"De Belgische architectuur is internationaal opgemerkt. ‘Le Monde’ wijdde er een fors overzichtsartikel aan en voor de Europese architectuurprijs zijn er zo maar even 23 Belgische nominaties", aldus Geert Sels in dit artikel verschenen in De Standaard.
De Nederlandse pers vroeg zich de voorbije dagen verbouwereerd af hoe België zich plots tot hockeyland heeft opgewerkt. Een soortgelijk scenario doet zich ook voor bij onze architectuur. Zij het minder plots. Bouwen neemt nu eenmaal wat tijd in beslag.
Dat De Vylder Vinck Taillieu (DVVT) met zijn project Caritas in Melle genomineerd is voor de Europese architectuurprijs, ligt voor de hand. Voor deze herbestemming op de site van een psychiatrisch centrum kreeg het bureau dit voorjaar al de Zilveren Leeuw in Venetië. Het lijkt eveneens logisch dat grote projecten als het AfricaMuseum (Stéphane Beel), De Krook (Coussée & Goris) of het Teirlinckgebouw (Neutelings Riedijk) genomineerd zijn.
De grote verrassing is dat er 23 nominaties van Belgische bureaus zijn voor deze tweejaarlijkse Mies van der Rohe Award. ‘De afgelopen drie edities waren het er telkens dertien’, zegt Petra Griefing, die met de vzw Stad en Architectuur de prijs nauwgezet opvolgt. ‘De jongste tien jaar scoort de Belgische architectuur hoog op internationaal niveau.’
‘Brussel en Wallonië zijn met een sterke inhaalbeweging bezig’
Een tweede vaststelling is dat niet alleen de gevestigde bureaus als Robbrecht en Daem (bib Waregem), Xaveer De Geyter (luifel Rogierplein) of Bogdan & Van Broeck (Coop in Brussel) de selectie halen. Ook de volgende generatie is voorgedragen: de verbouwde mosterdfabriek Camp’s van Dhooge & Meganck of Crematorium Stuifduin van A2O.
Modeplatform
Het hoeven niet eens prestigieuze projecten te zijn. V+ zit er bij met twee verbouwingen die niets minder zijn dan architecturale acupunctuur: het modeplatform Mad (Brussel) en het Folkloremuseum (Moeskroen). Dierendonckblancke zit er bij met een cultuurcentrum in Kasterlee.
Er zijn trouwens ook buitenlandse projecten van Belgische bureaus bij, zoals het Solo House van Office (Spanje) en het Skanderberg Plein van 51N4E en het Waterfront in Vlora van Xaveer De Geyter, allebei in Albanië.
De buit is nog lang niet binnen. Er zijn in totaal 383 projecten genomineerd in heel Europa. Maar dat België beter doet dan Frankrijk (19), Duitsland (18) en het VK (19) is opmerkelijk. En bijna dubbel zo goed als de vorige keren. Over een half jaar weten we meer.
Kweekvijver
Als we Le Monde mogen geloven, huisvest België sinds enkele jaren ‘een kweekvijver van gedurfde en vernieuwende architecten’. Enkele weken geleden wijdde de krant een uitvoerig overzichtsartikel aan ‘l’émergence de l’architecture belge’. Die was lang discreet en onbekend gebleven, constateerde ze. De stijl is ongeremd en ruw, een bescheiden architectuur die zich van meet af aan ver van de starchitects hield, maar die niettemin verleidt.
De auteur van het stuk schuift Office als vaandeldrager van een generatie naar voren. Office, dat straks in Lausanne aan een omroepgebouw begint, realiseerde een eind onder Barcelona het ringvormige Solo House. ‘Het bureau heeft al in Korea, Los Angeles en Bahrein gebouwd’, zegt Christian Bourdais, de Franse bouwpromotor van het genomineerde project. ‘Als ze geen fouten maken in hun parcours, dan krijgen ze ooit de Pritzker Prize.’ Een bouwpromotor is misschien niet de meest neutrale bron, maar een mens zou beginnen te blozen van zoveel lof.
Le Monde ging op bezoek bij DVVT, ‘de Magritte van de Belgische architectuur’, en noteerde er dat de eigengereide aanpak ingegeven is doordat het beroep dwingt tot een nieuwe kijk. Veel bureaus zitten in Brussel, merkt de krant op, waar de bouwmeester toekijkt op de kwaliteit en jonge, minder bekende bureaus toeliet tot grote wedstrijden. Baukunst gaat met Bruther in zee om aan de Reyerslaan het mediahuis Frame te ontwerpen. V+ tekent het nieuwe RTBf-gebouw. Noa Architecten zette een alliantie met onder andere Sergison Bates op om Kanal te verbouwen. De Britten van Sergison Bates Architects zeggen dat er in Brussel nog voldoende goede smaak is om architecturaal experiment toe te laten. ‘Het Belgisch systeem is van hoge kwaliteit’, zeggen ze aan Le Monde, ‘we hebben hier momenteel tien projecten lopen.’
Architectuurcriticus Marc Dubois staat er niet van versteld dat onze architectuur internationaal opgemerkt wordt. Hij is een van de adviseurs die nominaties voorstelt voor de Van der Rohe Award. ‘Ik denk dat er zoveel nominaties zijn omdat Brussel en Wallonië met een sterke inhaalbeweging bezig zijn’, zegt hij ons. ‘Tien jaar geleden was het er armoe troef. Je moest met een loep gaan zoeken om iets te kunnen nomineren.’
Met zekere regelmaat komen buitenlandse architectuuropleidingen en bureaus in België projecten bekijken, zegt Dubois. ‘De interesse groeit. De jongste edities van de jaarboeken, die interessante projecten belichten, zijn in het Engels uitgegeven. Dat prikkelt de nieuwsgierigheid in het buitenland. De Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester is een instrument dat internationaal breed verspreid is en veel belangstelling wekt.’
Zo komen we tot de paradoxale situatie dat het buitenland de Belgische architectuur opmerkt, maar dat de bejubelde bureaus niet per se aan de bak komen in de Open Oproepen. Dubois: ‘De Open Oproep heeft internationaal belangstelling gewekt van bureaus die op een hoog niveau samenwerken. Die buitenlandse bureaus vestigen eveneens de aandacht op België. Het is alleen jammer dat onze bureaus die indertijd voor de Open Oproep hebben gepleit nu geregeld in de kou blijven staan.’