Weinig bouwprojecten die de voorbije jaren meer stof deden opwaaien dan het nieuwe AZ Sint-Maarten in Mechelen. In goede zin welteverstaan, want het omvangrijke ziekenhuis is in verschillende opzichten een absolute ‘voorbeeldrealisatie’. Wij brachten de voornaamste betrokkenen nog één keer rond de tafel voor een finale terugblik: “In sommige opzichten was het echt pionierswerk, maar dankzij onze uitzonderlijke teamspirit zijn we er toch in geslaagd om een vooruitstrevende, toekomstgerichte zorgomgeving te creëren. En dat perfect binnen de vooropgestelde termijn!”
Het eerste ontwerp van AZ Sint-Maarten dateert van tien jaar geleden. Hoe zorg je ervoor dat een ziekenhuis dat pas een decennium later gebouwd wordt toch voldoende vernieuwend is?
Erik Vereecken (VK Architects & Engineers): "Het kwam erop aan om vanaf het prille begin een zeer sterk concept uit te werken, met grote lijnen die gedurende het volledige project overeind bleven. De term ‘healing environment’ is intussen mainstream, maar tien jaar geleden was men dat idee nog volop aan het invullen. We hebben toen – los van de hype – via de nodige research bekeken hoe we de achterliggende basisprincipes konden toepassen, als kapstok voor de creatie van een future-proof geheel. Ik denk dat we daar uitstekend in geslaagd zijn. De inrichting van het ziekenhuis had een ‘evolutief’ karakter tijdens de uitvoering – er zijn tijdens de realisatie van de nieuwbouw immers nog heel wat planwijzigingen doorgevoerd – maar het basisontwerp was daar uitstekend tegen bestand. Het uiteindelijke resultaat is ons inziens kwalitatieve architectuur met een sterke identiteit, gekoppeld aan een goed functioneel raamwerk. Dit alles volgens de principes van research based design."
Heidi Denoulet (VK Architects & Engineers): "Een andere belangrijke factor was de toepassing van een groter grid (1,40 meter) dan in andere ziekenhuizen – destijds een unicum. Voorts hebben we op basis van een Nederlandse studie omtrent healing environment en met het oog op stressreductie voor iedere gebruiker sterk gefocust op het scheiden van verschillende circulatiestromen (ambulante versus gehospitaliseerde mensen), een rijkelijke natuurlijke lichtinval (veel beglazing, open ruimtes en patio’s in plaats van klassieke gangenstructuur), een huiselijke beleving in de patiëntenkamers, akoestiek, zicht op groen, oriëntatie (minder stress omdat je intuïtief je weg vindt), binnencomfort annex luchtkwaliteit (zonwerende lamellen die lichtinval optimaliseren), enzovoort. User centered en research based design waren het devies. Ook het kleurrijke kunstwerk op de centrale as van het complex – de zogeheten ‘ruggengraat’ – draagt zeker bij tot het unieke karakter van het nieuwe ziekenhuis."
Hoe is dat imposante kunstwerk precies tot stand gekomen?
Erik Vereecken (VK Architects & Engineers): "In Vlaanderen ben je verplicht om een bepaalde hoeveelheid kunst te voorzien in een nieuw publiek gebouw. We wilden iets dat echt ‘geïntegreerd’ was, terwijl het concept van de ruggengraat toch intact bleef. Zo kwamen we uit bij het idee van een beeld dat in de gordijngevels verwerkt is. Via een beperkte wedstrijd op basis van een preselectie door de Kunstcel van de Vlaams Bouwmeester opteerde AZ Sint-Maarten voor het kunstwerk van Koen van den Broek, net omdat het onlosmakelijk verbonden is met het gebouw. Die prominente kunstintegratie geeft het ziekenhuis een uniek karakter, waardoor er een waardevolle interactie ontstaat die aansluit bij het healing environment-concept."
Marc De Decker (MBG): "Als je het kunstwerk zou weglaten, zou het gebouw een groot deel van zijn bijzonder cachet verliezen. De realisatie ervan was overigens een technisch huzarenstukje. Via gedetailleerde computersimulaties hebben we het artistieke ontwerp minutieus op de glasplaten laten printen in een gespecialiseerde drukkerij in Duitsland. Daar is heel wat studiewerk van de architect aan voorafgegaan, temeer omdat het kunstwerk eveneens voldoende lichtdoorlatend én zonwerend moest zijn. De lijnen van de prints moesten tot op de millimeter exact doorlopen van de ene glasplaat naar de andere, zodat het plaatje na de montage van de gordijngevels volledig klopte. Al bij al heeft het toch een jaar geduurd vooraleer dat helemaal op punt stond."
Ondanks de omvang en de complexiteit van het project, hebben jullie de vooropgestelde timing probleemloos gehaald. Wat zijn daarbij de succesfactoren geweest?
Tom Mertens (BOTEC): "Een cruciaal aspect was de nauwe betrokkenheid van de bouwheer, die beslissingen niet voor zich uitschoof, maar problemen meteen en zonder het inschakelen van tussenpartijen probeerde op te lossen."
Nikolaas Boucquey (Ingenium): "Wat eveneens belangrijk was, is dat die betrokkenheid onze efficiënte werking niet in de weg stond. Wat de technieken betreft, was het soms zelfs een beetje ‘cocreatie’, want we hadden wekelijks overleg met de bouwheer, zij het op een zeer doeltreffende manier. Dat we kernachtig konden overleggen onder specialisten, heeft er zeker mee voor gezorgd dat het project zo vlot verlopen is."
Erik Vereecken (VK Architects & Engineers): "AZ Sint-Maarten had een uitstekende visie en droeg die ook uit via een deskundig, gemandateerd team. Voorts heeft het ons enorm geholpen dat ze intern al heel wat inhoudelijke keuzes hadden gemaakt via hun vele werkgroepen, zodat wij ons op onze corebusiness konden concentreren. Het klikte ook zeer goed tussen alle verschillende bouwpartners. In theorie waren we geen bouwteam, maar in de praktijk eigenlijk wel."
"User centered en research based design waren het devies. Ook het kleurrijke kunstwerk op de centrale as van het complex – de zogeheten ‘ruggengraat’ – draagt zeker bij tot het unieke karakter van het nieuwe ziekenhuis"
Dat ‘bouwteamgevoel’ had allicht ook te maken met het gebruik van BIM …
Erik Vereecken (VK Architects & Engineers): "Inderdaad, al was dat zeker geen kinderspel. Nadat we ons in 2008 hadden geëngageerd om met BIM te werken, zijn we samen met AZ Sint-Maarten beginnen speuren naar precedenten. Helaas was daar toen in ons land nog geen sprake van – zeker niet op de schaal van AZ Sint-Maarten. We moesten dus alles volledig zelf uitzoeken, maar hebben er toch voor gekozen om er vol voor te gaan en het BIM-verhaal ook door te trekken naar de uitvoering."
Nikolaas Boucquey (Ingenium): "Het was echt pionierswerk. Nu is BIM al enorm geëvolueerd en geoptimaliseerd, maar toen was er nauwelijks kwalitatieve software voorhanden. Toen we onze programma’s de eerste keer inlaadden, kwam er bij wijze van spreken rook uit de computer. Zelfs de hardware was er niet klaar voor."
Marc De Decker (MBG): "De eerste maanden was het echt zoeken, want we waren er absoluut niet mee vertrouwd. We hebben eerst al onze mensen de nodige opleidingen moeten laten volgen en aangepaste soft- en hardware moeten aankopen vooraleer de bal enigszins aan het rollen ging. Maar zodra dat het geval was, liep het in feite als een trein."
Is BIM aan het eind van de rit een meerwaarde gebleken? Of toch vooral een interessante leerschool?
Danny Jacobs (Group Jansen): "Beide, al kunnen we het gebruik van BIM in dit project zeker een succes noemen. Er waren logischerwijs nog heel wat wijzigingen nodig om de plannen te optimaliseren – kwestie van ze uitvoerbaar te maken voor de aannemers – maar de verwerking daarvan verliep zeer vlot. Enkel voor ons lot liep het aantal aanpassingen al op tot meer dan 1.500. Dankzij het gezamenlijke 3D-model konden we die echter zeer snel en efficiënt signaleren aan de mensen op de werf. Voor zulke grootschalige projecten is het gebruik van BIM dus zeker aan te raden."
Nikolaas Boucquey (Ingenium): "BIM kwam niet alleen de verwerking van die vele wijzigingen, maar ook de algemene conceptuele duidelijkheid ten goede. Zeker voor een omvangrijk, complex gebouw als AZ Sint-Maarten is het belang van het visuele aspect niet te onderschatten. Alles was veel overzichtelijker toen we in het kader van de clashcontroles tot oplossingen moesten komen. Als de bouwheer vanaf het prille begin goed definieert wat hij met BIM wil bereiken en als de methodiek doorheen de verschillende fases van het project complementair wordt toegepast, is het een zeer nuttige tool."
Tom Mertens (BOTEC): "Klopt, en dat komt zeker ook tot uiting tijdens de uitvoering. Zo moesten we ons bijvoorbeeld niet meer bezighouden met het oplossen van conflicten, terwijl dat in ‘klassieke’ projecten vaak wél nog het geval is. We volgden de installatie van de technieken digitaal op via iPads, waarmee we in situ opmerkingen konden aanbrengen op de gezamenlijke 3D-plannen: een efficiënte manier van communiceren die onmisbaar is op een omvangrijke werf als die van AZ Sint-Maarten. Dat de eindplanning nooit in vraag is gesteld, bewijst dat die interactieve projectbenadering zeker haar vruchten heeft afgeworpen. Gezien de complexiteit van het project is dat een ongelooflijke prestatie."
Erik Vereecken (VK Architects & Engineers): "Bovendien zal de bouwheer het 3D-model in de toekomst nog zeer goed kunnen gebruiken bij de exploitatie van het ziekenhuis, en ook qua budgetbeheer is BIM een zegen gebleken – al was dat laatste niet zozeer aan BIM an sich te danken. In opdracht van AZ Sint-Maarten heeft Peggy Bovens (PB calc & consult) BIM gebruikt om de financiële planning tijdens de uitvoeringsfase zeer doorgedreven op punt te stellen. Zo werd er geen tijd meer verloren met het klassieke proces van maandelijkse vorderingsstaten en de bijhorende discussies over hoeveelheden."
"Ontwerpers, aannemers, techniekers, planningscoördinators: iedereen zat op één lijn. Dat maakt dat het plaatje perfect klopt, zowel kwalitatief en budgettair als op het vlak van timing"
De realisatie van AZ Sint-Maarten is een leerschool geweest, en eigen aan een leerschool is dat er fouten gemaakt worden. Welke lessen hebben jullie getrokken uit dit project?
Nikolaas Boucquey (Ingenium): "We hadden de neiging om alle technieken meteen gedetailleerd uit te tekenen in BIM, terwijl we eerst even hadden moeten uitzoomen om strategisch na te denken over onze aanpak vooraleer we overgingen tot concrete handelingen. Voorts lijkt het ons aangewezen om in de toekomst nog betere afspraken te maken met de andere partijen, zodat de aannemer perfect weet wat hij van ons kan verwachten."
Danny Jacobs (Group Jansen): "We zouden eigenlijk nog makkelijker data en gegevens uit het BIM-model moeten kunnen distilleren. Denk bijvoorbeeld aan hoeveelheden en de plaats waar bepaalde zaken zich bevinden. Voor ons aannemers is dat enorm belangrijk, dus misschien kan daar in de ontwerpfase nog meer rekening mee gehouden worden."
Marc De Decker (MBG): "In een ideale wereld wordt de aannemer vanaf het prille begin betrokken, zodat je er meteen ook zeker van bent dat het ontwerp optimaal uitvoerbaar is. Dat zou de kwaliteit en de efficiëntie van het uitvoeringsproces zeker ten goede komen. Hoewel het oorspronkelijk anders ontworpen was, hebben we er bijvoorbeeld toch voor geopteerd om de witte architectonische buitengevels te laten prefabriceren – ook al ging het om een complexe puzzel van 3.500 sandwichelementen van 54 cm dik."
Erik Vereecken (VK Architects & Engineers): "In dit geval vind ik de notie ‘lessen trekken’ een beetje dubbel omdat we nu eenmaal met een tool moesten werken die nog volop in ontwikkeling was. Als je bekijkt welke mogelijkheden BIM nu biedt, dan is dat hemel en aarde verschil. De belangrijkste ervaring die we in dit project hebben opgedaan, is dan ook eerder gelinkt aan de schaal. Ook al maak je vooraf allerhande gedetailleerde planningen: je moet bij wijze van spreken even tegen een muur aanbotsen om daar voeling mee te krijgen."
Danny Jacobs (Group Jansen): "Dat hebben we ook gemerkt bij onze onderaannemers. Iedereen wist vooraf dat het om ‘grote hoeveelheden’ ging, maar in de praktijk duurde het dikwijls toch twee à drie weken vooraleer ze grip kregen op de vooropgestelde planning."
Een slotvraagje: wat is voor jullie achteraf bekeken de grootste troef van het project?
Heidi Denoulet (VK Architects & Engineers): "Het ruimtegevoel dat we zowel fysisch als mentaal hebben kunnen creëren."
Erik Vereecken (VK Architects & Engineers): "Dat het technisch-functionele kader niet overheerst. Sterker nog: het is zelfs ondergeschikt aan het no-stressgegeven van de healing environment, wat je bovendien echt aan den lijve ervaart wanneer je er rondloopt."
Marc De Decker (MBG): "Wat mij vooral bijblijft, is de teamgeest die we aan de dag hebben gelegd. Onze uitstekende samenwerking heeft op korte termijn geresulteerd in performante oplossingen."
Danny Jacobs (Group Jansen): "Ontwerpers, aannemers, techniekers, planningscoördinators: iedereen zat op één lijn. Dat maakt dat het plaatje perfect klopt, zowel kwalitatief en budgettair als op het vlak van timing."
Tom Mertens (BOTEC): "Wat ik toch ook nog even wil belichten, is dat het gebouw volledig klaar is voor de toekomst. Het laat eventuele uit- en inbreidingen of herbestemmingen toe zonder dat er een man overboord is, vermits er in het ontwerp al maximaal rekening mee is gehouden. De bouwheer hechtte terecht heel veel belang aan dat modulaire, flexibele karakter."
Nikolaas Boucquey (Ingenium): "Behalve zonne-energie komt het volledige spectrum energiezuinige technieken aan bod: geothermie door middel van een BEO-veld dat aan een warmtepomp gekoppeld is, WKK-installaties, warmtewielen in de luchtgroepen … Dat is toch echt wel bijzonder, temeer omdat de bouwheer er alles aan doet om dat intrinsieke potentieel volledig te benutten. Desondanks is AZ Sint-Maarten in technisch opzicht een zeer helder gebouw. De essentie van ons succesverhaal schuilt in de conceptuele duidelijkheid en flexibiliteit."