Met 100.000 m² bestaand gebouwenpatrimonium is be-MINE in Beringen de grootste industriële erfgoedsite van Vlaanderen. De voorbije jaren verrezen er winkels, kantoren, woningen, een woonzorgcentrum, musea en diverse sport- en ontspanningsfaciliteiten, maar sinds kort is er ook sprake van onderwijsinfrastructuur. Het vroegere vestiairegebouw werd met veel respect voor het verleden gerenoveerd op basis van een ontwerp van a2o i.s.m. AAC Architecture en huisvest voortaan een kleuter- en een basisschool. Ook Greisch en Cenergie waren betrokken bij de reconversie. Het project is genomineerd voor een Belgian Building Award 2022 in de categorie Herbestemming.
De steenkoolmijn van Beringen werd in 1907 opgericht. Na de sluiting in 1989 werd de voormalige mijnsite in 2013 beschermd als monument, om vervolgens een grootschalige reconversie te ondergaan onder de noemer ‘be-MINE’. De commerciële, economische en toeristische functies schoten er de voorbije jaren als paddenstoelen uit de grond, maar intussen is ook het maatschappelijke en sociale weefsel hersteld. Dit laatste is onder meer te danken aan de recente reconversie van het vestiairegebouw, dat is omgetoverd tot een kleuterschool (op het gelijkvloers) en een basisschool (op de eerste verdieping).
Sfeer en materialiteit bewaren
De kwalitatieve, open structuur van het vestiairegebouw leende zich perfect tot de realisatie van eigentijdse, moderne onderwijsinfrastructuur, die is opgevat als een brede leer- en leefomgeving. “We hebben de sfeer en de materialiteit van het gebouw maximaal proberen te bewaren”, vertelt Stefaan Evers, architect-vennoot bij a2o-architecten, dat de krachten bundelde met AAC Architecture. “De buitenschil was al gerestaureerd voor dit project vorm kreeg, dus daar hebben we op zich niets aan veranderd. En aangezien de bestaande betonstructuur nog in goede staat was, hebben we hem dankbaar gebruikt als uitgangspunt voor de realisatie van het nieuwe programma en hebben we hem zo zuiver mogelijk proberen te tonen. De enige grote structurele ingreep was de creatie van drie ruime vides, waarin we ook een aantal nieuwe trappen geplaatst hebben.”
Ontwerp met groeiscenario
Om toekomstige capaciteitsproblemen te vermijden, kregen de architecten tevens de vraag om een intelligent groeiscenario te voorzien. Dit werd in de uitvoeringsfase al meteen benut. “Vandaar dat de gangen op bepaalde plaatsen erg breed zijn, zodat ze deels konden worden omgevormd tot klasruimtes. Ze kunnen ook gebruikt worden voor gezamenlijke activiteiten”, legt Stefaan Evers uit. “Daarnaast hebben we uiteraard ook de nodige maatregelen getroffen om het isolatiepeil en de akoestiek op punt te stellen. Om het volume te kunnen opschalen naar de hedendaagse energienormen, hebben we het aan de binnenkant geïsoleerd, hebben we voorzetramen geplaatst en hebben we centraal gestuurde zonwering, een vloerverwarmingssysteem op basis van een lucht-waterwarmtepomp en een ventilatiesysteem D geïnstalleerd. Tot slot hebben we het terrein nog een beetje afgegraven om de vrije hoogte op het gelijkvloers wat te vergroten met het oog op de inrichting van de kleuterschool.”
Dialoog tussen oud en nieuw
De vides aan de voorgevel creëren een boeiende interactie tussen de verschillende verdiepingen en klassen. Zo ontstond er meteen ook een overdekte buitenzone voor de kleuterschool, die uitmondt in een avontuurlijke buitenspeelplaats. “Deze wordt afgebakend door een nieuw fietspad en is zo natuurlijk mogelijk ingebed, conform de industrieel-historische ziel van de site. De kinderen kunnen zich uitleven in een heus speelpark, waarin restanten van het verleden geïntegreerd zijn (zoals een oude spoorlijn). Zo komen ze op een ongedwongen manier in contact met het historisch erfgoed. Kortom: de geschiedenis wordt allerminst weggevaagd door dit project. Integendeel: de schoolomgeving wordt louter toegevoegd aan de bestaande context”, benadrukt Stefaan Evers. “Het is mooi om te zien hoe oud en nieuw in dialoog treden en elkaar versterken. Binnen in het gebouw hebben we – als tegenwicht voor de ruwe betonstructuur – bewust gekozen voor warme houtaccenten en speelse kleuren. Belangrijk om weten is dat we de scholen zo hebben ontworpen dat alle architecturale ingrepen omkeerbaar zijn, zodat het complex in de toekomst probleemloos een nieuwe functie kan krijgen. We zijn vereerd dat we de bestaande structuur mochten ‘lenen’ voor dit mooie project!”
Meest optimale technische installatie
Vanaf het concept tot de definitieve oplevering stond Cenergie de architecten en de bouwheer bij in het selecteren van de meest optimale technische installatie op vlak van energieverbruik en installatiekosten. Daarnaast werd er met behulp van audits en simulaties een totaaladvies aangeboden om tot een duurzame gebouwschil te komen. Hierbij werd de beschermde aard van het gebouw steeds in rekening gebracht.
De warmte in het gebouw wordt in de eerste plaats opgewekt door een efficiënte lucht-waterwarmtepomp, met als doel om zo weinig mogelijk fossiele brandstoffen te gebruiken. Een condenserende gasketel zal enkel inspringen bij piekmomenten. De warmte wordt in het gebouw afgegeven dor middel van vloerverwarming.
Een centraal gestuurde zonwering zorgt ervoor dat ongewenste externe zonnelasten in de zomer zo veel mogelijk vermeden worden. Verder wordt er in de zomer gebruik gemaakt van de inertie van het gebouw om ’s nachts passief te koelen met behulp van intensieve nachtventilatie. Het regenwater wordt gebufferd en gefilterd om optimaal hergebruikt te worden voor spoeling van toiletten en urinoirs. Het sanitair warm water wordt decentraal opgewekt, daar waar nodig. Een vraaggestuurde ventilatie met warmterecuperatie zorgt voor een optimaal binnenklimaat.