De Brugsche Rugby Club is een bloeiende vereniging die al jaren droomde van een eigen uitvalsbasis. In 2017 lanceerde de Club een bescheiden vraag naar praktische infrastructuur. Binnen het zeer beperkte budget zocht net architectuur naar een manier om het programma vorm te geven als meer dan louter utilitair. Het gebouw werd opgevat als een thuis voor de Brugsche Rugbyclub, die hen een duidelijk gezicht en identiteit geeft. Het is een forum, een ontmoetingsplaats geworden waarbinnen de Club verder kan groeien en zich kan ontplooien. Een rugbytempel, die nu genomineerd is voor een Belgian Building Award 2021 in de categorie Utility Building.
De site waar het gebouw momenteel nog afgewerkt wordt, de sportvelden van de ‘Gulden Kamer’ in Sint-Kruis, is een prachtige plek omgeven door groen. In het verlengde van de aangrenzende bebouwing staat de sportinfrastructuur strategisch gepositioneerd. Het open landschap blijft gevrijwaard en het gebouw krijgt een prachtig zicht op de sportvelden en de omgeving.
Er werd gekozen voor een gebouw in twee bouwlagen. Zo kan er, ondanks de noodgedwongen vrijstaande opstelling van het gebouw, toch compact gebouwd worden. De maximaal opengewerkte cafetaria met zicht op de sportvelden wordt geplaatst op een massieve sokkel van voorzieningen zoals kleedkamers, sanitair, douches, opslagruimtes,…
Tegen deze sokkel wordt de grond van de uitgravingen gestapeld tot een groene talud. De kosten voor de traphal en grondafvoer worden uitgespaard, terwijl er een groene tribune ontstaat. De groene omgeving loopt over in de cafetaria en het gebouw gaat deel uitmaken van de sportvelden.
Een prijsbewuste en robuuste materialisatie voor de gevels, glad bekist industrieel beton en betonsteen, wordt ingezet binnen een verfijnde maatvoering en ritmering. Zo ontstaat een eenvoudig en elegant geheel.
Rugbytempel
Het beperkte budget, de wens naar een thuis en de visie om het utilitaire te overstijgen, dwongen net architectuur tot vindingrijkheid. Het gebouw is uitgedacht als slimme loods én utilitaire rugbytempel.
De tribune – Akropolis – is tegelijk traphal, inkom, trainingsheuvel en vormt het gezicht van het gebouw door begroening op grond afkomstig van uitgravingen. Hieronder zit een organiserende as – Catacombe – ruggengraat en ceremoniële spelerstunnel. Deze vormt tevens het plenum voor ventilatie en een extra isolatieschil voor de verwarmde lokalen. In diepe, robuuste kasten langsheen de gang kan op een beperkte oppervlakte heel wat materiaal worden gestockeerd. Dankzij lockers is alternerend gebruik mogelijk door meerdere teams.
Verscholen onder het talud wordt een diepe, lage buitenkast gemaakt op maat van de scrum machine; een kostbare totem die een ereplaats verdient in het gebouw. De luifel – Fronton, Prostylon – doet dienst als overdekte buitenruimte en voorportaal en biedt beschutting, zorgt voor zonwering in de zomer en laat zonnewinsten toe in de winter. Constructie – fundering, draagmuren, gepolierde tussenvloeren,… – is afwerking. Deze elementen werden met zorg gedetailleerd. Ze verlenen robuustheid, karakter en eigenheid aan het gebouw.
De kwaliteiten en mogelijkheden van elk materiaal, van elke vierkante meter, worden maximaal benut. Vorm, functie, constructie en architectuur vallen samen. Door vanuit een heldere structuur te ontwerpen, door slim om te gaan met materialen en middelen en door duurzaamheid op conceptueel niveau mee op te nemen, was het voor net architectuur mogelijk om binnen het zeer beperkte budget een betekenisvol en betaalbaar gebouw te bekomen met een sterke beleving en uitstraling, een tempel voor de Rugbyclub.
Low-tech
De aangewende technieken en materialen zijn low-tech en vallen op door hun eenvoud. Zoals reeds aangehaald vormen de ruwbouwelementen meteen ook de afwerking. De algemene funderingsplaat bijvoorbeeld wordt onderaan en langs de perimeter geïsoleerd, bovenaan gepolierd en vormt meteen de afgewerkte vloer. Ook de andere ruwbouwmaterialen zoals dragende wanden, breedplaatvloeren met gepolierde druklaag,… blijven in het zicht als afwerking
Het gebouw is opgevat als een robuuste, massieve schil, waarbinnen de technieken in opbouw zijn aangebracht. Een slim en circulair concept waarbinnen gebruik en technieken kunnen evolueren zonder breekwerken.
Op het gelijkvloers worden ruimtes die het meest warmte behoeven (kleedkamers, douches,… ) centraal geplaatst, terwijl ruimtes die op lagere temperatuur kunnen gehouden worden (EHBO, toiletten, gangen,… ) aan de buitenzijde zitten. Zo vormen deze vertrekken, samen met de groene helling, een isolerende jas rond de warme ruimtes.
De low-tech oplossingen worden aangevuld met een elektronisch toegangssysteem, waardoor het gebouw ook op gecontroleerde wijze door andere verenigingen kan gebruikt worden. Op die manier ontstaat er maximaal ruimtelijk rendement.