Het MAS maakt niet enkel indruk door z’n speciale gevel en z’n monumentale uiterlijke aanblik. Ook het interieur en z’n kunstzinnige inrichting, verzorgd door het Antwerpse B-Architecten, is meer dan het bekijken waard. Zij trachten de bezoekers van de vele tentoonstellingen op allerlei mogelijke manieren te prikkelen.
Het is lang niet de eerste keer dat B-architecten uitpakt op het vlak van interieurvormgeving. Dankzij hun goede contacten met allerlei prominenten uit de culturele wereld (Walter Van Beirendonck om er maar één te noemen) hebben ze de voorbije jaren heel wat mooie referenties bijeengesprokkeld. De herinrichting van de Brusselse Beursschouwburg, de tentoonstelling ROSAS in het Paleis voor Schone Kunsten en een theaterscenografie voor toneelgroep STAN zijn maar enkele van de vele voorbeelden. Het MAS mag evenwel beschouwd worden als hun meest prestigieuze realisatie.
B-Architecten wil de bezoekers van het nieuwe museum op allerlei mogelijke manieren prikkelen. Hun ervaring met theaterscenografieën kwam in die zin zeker van pas: de tentoonstellingen moeten volgens hen eerder een echte belevenis dan een eenzijdig verkrijgen van indrukken zijn. Het verhaal dat het gebouw vertelt intrigeerde hen: hoewel er een erg grote variatie aan collecties aanwezig is, moet het diverse doelgroepen aantrekken door middel van een sterke inhoudelijke achtergrond. Naast een museum is het MAS immers ook een ontmoetingsplek voor jong en oud.
Er lopen tentoonstellingen op vijf verdiepingen. Elk van deze niveaus wordt opgedeeld in zeven museumzalen met eigen lichtintensiteit en kleurschakering. Allereerst is er de ‘WAKE-Upruimte’, die de bezoekers volledig desoriënteren om ze mee te sleuren in de ‘flow’ van wat er getoond wordt. Vervolgens wordt het thema op een erg directe en toegankelijke manier voorgesteld in de ‘Introruimte’. Voorts zijn er de ‘Focusruimte’ (een lange, smalle doodlopende kamer), de ‘Waauw-ruimte (die de toeschouwers wil overdonderen en opgedeeld is in een aantal cluster), de ‘Concentratieruimte’ (met gedetailleerde informatie over het thema), het ‘Kenniscentrum’ (waar men zich aan de hand van boeken en computers kan verdiepen in het thema) en de ‘Kennishoek’ (met mogelijkheid om enkele woorden of indrukken uit te wisselen met de andere bezoekers). Tot slot komt men aan de ‘Sporenruimte’, waar men zijn mening over de tentoonstelling kan vereeuwigen. Het betreft steeds een U-vormig parcours dat zich richt op het denkproces van de bezoekers.