Van 26 juli tot 11 augustus vinden in Parijs de Olympische Spelen plaats. Een aanzienlijk deel van de ruim 10.000 atleten neemt zijn intrek in het Atletendorp, dat zich uitstrekt over de Parijse deelwijken Saint-Denis, L’Île Saint-Denis en Saint-Ouen. Voor zes van de gebouwen in Sector E in Saint-Ouen – een deelproject geleid door het consortium Nexity sa en Eiffage Immobilier sa, samen met CDC Habitat sa, EDF sa en Groupama sa – leverde DECOMO nv enkele honderden architectonische balken en kolommen voor de onderste plint. Een bijzonder prestigieus project voor de fabrikant uit Moeskroen.
Sector E is een van de vier sectoren die samen het Atletendorp vormen. In totaal betreft het een gigantische site met een oppervlakte van 58.000 m², waarvan 40.000 m² bestemd voor woningen, 13.000 m² voor kantoren en ongeveer 5.000 m² voor winkels en activiteiten op het gelijkvloers. Tijdens de Spelen zal het gebied onderdak bieden aan bijna 2.500 atleten en paralympische atleten.
Sector E in Saint-Ouen betreft in totaal 6 gebouwen aan de oevers van de Seine, ontworpen door de architectenbureaus SOA Architects srl en Lambert Lénack srl. Het prestigieuze project moest voldoen aan veeleisende specificaties op het gebied van energiezuinigheid van de gebouwen en het comfort van de toekomstige gebruikers. Heel sector E werd dan ook gebouwd met als doel de CO2-uitstoot te beperken tot 700 kg per m² vloeroppervlakte. Er werden talrijke maatregelen genomen om al in de ontwerpfase aan die verwachtingen te voldoen door te kiezen voor zo milieuvriendelijk mogelijke bouwmethodes. De keuze viel dan ook hoofdzakelijk op prefab beton en hout als primaire bouwmaterialen.
Voor dit project produceerde en leverde DECOMO 270 m³ gezuurd beton in de vorm van 267 dragende kolommen en balken. Samen vormen zij de stevige, robuuste en esthetische bekleding van de plint van de zes gebouwen. “Goed voor een bedrag van 600.000 euro”, vertelt Patrick Smessaert, projectmanager bij DECOMO. “De gebouwen zijn ontworpen door twee verschillende architecten, met als gevolg dat er twee gelijkaardige gebouwen op de kopse kant aan de Seine staan en vier identieke gebouwen vlak daarachter. De plint die wij creëerden, verbindt eigenlijk het geheel. Dat hier van in de ontwerpfase al volop in prefab gedacht werd, is best opmerkzaam. In België en Nederland is het stilaan ingeburgerd, maar in Frankrijk zeker niet. Dat maakt dit project extra bijzonder.”
Dat DECOMO enkel de onderste elementen moest leveren, was een uitdaging. Patrick Smessaert: “Dragende, structurele elementen voor het gelijkvloers zijn doorgaans niet de meest evidente. Ze moeten aansluiten op de funderingen en naar boven toe weer verbonden worden met een ander materiaal, hout in dit geval. Voor ons is het dus cruciaal om vooraf een heel duidelijk beeld te hebben van de volledige bouwmethode, zodat we zeker zijn dat we voor de verbindingen vanonder en vanboven de juiste keuzes maken. We moeten dus een gedetailleerd zicht hebben op de complexiteit van het gebouw. Het wordt nog moeilijker wanneer je hogerop betonnen elementen weer moet koppelen aan hout, maar dat was hier niet het geval. Een andere uitdaging was de deadline. Aangezien de start van de Olympische Spelen niet uitgesteld kan worden, was een verschuiving van de deadline onbespreekbaar. In het begin liepen we nog wat vertraging op, maar die hebben we nog netjes kunnen inhalen zodra alles op volle toeren draaide.”
Opvallend in het geheel is ongetwijfeld de bruine kleur van zowel de prefab betonelementen als van het gebruikte hout en de crepi. Op het eerste zicht een mooi, eenzijdig strak geheel, maar dat blijkt toch niet helemaal waar te zijn. Patrick Smessaert: “Uiteindelijk werden drie verschillende stalen gekozen, maar het verschil is zo miniem dat het voor ons eigenlijk allemaal binnen dezelfde kleurtolerantie valt. Daar hangt zelfs een kleine anekdote aan vast. Op een bepaald moment kreeg ik telefoon van de werfleider dat er een paneel met de verkeerde kleur geleverd was. Tijd om te wisselen was er niet dus ze hebben het element gewoon geplaatst. Als je er vlak naast staat, dan kan een opmerkzaam oog het verschil zien, maar in de massa valt het niet op. Het kleurverschil is dus bijzonder klein, maar DECOMO gaat heel graag en ook ver mee in de beleving van de architecten. Wij maken architectonisch beton, dus het esthetische is vaak prioritair. Die subtiele verschillen maken het productieproces wat complexer, maar daarvoor is onze productiehal gewapend.”
Met meer aandacht dan ooit voor CO2-uitstoot in de bouwsector, neemt de vraag naar koolstofarme bouwmaterialen toe. En die vraag bereikte ook DECOMO in dit project. De keuze voor low carbon cement was een bepalende factor in de aanbesteding. “We hebben alle elementen met low carbon beton gemaakt, een primeur voor DECOMO”, aldus Patrick Smessaert. “We verwachten dat dit in de toekomst alleen maar zal toenemen. Voorlopig is dit enkel nog maar mogelijk met grijs cement, dat een tragere hardingstijd heeft. Een element wordt traditioneel vroeg in de ochtend voorbereid, gewapend en vervolgens gegoten. De dag nadien wordt het element ’s morgensvroeg ontkist en dat proces wordt dagelijks herhaald. Low carbon beton op basis van grijze cement heeft het nadeel dat het de ochtend nadien minder weerstand heeft en dus meer tijd vraagt om uit te harden. Planmatig is dat dus een groot aandachtspunt.”
Het labo van DECOMO ging aan de slag met de samenstelling van het beton. Patrick Smessaert: “In dit geval waren het bruine tinten, maar de mogelijkheden zijn eindeloos: talloze kleurstoffen, granulaten, zandsoorten … Maar we verliezen uiteraard nooit de basis uit het oog. Namelijk dat we een duurzaam en kwaliteitsvol prefab betonelement maken. De zeefkromme – de verhouding tussen fijn en grof materiaal – moet altijd on point zijn. Naar betonsterkte toe is C35/45 voor ons de ondergrens.”
DECOMO is al meer dan 50 jaar een vooraanstaande specialist in architectonisch beton. In Moeskroen worden door meer dan 150 medewerkers prefab betonelementen op maat ontworpen en geproduceerd. Patrick Smessaert: “Onze ruime ervaring heeft ons in dit prestigieuze project zeker geen windeieren gelegd. Kwaliteit speelt uiteraard ook een rol. DECOMO is op dat vlak toonaangevend en, ook niet onbelangrijk, kan de capaciteit aan. We kunnen teren op heel ervaren productiemedewerkers die er steeds in slagen het productieproces te optimaliseren. Zij kunnen zich bovendien heel goed inleven in de wereld van de architecten.”
Zodra de Spelen zijn afgelopen, zullen de gebouwen worden omgebouwd tot permanente woongebouwen. Constructie én gevelafwerking blijven dus duurzaam behouden. Zo wordt het project niet alleen gekenmerkt door een sterke milieu-insteek, maar wordt ook de maatschappelijke betrokkenheid benadrukt. Na de Spelen wordt de site aangepast tot een dynamische woon- en belevingswijk die toegankelijk is voor iedereen, in overeenstemming met de universele waarden van de Olympische en Paralympische Spelen. “Zelfs voor de Spelen werden de gebouwen na oplevering reeds beschikbaar gesteld voor hoofdzakelijk studenten. Dit deelproject is slechts onderdeel van een groter, zeg maar gigantisch, geheel. Tijdens de werken was het zelfs de grootste werf in Europa. Maar het hele dorp is niet louter als prestigeproject voor de Olympische Spelen gebouwd, ook daarna krijgt de hele site een nuttige invulling. Dat maakt het project ook voor DECOMO nog waardevoller”, besluit Patrick Smessaert.
Lees hier het volledige BETON Magazine.