Architectenbureau Bart Dehaene ontwierp dit project voor zestien sociale woningen in Lo-Reninge vanuit de ambitie om het specifieke streekgebonden karakter te behouden. Het bureau doet dit door door in te zetten op een architectuur die gegroeid is vanuit een eigentijdse interpretatie van de aanwezige (woon)typologieën en een doordachte inplanting. In de dunst bevolkte gemeente van Vlaanderen, die gekenmerkt wordt door een pittoreske potpourri van Vlaamse baksteenarchitectuur, middeleeuwse gebouwen en een weids polderlandschap, getuigt dit project hoe verdichting en een dorps karakter hand in hand kunnen gaan. Met de twee-onder-een-kap woningen, de genereuze portieken en de kunstintegratie door Dirk Zoete koos de bouwheer voor een opvallend ontwerp en voor een uitstraling die de band met het historische Lo heel expliciet in de verf zet. Ook de studiebureaus Sileghem & Partners en Bureau E-Norm werkten mee aan dit project, dat is genomineerd voor de Belgian Building Awards 2022 in de categorie Groepswoningbouw.
De zestien woningen worden geschakeld tot een semi-aaneengesloten bebouwing. De alternatie van ‘villa's’ in landelijke stijl, die telkens twee woningen herbergen, met lagere annexen zorgt voor een gevarieerd straatprofiel dat ook de nodige beschutting biedt. Zo ontstaat een eigentijdse interpretatie van de West-Vlaamse landelijke woning met mansardedak. Bovendien houdt deze maat het midden tussen de kleine korrel van de dorpse kern en de grovere korrel van de verder geplande uitbreidingen. Door de randen van de kavels te bebouwen ontstaat een schil die publiek en privaat duidelijk van elkaar scheidt. Eenvoudige materialen en gevelopeningen respecteren en benadrukken de landelijke omgeving. Een gele gevelsteen als verwijzing naar de dorpskern waar deze noeste steen zeer typisch is in het straatbeeld in combinatie met natuurzinken daken die zorgen voor een hedendaagse toets.
Gebouw als kunstwerk
De inkomportalen beschikken over een bescheiden grandeur. Aan de binnensteeg vormt een betonnen luifeltje een uitnodigend gebaar naar gezin en gast. Aan de straat zijn de voordeuren per twee gebundeld in een boogvormige portiek met zuil die beschouwd kan worden als een objet trouvé van het oud stadhuis. Kunstenaar Dirk Zoete voegde er ruwe, grijze betonnen schijven aan toe: elementen voor toe-eigening voor de bewoners.
De kolommen bij de woningen zijn voor de kunstenaar een soort van menselijke personages, of primitieve betonnen reuzen die de centrale punten van het gebouw ondersteunen. De zuilen zijn geconstrueerd uit op elkaar gestapelde betonnen fragmenten, vertrokken van vormen als cilinders, emmers, bloempotten, schijven… De ruwe betonnen onderdelen zijn gestapeld op een eenvoudige manier, zoals stenen die op elkaar gezet worden tot ze omvallen. Hier en daar zijn lijnen en/of ‘tekens’ in het beton uitgespaard die de verschillende onderdelen van de kolommen met elkaar verbinden.’
De samenkomst van gebouw en kunstwerk is als een vinger die de passanten erop wijst dat hier een schoonheid verborgen ligt waaraan ze anders blindelings voorbij zouden gaan. Een ware integratie bestaat erin het gebouw tot kunstwerk te verheffen zodat sculptuur en architectuur één worden. Dat is een genereus gebaar naar de omgeving.
Vernuftige verdichting
Verder getuigt dit project van een vernuftige verdichting binnen een historische kern die inzet op een vermenging met de context enerzijds, maar anderzijds ook tijdsbestendigheid met zich meedraagt.