Een paviljoen in een Brussels park. Een plek voor de buurt om samen te komen, iets te drinken, te eten, te vergaderen of om gewoon te genieten van het uitzicht in de zon. Dat is Fabiola, ontworpen door het architectenbureau Carton123. Het architectenbureau zorgt voor een herkenbaar volume in het park bestaande uit twee modulaire ruimtes, sanitair en een serviceruimte.
Het Koningin Fabiolapaviljoen vervangt een ouder afgebrand paviljoen in een Brussels park. Dit charmante oude paviljoen, gebouwd in een typische jaren 50 expo-stijl, was specifiek gebouwd als verenigingslokaal voor de gepensioneerden van de gemeente Anderlecht. Het gemeentebestuur wou het paviljoen herbouwen maar stond erop om het functioneel gebruik in de toekomst te verruimen.
Flexibel ontwerp
Carton123 architecten vatte het plan flexibel op: een centraal inkomsas geeft toegang tot twee zalen die van elkaar gescheiden kunnen worden met een akoestische vouwwand. Beide zalen hebben aan de voor- en zijgevels zichten op en toegang tot het omliggende Astridpark en een aantal herstelde petanquevelden. Aan de eerder gesloten achterzijde (grenzend aan de omheinde parking van het voetbalstadion) werden alle functionele ruimtes geschakeld: een berging voor het buitenmeubilair, het sanitair en de keuken, met berging, afwaskeuken en afvalberging. Het gebouw kan op die manier voor diverse functies ingezet worden: vergaderzalen voor de gemeente, horeca of lokalen voor het verenigingsleven.
In afwachting van een definitieve bestemming kan het paviljoen tijdens de zomermaanden gebruikt worden als zomerbar. Juist omdat de bestemming nog niet vastlag besloot de architect erover te waken dat het paviljoen op alle momenten bruikbaar blijft voor de parkbezoekers, ook indien het gebouw gesloten is. Met behulp van een groot uitkragend dak en een paar zitbanken biedt het gebouw steeds een openbaar beschut terras.
Hellend dak
De architect tekende in het ontwerp een hellend dak uit met een vlotte waterafvoer. Voor de afwerking koos het bureau voor zichtbare houten gelamelleerde dakliggers. Aan de buitenzijde zijn deze bekleed met zink (staande naad) en werden de richels en uitkragende spuwers ook op maat geplooid in zink. De grote uitkraging, aan de linkerzijde van het gebouw, wordt opgevangen door een knalgele stalen ligger die de houten liggers opvangt en zorgt voor een balans.
Duurzame materiaalkeuze
Bij de materiaalkeuze van het paviljoen opteerde de architect voor onderhoudsarme en vandaalbestendige materialen, wat op deze plek een grote noodzaak is. ’s Nachts kent het park veel vandalisme, dus koos de architect voor architectonische betonnen gevelpanelen met verschillende afwerkingen: een luxueuze gladgepolijste beton voor de publieke plint met het uitzicht van marmer. Dit zijn stevige onbrandbare materialen. Het gladde oppervlak zorgt ervoor dat tags en graffiti vlot afwasbaar zijn. De hogere delen van het gebouw kregen een goedkopere, gezuurde betonnen bekleding.
Het paviljoen bevindt zich onder de hoge bomen van het park, waardoor de architect koos voor een hellend onderhoudsvrij dak, zonder goten of afvoerpijpen. Al het regenwater op het dak wordt via twee grote richels opgevangen in infiltratiekoffers en infiltreert verder in de bodem. Zo wordt er geen regenwater afgevoerd naar de openbare riolering.