BBA 2022 Herbestemming: nominatie voor Oude Veeartsenschool (HASA-architecten)

Het hoofdgebouw van de Oude Veeartsenschool in Kuregem is door HASA-architecten herbestemd tot kantoorgebouw en conferentiecentrum. Het gebouw is het eerste beschermde monument in het Brussels Gewest dat werd gerenoveerd naar een laag-energiepeil. Voor het ontwerp lieten de architecten zich leiden door de intrinsieke architecturale kwaliteiten van het gebouw. Nieuwe ingrepen vormen een respectvolle aanvulling. Ook de studiebureaus BSTK, BAS,  AA&O en Daidalos Peutz werkten mee aan de reconversie. Het project is genomineerd voor de Belgian Building Awards 2022 in de categorie Herbestemming. 

 

De beschermde Veeartsenschool stond al twintig jaar leeg, terwijl het zich op een sleutelpositie bevindt binnen het stadsweefsel van Kuregem. De Veeartsenschool was namelijk een van de eerste gebouwen van deze wijk in Anderlecht. Deze herbestemming vormt zo een belangrijk stadsvernieuwingsproject.

In het gebouw zijn nu vijf verhuurbare kantoorplateaus, een coworkingspace, vergaderzalen, een auditorium en restaurant ondergebracht. De organisatie van de nieuwe functies is afgestemd op de ruimtes die aanwezig waren in het gebouw: kantoren op het gelijkvloers, de eerste verdieping en de nieuw in te richten zolderruimte, het auditorium en restaurant in de twee grote zalen op de tweede verdieping. Door Engelse koeren te voorzien op de koppen van het gebouw, krijgen de vergaderzalen in de kelder ook daglicht.

HASA-architecten voegde twee nieuwe traptorens toe als bijkomende vluchtweg voor auditorium en restaurant. Deze volumes zijn volledig omkeerbaar ontworpen, zodat ze geen impact hebben op de geklasseerde gevels.


Laag-energiepeil

Het oorspronkelijke gebouw had een (berekend) energieverbruik van circa 200 kWh/m²a, wat na renovatie verlaagd is tot 45 kWh/m²a, door het isoleren van gevels en daken, het voorzien van een balansventilatie met warmterecuperatie en energiezuinige verwarming en verlichting.

Wat de gevelisolatie betreft was het van uitermate belang om het uitzicht, noch de duurzaamheid van de geveldelen op lange termijn aan te tasten. Hiervoor werkte HASA architecten samen met Daidalos-PeutzKIK-IRPA en de directie Monumenten en Landschappen. De gevels werden langs de binnenzijde geïsoleerd door gebruik te maken van cellenbeton (Multipor) en isolerende bepleistering. Het binnenisolatiemateriaal werd per gevel en per verdieping afgestemd op de vorstbestendigheid van de verschillende aanwezige gevelmaterialen op basis van de studie van het KIK.


Maximaal behoud

Ook bij de integratie van nieuwe (ge)bouwtechnieken zette het ontwerpteam in op het maximaal behoud van de aanwezige afwerkingen (plafond- en wandmoulures, vloerafwerkingen, binnenschrijnwerk). Daartoe werden de aanwezige afwerkingsmaterialen tijdens het ontwerp volledig in kaart gebracht. Voor de aanvang van de renovatiewerken organiseerde de opdrachtgever een ‘uitverkoop’ van alle materialen die niet konden behouden blijven, zodat deze herbruikt konden worden. Rotor voorzag hier in het nodige advies. 

‘Intrinsieke architecturale kwaliteiten bepalend voor ontwerp’

‘Voor de herbestemming van dit gebouw zijn we vertrokken van de intrinsieke kwaliteiten van wat er reeds aanwezig was: ruimtes, vormgeving, materiaalgebruik en lichtinval. Tijdens het ontwerp werd het programma op punt gesteld in functie van het gebouw, in plaats van omgekeerd. Hierdoor konden we een zeer groot aandeel van de (niet-beschermde) historische binnenafwerking bewaren’, klinkt het bij HASA-architecten. ‘Toch zijn we er in geslaagd om een gebouw op te leveren dat zowel functioneel als naar duurzaamheid toe de vraag van de opdrachtgever volledig heeft beantwoord. Nieuwe ingrepen werden punctueel in en aan het gebouw aangebracht, volgens de logica van het bestaande gebouwontwerp, maar in een hedendaagse vormentaal, met een materialiteit die refereert naar de in het gebouw reeds aanwezige materialen. Hoewel herkenbaar, vormen de nieuwe ingrepen geen contrast met wat reeds aanwezig was, maar eerder een respectvolle aanvulling.

Het project toont volgens de ontwerpers dan ook een alternatief aan om erfgoed in te zetten: niet door er een museum van te maken, of er enkel de beschermde gevels van te behouden, maar door de intrinsieke architecturale kwaliteiten van het gebouw te erkennen -inclusief die van de niet-beschermde delen-, ze aan te vullen met plaatselijke, maar sterke architecturale ingrepen en het programma te herdenken in functie van wat aanwezig is.

Bron: HASA-architecten
Deel dit artikel:
Onze partners