Het Vlaams Architectuurinstituut pakt uit met de nieuwste editie van het Architectuurboek Vlaanderen. Wanneer attitudes vorm krijgen focust op architectuur die actief inspeelt op maatschappelijke en ruimtelijke veranderingen, en tegelijk de eigen discipline bevraagt. De thema’s en projecten in het boek dagen architecten, het middenveld en het beleid uit om nog meer de handen in elkaar te slaan.
Appartementisering, bouwshift, Mobiscore, sloop, luchtkwaliteit, mobiliteit, het recht op wonen… Termen die de afgelopen maanden niet waren weg te slaan uit de media en nog steeds de publieke opinie beroeren. Reden genoeg om te kijken naar de wijze waarop architecten ‘vorm’ inzetten in de omgang met deze maatschappelijke uitdagingen. Alle geselecteerde projecten in het Architectuurboek Vlaanderen N°14 tonen dat er in Vlaanderen en Brussel architecten aan het werk zijn die actief inspelen op maatschappelijke veranderingen met een sterke ruimtelijke dimensie. Ontwerpers ondernemen een voortdurende zoektocht naar een ontwerphouding en vormtaal die hen toelaat om met de blik op de toekomst te antwoorden op de diepgaande ecologische, sociale, stedenbouwkundige en economische transities. Die kerngedachte resoneert in de titel van het huidige architectuurboek, Wanneer attitudes vorm krijgen.
De positie van de architect in een veranderende wereld
De auteurs van het boek stellen vast dat de architectuurpraktijk meer dan ooit in transitie is. Architecten van vandaag eisen verschillende posities op in onze maatschappij, die van ontwerper, maar ook die van onderzoeker of geëngageerde burger. Ze nemen een nieuwe houding aan tegenover materiële cultuur en participatie. Ook de jonge architect en zijn/haar zoektocht naar hoe architectuur ontstaat in een steeds complexere wereld krijgt een prominente plek.
"Architectuur krijgt een toegevoegde waarde wanneer ze niet de vorm aanneemt die de maatschappij van haar verwacht, maar het verwachtingspatroon net doorbreekt en overstijgt."
‐ Isabelle Blancke, architect Dierendonckblancke
De rol van het middenveld
Het boek bevraagt de architectuurdiscipline én vertelt tegelijkertijd een ruimer maatschappelijk verhaal over hoe steden omgaan met diversiteit, plekken voor verschillende generaties en het geheugen van de stad. Een tiental essays onderzoekt wat de koppeling tussen engagement en vorm betekent voor nieuwe stadsuitbreidingen, het recht op wonen, de inbreng van beeldende kunst bij architectuur en de actieve inbreng van gebruikers bij ontwerpprocessen. De rode draad is de cruciale rol die het middenveld speelt wanneer projecten tot goede architectuur leiden. De lockdown als gevolg van de Covid19-pandemie toont aan dat het recht op kwaliteitsvolle plekken niet gelijk is voor iedereen in de maatschappij en dat de wijze waarop we bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs organiseren aan een grondige evaluatie toe zijn, ook in architecturale zin. Een sterk middenveld, van zorgpersoneel tot journalisten, is hierbij van wezenlijk belang.
"De grondige omwenteling op het niveau van het architectuurbeleid in België is een van de belangrijkste verdiensten van de voorbije twintig jaar. De ecologie van dit netwerk blijkt echter uiterst precair."
‐ Maarten Van Den Driessche, professor Architectuur en Stedenbouw, UGent
Architectuurboek Vlaanderen
Om de twee jaar verschijnt er een nieuwe editie van het Architectuurboek Vlaanderen. De reeks startte in 1994 en vormt sindsdien een graadmeter van de architectuur in en uit Vlaanderen en Brussel. Voor de samenstelling van nummer 14 nam de redactie ongeveer 400 recente projecten onder de loep. Ze bezocht gebouwen, sprak met opdrachtgevers en gebruikers en bestudeerde tal van plannen. Dat intensieve proces leidde tot een selectie van ongeveer 50 projecten die in het boek met tekst en beeld worden geduid.