Het tijdelijke maatschap B-architecten en JUXTA Architectuur is aangesteld voor de opmaak van een masterplan voor de globale restauratie en herbestemming van het Sint-Godelieveklooster in Brugge. Samen met de onderaannemers Daidalos Peutz, Erfgoedstudio, Mar Jaen, Mouton, Omgeving Landscape.Urbanism, Studio Tuin en Wereld - a&t architecten, Sweco en TC Plus staan ze in voor de uitvoering van een eerste fase. De uitvoering van de volgende fasen maakt een belangrijk deel uit van de opdracht die uitgeschreven werd door Toerisme Vlaanderen in samenwerking met de Vlaamse Bouwmeester.
Ora et labora. Een oude spreuk die zich nog steeds afspeelt binnen de beschermde muren van de Sint-Godelieveabdij aan de Boeveriestraat in Brugge. Zowel gebed als arbeid zijn een wezenlijk onderdeel van het kloosterleven in Brugge. Daarom vertrok het architectenbureau vanuit de ambitie om de principes van ora et labora te respecteren en te herinterpreteren. Hierdoor geniet de abdij niet enkel van stilte, rust en geborgenheid, maar wordt het ook een plek waar verschillende activiteiten en ontmoetingen kunnen plaatsvinden.
Twee trajecten
Het ontwerp van B-architecten en JUXTA definieert twee trajecten namelijk abdij en slot, die de bezoekersstromen zullen organiseren. Het abdijlogies, de werkplekken, de moestuin en andere ruimtes zullen het verhaal vertellen van het stille en besloten kloosterleven. De ambachten, waaronder de bakkerij en brouwerij, zijn een onderdeel van het abdijtraject. Dit traject vertelt het verhaal van de werkende gemeenschap. Centraal in het concept staat de verbinding van beide werelden.
De overgang tussen deze trajecten zal vormgegeven worden door de hortus connectens. De hortus conclusus vormt het centrum van het gesloten kloosterleven en geeft uitdrukking aan het sacrale. Hierdoor wordt de hortus connectens gedefinieerd als centrum van de abdij en als verbinding met het profane.
Hortus connectens
Een nieuw paviljoen zal de hortus connectens omarmen. Dit paviljoen biedt beschutting en plaats om te werken. Hier kan de bezoeker kennismaken met de productiviteit van de site en het slot betreden. Het slot zelf blijft onaangeroerd maar krijgt een circulatiekern die het integraal toegankelijk maakt en beter inzetbaar voor de toekomst.
Voor de invulling van de tuinen geldt hetzelfde principe. De architecten kozen voor de inrichting voor de historische structuur waarin waterbuffering, technieken en integrale toegankelijkheid worden geïncorporeerd. Het Sint-Godelieveklooster krijgt ook een moestuin dat conform de historische geleding wordt aangelegd en aangeplant met fruitbomen. De hortus connectens vormt zich in het midden, als verbinding tussen abdij en slot, tussen boomgaard en moestuin. Op deze manier vormt de Sint-Godelieveabdij niet alleen een plek van bezinning maar ook een levendig monument dat door iedereen gebruikt kan worden.