Op de architectuurbiënnale van Venetië laat de Belgische architectuurscène zich van zijn beste kant zien. De invulling van het Belgisch paviljoen door het Bravoure-team kon op veel bijval rekenen, maar het meest onder de indruk waren we zonder meer van de betonnen installatie van het Brusselse ORG op de belangrijkste zichtlocatie van de Arsenale.
Om de twee jaar verzamelt de internationale architectuurscène in de Giardini en de Arsenale van Venetië. Architectura.be was ook van de partij op de vooropening en zag samen met heel wat afgereisde architecten, politici en sponsors dat ons land een goede beurt maakt op de Biënnale.
Reporting from the Front
Curator dit jaar was de sociaal bewogen Pritzker Price-winnaar Carlos Arravena die als thema Reporting from the Front koos waarbij hij doelbewust op zoek ging naar manieren waarop architectuur een verschil kan betekenen als het gaat over onder meer migratie, de vluchtelingenproblematiek, vervuiling, natuurrampen, migratie, schaarste. Opvallend was dat het thema van de vluchtelingenproblematiek en van de multiculturele samenleving heel vaak opdook in de verschillende paviljoenen, maar zeker ook in de architectuurinzendingen die persoonlijk door Aravena uitgenodigd werden. Dat was bijvoorbeeld het geval voor de toren in Tirana van 51N4E die na tien jaar eindelijk voltooid is en zeker ook voor de indrukwekkende installatie van het Brusselse ORG. Curator Aravena was danig onder de indruk van hun markthal in Anderlecht en vroeg hen op basis daarvan ook een project uit te werken. Het is zonder meer een van de opvallendste en krachtigste installaties van de Biënnale waar we nog op uitvoerig op terug komen in een apart artikel.
Tijdens de vooropening waarop ook onder meer minister Sven Gatz en Wivina De Meester present tekenden met een speech, ging evenwel de meeste aandacht naar de invulling van het Belgisch paviljoen. Hiervoor had het VAI een wedstrijd uitgeschreven die gewonnen werd door Bravoure, een krachtenbundeling van het architectenbureau De Vylder – Vinck – Tailleu, het interieurarchitectuurbureau Doorzon en last but not least architectuurfotograaf Filip Dujardin die op de zijn bekende wijze via photoshop architectuur bij de maling neemt en juist daardoor de vinger kan leggen op de krachtigste aspecten van de architectuur in kwestie.
Vakmanschap tijdens economische schaarste
Zijn bijdrage vormt zonder meer een meerwaarde en een van de krachtigste punten van het opzet van bravoure, hoewel hier en daar wel te horen was dat de architectuurfictie van Filip Dujardin intussen wel wat te bekend geworden is bij ons om nog voldoende innovatief te overtuigen op de Biënnale. Daar zit wel enige waarheid in, maar anderzijds is het Belgisch paviljoen toch in de eerste plaats bedoeld om buitenlanders te overtuigen van de kracht van Belgische architectuur. Bovendien ging het hier om nieuwe werken van Filip Dujardin, geïnspireerd door dertien representatieve projecten die Bravoure geselecteerd had rond het thema vakmanschap. Wat kan vakmanschap betekenen in een periode van economische schaarste, vormde de centrale vraag, hetgeen – ongewild mooi aansloot bij het thema dat pas later door Aravena opgelegd was als leitmotiv voor de Biënnale. Het thema vakmanschap sluit ook goed aan bij de ziel van de Belgische architectuur, want als er iets is wat ons onderscheidt van de architectuur in andere landen is het juist die vakmanschap of om minister Sven Gatz te citeren onze plantrekkerij.
Knappe en overtuigende presentatie
In het paviljoen wordt geen eigen werk van Doorzon en van De Vylder – Vinck – Tailieu getond maar wel dertien projecten van collega’s architecten. De meeste van hen waren trouwens op de vooropening aanwezig om hun project toe te lichten.
De manier waarop de dertien projecten getoond worden in Venetië is knap gevonden en overtuigend. Van elk project krijgen we een uitvergrote realistische foto te zien. Vervolgens wordt er een detail uitgelicht dat op ware grootte nagebouwd werd in het paviljoen. Mooi voorbeeld daarvan is de muur van stro van Wim Goes. De triptiek wordt ten slotte vervolledigd door een fotocollage van Filip Dujardin geïnspireerd op het uitgelichte detail. Die drieledige opstelling maakt de thematiek heel toegankelijk. In tegenstelling tot de meeste andere inzendingen is geen verdere uitleg vereist om de betekenis van wat we te zien krijgen te doorgronden.
Dertien projecten zijn vertegenwoordigd in het paviljoen waarbij gevestigde waarden als Beel, Robbrecht & Daem, Office Kersten Geers David Van Severen het gezelschap krijgen van jonge beloftevolle bureaus. Het volledige lijstje vind je onderaan het artikel. Op verschillende van deze inzendingen gaan we de volgende weken nog wat dieper in in een apart artikel.
Positieve reacties
Zowel bij de curatoren van Bravoure als bij de andere aanwezigen op de vooropening noteerden we vooral positieve reacties op de inzending van het Belgisch paviljoen. “We hebben veel positieve commentaren gekregen , niet alleen van Belgische architecten, maar zelfs ook van Paolo Baratta, de president van de Biënnale. Hij was heel lang in het paviljoen geweest en zei bij het buitengaan dat één zin in onze introductietekst hem vooral zal bijblijven: Architecture is made by simple things. Toen wisten we zeker: het zit goed en we mogen tevreden zijn.”
Volgens Minister Gatz toont hetgeen we te zien krijgen in het paviljoen aan dat we met Vlaamse architecten heel creatief kunnen zijn en vormt het een mooie staalkaart van de eigenheid van de Vlaamse architectuur. “We zijn iets kleinschaliger dan in andere landen; er zijn bij ons iets minder grote projecten. Je ziet ook wel dat de Vlaamse architecten teruggaan naar – en dat merk je goed in het paviljoen – naar oudere technieken die opnieuw inzetbaar zijn en die kunnen heruitgevonden worden. De combinatie van creativiteit en plantrekkerij is voor mij typisch voor onze architectuur. Plantrekkerij kan negatief klinken, maar moet hier als een compliment, als ene geuzennaam beschouwd worden.”
“Tevreden is een understatement”, zegt Christophe Grafe, directeur van het VAI als we polsen naar zijn reactie. “Ik ben bijzonder gelukkig omdat het een prachtige tentoonstelling is en omdat het een bijzonder goede samenwerking was. Maar bovenal omdat we er in geslaagd zijn om te laten zien dat een maatschappelijk programma via de architectuur zelf kan getoond worden. De tentoonstelling toont aan dat in het onverwachte vaak de oplossing zit. Het is een kwestie van goed kijken, je metier kennen maar ook van liefde voor je vak, voor de materialen en het vakmanschap. De onafhankelijkheid van geest is datgene wat het naar een ander plan trekt.
Architectuurprojecten die aan bod komen in het Belgisch paviljoen
•Scoutslokalen, Blankenberge, 2008
architecten Els Claessens en Tania Vandenbussche
•Rijksarchief, Gent, 2014
Robbrecht en Daem architecten in samenwerking met Arch & Teco
•Maarschalk Gerardstraat 5, Antwerpen, 2014
Eagles of Architecture
•Atelier Michel François, Brussel, 2014
Philippe Vander Maren - Richard Venlet
•Crèche De Strandloper, IGLO, Antwerpen, 2013
De Smet Vermeulen architecten
•Passieve crèche, Nijvel, 2013
BURO II & ARCHI+I
•Refuge II, Nevele, 2014
Wim Goes Architectuur
•VILLA: Buggenhout, 2010
OFFICE Kersten Geers David Van Severen
•WOSHO, Herzele, 1986-2013
Jo Van Den Berghe - architect
•Kijkgat, Strombeek, 2013
Laura Muyldermans + Atelier Starzak Strebicki
•Bridge, Brussels, 2014
Gijs Van Vaerenbergh
•Tacktoren, Kortrijk, 1999; uitbreiding deSingel Internationale Kunstcampus, Antwerpen, 2010
Stéphane Beel Architects en Architecten Achtergael
•Basisschool De Brug, Erpe-Mere, 2011-huidig
Architectenbureau Bart Dehaene – Sileghem & Partners in samenwerking met Ante Timmermans