BIM is een hot topic in het Belgische architectuurwezen. Didier Hoffman, CAD-architect en BIM-manager bij ASSAR ARCHITECTS in Brussel en tevens auteur van een Elephorm-opleidingspakket voor het gedetailleerd gebruik van Autodesk Revit 2016, geeft ons inkijk in de manier waarop BIM gebruikt wordt binnen zijn bureau en in de Belgische context.
BIM bij ASSAR
ASSAR ARCHITECTS telt momenteel 124 medewerkers (waaronder zeventien partners/vennoten) en drie vestigingen (Brussel, Luik en Luxemburg). Het bureau werd in 1985 opgericht door Eric Ysebrant en is voornamelijk actief in eigen land. De projecten variëren van kantoor- en zorggebouwen tot woningen, laboratoria, retail en logistiek. ASSAR werkt vanaf het prille begin met 3D-technologie. In 1987 creëerde het met de STAR Architecture-software al modellen waaruit het plannen, snedes en gevelontwerpen deduceerde. In 2005, toen BIM nog een jonge technologie in volle ontwikkeling was, stapte het bureau over op Revit.
Didier Hoffman: "Hoewel BIM nog niet verplicht is in België, heeft ASSAR besloten om Revit en BIM in alle gelederen te implementeren. Op termijn zullen alle dossiers dus van begin tot eind opgemaakt worden in Revit. Tot op heden bedienden de ASSAR-medewerkers zich van de klassieke methode, zijnde Autocad en Sketchup in de ontwerpfase, Revit in de vergunnings- en aanbestedingsfase en Autocad 2D gedurende de realisatie. De interne teams van het bureau zijn zeer gespecialiseerd, dus het is geen sinecure om de vaste werkwijze van de medewerkers aan te passen. De ontwerpers zijn bijvoorbeeld erg gehecht aan Sketchup en moeten nu overtuigd worden van het feit dat het Formit-programma van Autodesk hen gelijk(w)aardige mogelijkheden biedt, temeer omdat het een tool is die perfect past in een BIM-proces. De puntenwolk (pointcloud) wordt momenteel uitgetest in een eerste dossier, en de procedure blijkt opvallend doeltreffend."
"Revit zelf wordt al ongeveer tien jaar gebruikt door bepaalde ASSAR-medewerkers. In die optiek zijn er binnen het bedrijf al goede tutorials en gedetailleerde draaiboeken ontwikkeld. Met het oog op de algemene implementatie van BIM heeft Johan Cantryn van het bedrijf Datech geholpen bij de ontwikkeling van een systematische opleidingsmethodiek."
BIM in België
D. H.: "De eerste echte Belgische BIM-ervaring deed ASSAR op in samenwerking met Ingenium. Het CHIREC-ziekenhuis in Oudergem is een project dat van a tot z werd uitgewerkt in 3D, zowel op het niveau van de HVAC als met betrekking tot clashdetectie in Navisworks. Aangezien beide bureaus in Revit werkten, verliep de onderlinge communicatie een stuk eenvoudiger. Elke vorm van samenwerking tussen bureaus die een verschillende software gebruiken, moet immers verlopen via een gegevensuitwisselingsformaat. IFC lijkt het formaat met het meeste potentieel, ook al is het nog niet helemaal uitgewerkt en laat het nog geen volledig transparante gegevensuitwisseling toe."
"Een realisatie van een heel andere orde is het NAVO-complex in Evere, een project dat ASSAR uitvoerde in samenwerking met SOM Architects. De stedenbouwkundige vergunning werd door ASSAR en SOM volledig uitgewerkt in Revit. In die tijd werkten de studiebureaus nog in 2D. Bij de opstart van de werf heeft de Nederlandse aannemer BAM beslist om het gebouw in zijn geheel opnieuw te modelleren, om zo nog voor de start van de werken tot een perfecte coördinatie te komen."
"Het W34-gebouw in Sint-Lambrechts-Woluwe, een kantoor dat is omgevormd tot een residentieel gebouw, is in zijn bestaande toestand gemodelleerd op basis van 2D-bestanden en opmetingen ter plaatse. In dat model is het beoogde ontwerp geïmplementeerd met behulp van de waardevolle Revit-faseringstool. Deze heeft gezorgd voor een perfecte afstemming tussen de afbraak- en de (re)constructiefase, wat uiteindelijk geleid heeft tot een significante toename van de efficiëntie."
"Nochtans blijkt uit de opgedane ervaring dat er nood is aan standaardisering, zeker omdat een betere samenwerking essentieel is met het oog op een efficiënter BIM-proces. Er zouden op nationale schaal werkgroepen moeten worden opgericht om zowel de grafische als de alfanumerieke bibliotheken te organiseren en ervoor te zorgen dat alle bureaus die met BIM werken vertrekken van dezelfde componenten en normen. Het wordt eveneens cruciaal dat alle fabrikanten BIM-modellen van hun producten ter beschikking stellen. Op dit moment bestaan er al heel wat bibliotheken, maar de variabiliteit van de producten maakt de situatie complex. De creativiteit van de architect blijft (bijvoorbeeld bij de vormgeving van een gordijngevel) op ontwerpniveau moeilijk te automatiseren in de software van een fabrikant."
Algemene beschouwingen over het gebruik van BIM
D. H.: "De implementatie van de BIM-methode heeft geleid tot het ontstaan van de functie van BIM-manager. Een efficiënt BIM-management vereist dat deze van bij het begin kan ingrijpen en garant kan staan voor de coördinatie tussen de verschillende actoren, vanaf de programmatie tot en met de oplevering van het gebouw. Het is vooral belangrijk om na te gaan hoe de methodologie kan beantwoorden aan de vraag van de klant. Het zijn overigens de klanten die BIM beginnen op te leggen omdat ze zich steeds meer bewust zijn van de mogelijke winsten die eruit voortvloeien. Ook de aannemers weten maar al te goed welk profijt ermee te behalen is. Wat de ingenieurs betreft, zijn het vooral de HVAC-specialisten die gebruikmaken van de BIM-technologie omdat er over het algemeen al 3D-modelleringstools gebruikt zijn voor de ruimtelijke coördinatie. De stabiliteitsingenieurs, die het sinds jaar en dag gewend zijn om in twee dimensies te werken, zullen het dan weer moeilijker hebben om te wennen aan BIM omdat het voor hen een veel grotere ommekeer betekent."
"Het numerieke model moet vooral streven naar een getrouwe weergave van het gebouw zoals het zal worden gerealiseerd. De elementen zijn nog al te vaak gemodelleerd op basis van ‘computer-3D’, terwijl je eerst en vooral moet denken aan de eigenlijke bouw van de constructie. In een BIM-traject dat afgestemd wordt op de input van de ingenieurs zal de architect niet langer de elementen moeten modelleren waarvoor hij geen contractuele verantwoordelijkheid draagt. De verschillende betrokkenen leggen zich elk toe op hun eigen discipline, delen hun modellen nadien met de andere actoren en bouwen vervolgens voort op de modellen van de rest."
"Wat de ontwikkeling van samenwerkingsprotocollen betreft, lijkt het dat iedereen nog wat zoekende is, ook al beseft men zeer goed in welke richting de zaken moeten evolueren. Voorts is het algemeen geweten dat er een volledig BIM-procedure bestaat (of BIM Level 3, waarbij alle betrokkenen van programmatie tot en met exploitatie dezelfde gegevensdatabase gebruiken), maar voorlopig past nog niemand ze toe. In de constructiefase begint dit nochtans stilaan ingang te vinden. Het merendeel van de actoren die betrokken zijn bij de studie- en bouwfase overweegt om over te schakelen op BIM en denkt na over een progressieve implementatie van de methodiek."