Atech en Gijbels bouwen nieuw administratief gebouw voor EFC in Lummen

Het industrieterrein van Zolder en Lummen heeft een nieuwe blikvanger. Op een terrein aan de oprit naar de E313 ontwierp Atech architecten een markant nieuw kantoorgebouw voor EFC. Mathieu Gijbels nv bracht de constructie tot een goed einde. Het magazine Infosteel wijdde onlangs een artikel aan dit dynamische gebouw.
Het industrieterrein van Zolder en Lummen heeft een nieuwe blikvanger. EFC, een bedrijf met twintig jaar ervaring en talrijke Europese referenties in lucht- en vloeistoffiltratie, investeert voortdurend in innovatie en het opleiden van een vakkundig team. Het afgeleefde, onopvallende bedrijfsgebouw stond dus in schril contrast met de bedrijfsgeest.  Op een terrein aan de oprit naar de E313 ontwierp Atech architecten een markant nieuw kantoorgebouw dat hun dynamiek zou visualiseren. Mathieu Gijbels bracht de constructie tot een goed einde.



Het bestaande L-vormige gebouw, dat zowel kantoren als magazijn huisvestte, was na twintig jaar intensief gebruik aan een grondig onderhoud en uitbreiding toe. De L-vorm werd vervolledigd tot een vierkant en dient nu enkel als magazijn. Aan de straatzijde werd een nieuw administratief gebouw ingeplant, dat met zijn drie verdiepingen boven de omgeving uit rijst. Het was dan ook de bedoeling een 'baken' te bouwen, dat vanop de aanpalende wegen goed zichtbaar zou zijn.

Dynamiek en kleurenspel

Het basisvolume is een kubus, waarvan verschillende delen vervolgens in- en uitgeschoven zijn. Deze verschuiving suggereert beweging en refereert naar de voorbijzoevende auto's op de snelweg. Het is echter niet enkel een esthetische beslissing: op deze manier worden de binnenruimtes gemoduleerd om grotere vergaderruimtes en kleinere kantoren te bekomen. Bovendien worden oversteken gecreëerd die dienen als balkons voor de bovenliggende en zonwering voor de onderliggende ruimtes. De gevelbrede raampartijen geven het geheel een luchtige look en zorgen voor overvloedig natuurlijk daglicht in de kantoren.



Binnenin zijn de kantoren geschikt rond een centrale trap- en liftkoker, zodat het plaatsverlies voor circulatie minimaal is. Ook hier is openheid troef: de verschillende ruimtes zijn hoogstens van elkaar gescheiden door een plafondhoge glazen deur. Zowel in het interieur als in de gevel is gespeeld met wit, zwart en rood, de drie kleuren uit het logo van EFC. Zo is de trap- en liftkoker bv. rood geschilderd. De gevel is een mix van wit pleisterwerk en zwarte gevelpanelen, met rode accenten. Zwarte gevelpanelen vergen wel extra aandacht naar afwerking toe, aangezien ze thermisch zwaar belast zijn. Om de lijnen strak en recht te houden, werden de hoeken verstevigd met galva plaatjes.

Staal voor flexibiliteit

Voor een dergelijk gebouw met een vrij grote hoogte en diverse overkragingen was staal als constructiemateriaal een logische keuze. Eender welk ander materiaal zou tot een zware en logge vormgeving hebben geleid, wat nu precies niet de bedoeling was. De draagstructuur bestaat uit balken en kolommen in standaard secties en is achteruit geplaatst ten opzichte van de gevel, zodat de glaspartijen over de volledige breedte kunnen doorlopen. Ook de buitenwanden zijn opgebouwd rond een staalstructuur, aan de buitenzijde bekleed met sandwichpanelen van 8 cm dikte en de respectievelijke afwerkingslagen, en aan de binnenzijde met 5 cm rotswol en gipskartonplaten. Het dak is eveneens een staalstructuur met steeldeck.



De stabiliteit wordt verzekerd door de structuur van stalen balken en kolommen, ingeklemd in de fundering, in combinatie met de vaste kern van de betonnen trap- en liftkoker en de betonnen vloerplaten, die dienst doen als stijve schijven. Doordat de gevels sterk beglaasd zijn, kunnen slechts weinig krachten rechtstreeks verticaal afgeleid worden - enkel in de voorgevel is op één plaats een verband geplaatst. Via de vloeren worden de krachten van de gevels naar de verticale constructie-elementen geleid. De vloeren zijn niet bovenop, maar tussen de profielen geplaatst. Dit levert niet alleen plaatswinst op, maar heeft als bijkomend voordeel dat minder brandwerende behandeling nodig is, aangezien een kleiner deel van de profielen zichtbaar is. Voor de brandveiligheid zijn verder alle zichtbare kolommen uitgevoerd als holle ronde kokers, die volgestort zijn met beton. De niet-zichtbare profielen zijn brandwerend afgekast. Het gebouw is verdeeld in twee compartimenten: de onderste drie verdiepingen vormen één compartiment, de bovenste verdieping het tweede.

Duurzame technieken

Fotovoltaïsche panelen op het dak van het magazijn leveren voldoende stroom voor de ventilatie en de verlichting, die volledig gebeurt met energiezuinige TL-buizen en LEDs. Het gebouw is mechanisch geventileerd met warmteterugwinning en mogelijkheid tot nachtkoeling. Een gasgestookte warmtepomp produceert de warmte of koelte. Buitenzonwering is enkel voorzien in de twee zuid-zuidwest georiënteerde ruimtes. In de andere kantoren is dit onnodig, aangezien ze eerder noordgericht zijn of een grote oversteek boven de ramen hebben. Het beton van de vloeren en trapkoker zorgt bovendien voor een grotere thermische inertie van het gebouw dan bij een zuivere staalbouw het geval is. Dit alles zorgt ervoor dat er geen airconditioning nodig was – behalve voor het serverlokaal. Na twee maanden gebruik, waaronder een aantal zeer warme dagen, is gebleken dat het gebouw ook in de zomer aangenaam fris blijft.





Bron: Infosteel

Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners