De Rookie of the Year Award, een van de acht prijzen die dit jaar werden uitgereikt op de Belgian Building Awards 2024, ging naar agmen architecten, een jong Brussels bureau met drie vennoten, dat startend vanuit de historie en de betekenis van de context en in samenwerking met andere bureaus op geslaagde wijze een nieuwe toekomst weet te geven aan bestaande plekken. De jury van de Belgian Building Awards 2024 was in het bijzonder gecharmeerd door de manier waarop het bureau zoveel mogelijk ruimte weet te behouden voor natuur en water.
Het Brusselse ontwerpbureau agmen architecten vindt zijn oorsprong aan de KU Leuven waar Michiel Geldhof, Paul Mertens en Piet Noben hun gezamenlijke ontwerpvisie hebben ontdekt. De focus ligt op het creëren van structuren die in dialoog gaan met hun context en doorheen hun levensduur ten dienste staan van diverse gebruikers. Deze aanpak wordt toegepast op diverse schalen: van stedenbouwkundige studies tot de vormgeving van interieurs.
Agmen architecten denkt steeds vanuit de kwaliteiten van het bestaande, of dit nu gebouw of omgeving is. Dat beperkt zich niet tot het architecturale, maar omvat ook de historie en de betekenis van de plek. Het nieuwe versterkt het aanwezige en draagt zo bij aan een breder verhaal. Agmen wil op die manier heldere en eigentijdse architectuur maken met een verfijnde vormgeving en detaillering.
Brons (i.s.m. Carton123 architecten)
Brons is een nieuwbouw van een kinderdagverblijf en de renovatie van een naastliggend kunstencentrum in Anderlecht. Het project onderscheidt zich in meerdere opzichten. In de eerste plaats is het project op maat van de toekomstige gebruikers. Het is een plek in de stad die zich openstelt voor ontmoeting en verrijkende dagdagelijkse activiteiten. In het kinderdagverblijf wordt de betekenis van ‘ontmoeting’ ingezet als een pedagogisch instrument: ontmoetingen met kunstenaars, andere peuters, voorbijgangers en met de achterliggende school ontwikkelen een bewustzijn over de wereld buiten de leefgroep.
Het kunstencentrum en het kinderdagverblijf zijn daarnaast slim verbonden door een gebouw met gedeelde functies. In de eerste plaats zijn dit de lift en de vluchttrap, maar daarnaast delen beide instellingen een polyvalente ruimte, dakterras, sanitair en omkleedruimtes. Verder is gekozen voor duurzame materialen en een rationele structuur met niet-dragende invulwanden, zodat de bestemming flexibel is in de toekomst.
Badhuis
De herbestemming van een badhuis in Antwerpen tot appartementen met atelier betekende de start voor het jonge bureau agmen architecten. En vandaag is de architecturale houding nog steeds relevant voor het kantoor. Het wegvallen van de stedelijke functie van het badhuis vroeg om een weloverwogen herbestemming. Het atelier op het gelijkvloers geeft publiek karakter in de wijk. De woningen geven het gebouw dan weer zijn relevantie terug en verzekeren het behoud van dit erfgoed.
Door maximaal hergebruik van de monumentale structuur en enkele nieuwe precieze ingrepen krijgt het badhuis zijn historische uitstraling terug. Een lichte staalstructuur is de nieuwe inkom van de appartementen met wintertuinen en terrassen. Om de hoek siert een betonportiek de toegang tot het atelier. De nieuwe structuren staan met een eigenheid naast het historisch gebouw, ook al is eenzelfde vormentaal duidelijk aanwezig. Er is continuïteit van architectuur en vakmanschap.
De architecturale ingrepen bemiddelen tussen het wonen en de stad en geven extra gelaagdheid en een toekomst voor het gebouw.
Masterplan Wolfsgracht (i.s.m. Studio Thomas Willemse)
Samen met Studio Thomas Willemse was agmen architecten laureaat van Open Oproep OO3905 van de Vlaams Bouwmeester voor het masterplan van de Wolfsgracht in Denderleeuw. Verscheurd door de plannen om een laatste groot stuk open ruimte te bebouwen, was agmen architectuur in hun masterplan vastbesloten om niet te versnipperen. Door de woningen in de rand toe te voegen ontstaat een kader voor de open ruimte. Door ruimte te maken voor het water van de Wolfsgracht komt er ook ruimte voor de natuur. In het midden ontstaat een plek tussen landschap en bebouwing waar iedereen gebruik van kan maken.
Tussen het landschap en de buurt in verschijnen de buurtbrinken. Deze vormen een collectieve plek voor de buurtbewoners. Het nieuwe wonen krijgt zijn plaats tussen deze brink en het landschapspark. Tussen de gebouwen zijn er openingen die het landschap tot op de brink brengen. De sfeer refereert naar groene dorpspleintjes. De woontypologieën zijn een mix van traditionele en vernieuwende woonvormen. Dankzij de compacte inplanting genieten de woningen zowel van het rijke landschap als van elkaars comfortabele nabijheid en gedeelde faciliteiten. Het wordt een kwaliteitsvol woonlandschap op schaal van Denderleeuw.