Circa twintig jaar geleden kampte het kunstencentrum nOna in Mechelen met plaatsgebrek. De bestaande Art-Deco theaterzaal had haar beperkingen en voldeed qua flexibiliteit niet meer aan de huidige eisen. In 1999 ontstond het idee om op de aanliggende site van Mechelse drukkerijen een tweede theaterzaal te bouwen. In afwachting daarvan werd de drukkerij tijdelijk omgevormd tot drie oefenzalen voor artiesten in nood, genaamd nOva. In 2017 begon de effectieve renovatie en bouw van de uitbreiding van kunstencentrum nOna naar een ontwerp van dmvA architecten. Het Mechelse bureau heeft de dichtbebouwde drukkerijsite getransformeerd tot een geheel van binnen- en buitenkamers die flexibel kunnen gebruikt worden volgens de noden van de artiesten. Kunstencentrum nOna is tevens het eerste gebouw in de Benelux dat in ‘groen’ of circulair beton is opgetrokken. Het project is genomineerd voor een Belgian Building Award 2021 in de categorie Utility Building. Het werd gerealiseerd in samenwerking met UTIL struktuurstudies en Technum–Tractebel Engineering.
De site ligt te midden van een bouwblok aan een middeleeuwse brandsteeg die de bestaande en nieuwe site letterlijk van elkaar scheidt. Het nieuwe gedeelte werd ingebed in het stedelijke weefsel in de vorm van een aaneenschakeling van binnen- en buitenkamers met elk een eigen materialiteit en sfeer. Op deze manier werd ingespeeld op de grillige vorm van de bouwkavel en werd een repliek gegeven op het amalgaam van tuinmuren en koterijen. Zo ontstonden er drie patio’s als stedelijke kamers rond de nieuwe theaterzaal en het forum, een multifunctionele ruimte met de allure van een overdekte markthal, met als blikvanger het driedimensionale kunstwerk Anonov van Nick Ervinck. Het project geeft zo ook een boost aan de culturele as tussen de Grote Markt en het congrescentrum Lamot.
Doos-in-doos
De nieuwe zaal is een multifunctionele betonnen doos geworden, waarbij de gevelbekleding in prefabbetonpanelen werd voorzien van de ingelegde letters N O N A, als evidente verwijzing naar de naam van het kunstencentrum, maar ook als reminiscentie naar het drukkerijverleden van de site. In functie van de akoestische eisen werd de theaterzaal opgevat als doos-in-doosprincipe. Aan de straatzijde werd een nieuwe invulbouw gerealiseerd die een gezicht geeft aan nOna en een poort is naar het achterliggende binnengebied. Het gebouw linkt de nieuwe site met de oude speelzaal. Door de glazen gevelarchitectuur gaat het kunstencentrum de interactie aan met de stad. Ledlichtkranten geven de programmatie op de gevel weer, animeren het straatbeeld en nodigen zo voorbijgangers uit.
De implementatie en integratie van de tweede theaterzaal te midden van een bouwblok was een uitdaging, waarbij rekening werd gehouden met de historische stedelijke morfologie en de genius loci. Er was bovendien een beperkt budget.
Groen circulair beton
Omwille van akoestische redenen en in functie van thermische inertie werd vooral ingezet op beton als materiaal. Er werd vanuit ecologisch oogpunt groen beton gebruikt, opgebouwd uit gerecycleerde bouwstoffen. Het kunstencentrum is het eerste gebouw in de Benelux dat werd opgetrokken in ‘groen’ (of circulair) beton en er werden oude printplaten van de vroegere drukkerij hergebruikt als afwerking van de sanitaire wanden. Duurzaamheid begint echter in de eerste plaats met goede stedenbouw en doordachte ruimtelijke ordening. De middeleeuwse brandsteeg, de ruggengraat van het project, was de aanleiding om het grote bouwblok terug doorwaadbaar te maken, waarbij het netwerk van middeleeuwse stegen en doorgangen wordt hersteld.
Participatie
dmvA was twintig jaar lang toegewijd aan het kunstencentrum. Voordat de constructie van de nieuwbouw startte, ontwierp dmvA al de tijdelijke oefenruimtes voor de acteurs. Tijdens het gehele proces werd gefocust op de participatie van de buurt, scholen en vzw’s. Omdat het kunstencentrum voor de gehele stad belangrijk is, wilde dmvA zoveel mogelijk mensen betrekken. Verschillende sessies met de buren resulteerden in een aangenaam werfgebeuren en vrijwilligershulp.