-isolerende eigenschappen met aan weerszijden een betonnen plaat. Het buitenspouwblad voor het gebouw in Alkmaar is 110 mm dik, het binnenspouwblad 140 mm. Tussen de elementen zit 70 mm hoogwaardige isolatie. Sandwichpanelen combineren een zeer goede isolatiewaarde met een hoge thermische capaciteit en zorgen zowel winter- als in zomerregime voor en verlaagde energiebehoefte.
De leerlingen krijgen geen les in een klaslokaal, maar in een heuse 'belevingsruimte'. Foto: Fotostudio FdwJust-in-timeBijkomend voordeel van het product, is dat het meestal ook een constructieve functie heeft, meestal vloerdragend. Voor het Van de Meij College werd echter geopteerd voor niet-dragende sandwichpanelen; draagnokken en sparingen in de vloerplaat vormen de bevestiging. Stefaan Vandeputte verklaart deze keuze als volgt: “Door de techniciteit van de gevel was de uitvoeringstermijn in het begin van het project moeilijk in te schatten. Door te kiezen voor niet-dragende elementen, konden we de gevel loskoppelen van de ruwbouw en hadden we de nodige tijd voor een optimale engineeringfase zonder de werfplanning in gevaar te brengen. Zodra de aannemer klaar was met de structuur van het gebouw, kwamen wij ‘just-in-time’ aanzetten met de panelen om het gebouw wind- en waterdicht te maken.”
De zorg voor kwaliteit die kenmerkend was voor het hele project, bleek ook nog eens na de montage van de panelen, bij de afwerking. Decomo zag er bij de uitvoering op toe dat alle voegen werden geïsoleerd, nl. ‘gepurd’. Bruno Louage: “Het isoleren van de voegen tussen sandwichpanelen is een praktijk die helaas nog niet standaard is bij de montage. Zo kunnen er echter koudebruggen ontstaan, waardoor de isolerende functie van de panelen niet optimaal kan worden benut. Immers: hoe groter de isolatiewaarde van het paneel, hoe belangrijker het effect van de koudebrug wordt bij de voegen.”
De gevelelementen met hun uitgesproken reliëf bepalen het karakter van dit gebouw, dat ondertussen door iedereen en ver buiten Alkmaar is gekend. Wat de voorbijganger niet kan inschatten, maar bij Decomo goed hebben ondervonden, is dat deze esthetische keuze dergelijke vergaande implicaties zou hebben doorheen het volledige traject: vanaf engineering over gieten, ontkisten en polijsten tot en met montage en afwerking. “Toen ik het ontwerp voor het eerst zag, twijfelde ik zelf eerlijk gezegd aan de financiële haalbaarheid van het project”, besluit Stefaan Vandeputte. “Nu het er staat, is het een schitterende illustratie van hoe je een project dankzij teamwerk kan optimaliseren en hoe je de grenzen van een materiaal kan aftasten en verleggen.”
Bron: Schoolvoorbeelden met betonproducten, FEBE