Tijdens het bezoek van de tien founding members van Belgian Architects Declare aan het kabinet van Zuhal Demir op 28 februari, legden zes architecten een uitgewerkt actiepunt op tafel. Die concrete beleidsvoorstellen moeten de overheid aanzetten iets te doen aan de klimaatproblemen en het verdwijnen van de open ruimte en de biodiversiteit. In een vervolgreeks gaat architectura.be dieper in op elk van die punten. Als zesde aan de buurt: Sven Augusteyns van OMGEVING. "Het is van belang om vanaf een bepaalde projectgrootte ook de klimaatimpact te toetsen aan de klimaatplannen van de betrokken overheid", klinkt het.
Vandaag ontbreekt het aan een kader om de klimaatimpact van nieuwe stedenbouwkundige projecten te meten binnen de MER. Om de klimaatdoelstellingen te halen is er een bewustwording en expertenoordeel nodig over de impact van projecten. Dit onderdeel zit niet vervat in de huidige MER procedure. Het is echter van belang om vanaf een bepaalde projectgrootte ook de klimaatimpact te toetsen aan de klimaatplannen van de gemeente, provincie, Vlaanderen, België en Europa. Deze MER procedure kan toegepast worden in RUP’s, PRUP’s, GRUP’s en ruimtelijke beleidsplannen.
Zowel het beoordelen van de klimaatmitigatie en adaptatie kan opgenomen worden in deze nieuwe MER discipline. De milderende maatregelen die voortkomen uit deze beoordeling kunnen het project verbeteren en meer in lijn brengen van de klimaatdoelstellingen.
Beoordeling mitigatie
Wat is het effect van het project op de jaarlijkse inspanningen die nodig zijn voor de klimaatdoelstellingen?
Hierbij wordt er gekeken naar de toename of afname van CO2 emissies die voortkomen uit het project. De beoordeling geeft scores door de extra emissie aan broeikasgassen te toetsen aan de jaarlijkse inspanningen die nodig zijn om reductiedoelstellingen te halen. Projecten vanaf een zeker grootte (groter dan 1ha) komen in aanmerking voor de klimaat MER. De beoordeling wordt gedaan t.o.v. een relevant schaalniveau. Zo kan een 1ha groot projectgebied best worden afgewogen t.o.v. het gemeentelijk klimaatplan. Grotere projecten kunnen getoetst worden aan de relevante klimaatplannen.
Het strategische MER ECA becijferde reeds de CO2 uitstoot voor de niet-ETS sectoren en werd beoordeeld t.o.v. de klimaatdoelstellingen van de haven. Dit MER kan als inspiratie dienen om een soortgelijke beoordeling in te voeren in andere MER’s. De wijze van berekening van CO2 uitstoot wordt hier als volgt omschreven:
Voor de bijdrage van het project Complex Project Extra Containercapaciteit Antwerpen (CP ECA) aan klimaatverandering (als gevolg van de emissie van broeikasgassen) wordt geen studiegebied afgebakend in termen van impactreceptoren, aangezien klimaatverandering een mondiaal fenomeen is. De afbakening van het studiegebied in termen van emissiebronnen is gelijk aan die van de discipline Lucht. De emissiebronnen die worden meegenomen zijn diegene die ook in de discipline Lucht werden bestudeerd, namelijk verkeer (zeescheepvaart, binnenvaart, wegtransport en spoor) en de activiteiten op de containerterminals en logistieke terreinen.
De milderende maatregelen die worden voorgesteld zijn aanbevelingen om de CO2 verder te reduceren op gebouwniveau, transportniveau, energieopwekking, landschapsinrichting (bosaanplant),…
Beoordeling adaptatie
Wat zijn de effecten van de klimaatverandering op het project? Hierbij wordt er gekeken naar de effecten van een toename in de gemiddelde temperatuur, van de frequentie van hittegolven, van droogte- en overstromingsverschijnselen en van de zeespiegelstijging. We beschouwen daarbij niet enkel de directe effecten op het project, maar ook de manier waarop de effecten van het project gewijzigd kunnen worden als gevolg van klimaatverandering.
De milderende maatregelen kunnen dan als inspiratie worden gebruikt om het ontwerp te verbeteren.