In een kleine industriezone aan de rand van Oudenaarde ligt Camp’s, het nieuwe fabrieksgebouw waar onder meer mosterd van het gelijknamige merk geproduceerd wordt. Voor het ontwerp van het gebouw hield Dhooge & Meganck Architectuur er rekening mee dat de werknemer zich vooral moest kunnen vereenzelvigen met zijn werkplaats. Daarbij stonden het contact met de natuur, de betrokkenheid bij het product en de ergonomie van het werk centraal. Het project is een van de zes genomineerden in de categorie Build2Work van de Belgian Building Awards, die op donderdag 3 maart tijdens BATIBOUW worden uitgereikt.
In de aanloop naar de Belgian Building Awards zet intsite.be de zes genomineerden in de categorie Build to Work in de kijker. Vandaag aan de beurt: Camp’s van Dhooge & Meganck Architectuur in Oudenaarde.
Camp’s stelt zich helemaal open voor de natuur. De grote betonnen arena die als voorplein fungeert, heeft geen omheining waardoor bomen, struiken en hagen uit het omliggende natuurreservaat het domein ongestoord kunnen betreden. Hoewel de massieve voorgevel uit betonnen panelen – waarachter plaats is voor UV-gevoelige opslag – en de centrale toegangspoort het niet laten zien, is er ook aan de achterzijde een link met de natuur: een collectieve moestuin waarmee Camp’s zijn kennis van het opslaan van groenten met azijn en gisting kan delen met de gemeenschap. De achterkant van het gebouw werd daarvoor volledig uitgesneden naar de aangrenzende natuur.
In tegenstelling tot de meeste voedselproductiesites is Camp’s niet opgebouwd volgens het box-in-box principe waarbij in grotendeels afgesloten ruimtes met weinig daglicht gewerkt wordt. Het bedrijf is een open plek die verbonden is met de natuur met als middelpunt een dubbele hyperfunctionele helixtrap.
Maar niet alleen de verbinding met de natuur maakt het project uniek. Camp’s ontwikkelde een vernieuwend verticaal productieproces voor hun producten. Daarbij wordt het mosterdzaad onder druk tot in de silo’s boven op het gebouw geblazen waarna het door de zwaartekracht vanzelf daalt. De mosterdtoren waarin de silo’s zijn ondergebracht, geeft het gebouw een karakteristiek uiterlijk en maakt dat het al van ver zichtbaar is. Het verticale productieproces verklaart ook de betonnen structuur van de voorgevel: enkel beton kan de grote druk bovenaan het gebouw en de azijndamp weerstaan.
Uit een onderzoek voorafgaand aan de invoering van het verticale systeem, bleek het horizontale productieproces twee grote nadelen te hebben. Enerzijds was het veelvuldig tillen van zakken mosterdzaad ergonomisch gezien geen goede zaak. Anderzijds was het verpompen erg arbeidsintensief door de eis van voedselveiligheid om de pomp voor en na elk gebruik uit elkaar te halen om te controleren of er geen kleine onderdelen in het voedsel terecht waren gekomen.
Camp’s is bovendien erg duurzaam. De kleinschalig, lokale productie zorgt voor minder uitstoot door een kleinere transportradius en gaat met de aanwezigheid van de eigen moestuin tegelijkertijd verspilling tegen door respect te hebben voor het eigen product. Dat het project nauw in verbinding staat met de natuur, draagt ook bij tot haar duurzame karakter. Omdat de gebruikte materialen erg eenvoudig zijn, kunnen restmaterialen bij een eventuele sloop van het gebouw tot slot gescheiden of hergebruikt worden.