BETA en Kaderstudio transformeren voormalige Brusselse fabriek tot intergenerationeel woonproject

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image

In de Brusselse Noordwijk zetten ontwerpbureaus BETA en Kaderstudio een ambitieuze stap richting inclusieve stadsvernieuwing met de transformatie van een voormalige fabriek tot het intergenerationeel woonproject Masui. De site, geselecteerd door OCMW Brussel en de Bouwmeester Maître Architecte (BMA), vormt een strategisch knooppunt aan de Masuistraat, pal aan de toegang tot het Zennepark. Het project bouwt voort op de recente investeringen in de buurt en adresseert tegelijk de nood aan toegankelijke, kwalitatieve woningen voor ouderen en eenoudergezinnen. Die doelgroepen worden bewust samengebracht in een programma dat solidariteit, gemeenschap en circulariteit centraal stelt.

De Noordwijk is een complexe, maar boeiende stedelijke omgeving. Het gebied wordt begrensd door infrastructuurbarrières zoals het kanaal en de spoorlijnen, en wordt gekenmerkt door dichtbebouwde pakhuizen en bescheiden woningen. Veel van deze gebouwen verkeren in slechte staat, wat bijdraagt aan sociale kwetsbaarheid en een duidelijke behoefte aan nieuwe woonvormen. Tegelijk biedt de wijk bijzondere historische lagen dankzij het industriële verleden langs de Zenne, die in de 19e eeuw werd overwelfd maar vandaag opnieuw een motor is voor ruimtelijke kwaliteit.

Transformatie binnen een historisch-industrieel stadsweefsel

De recente herontwikkeling in het kader van het Wijkcontract Helihaven-Antwerpen zorgde onder meer voor de aanleg van het Zennepark: een langgerekt, groen lint dat de wijk opnieuw structureert en publieke ruimte toevoegt waar die decennialang ontbrak. Het project van BETA en Kaderstudio sluit precies aan op dit park en functioneert als een schakel tussen privé en publiek. De strategische ligging maakt het gebouw tot een uitnodigende toegangspoort en tot een motor voor verdere sociale dynamiek in de buurt.

Het bestaande gebouw uit de jaren 60 heeft een karakteristieke maar tegelijk genereuze structuur die uitnodigt tot hergebruik. Ooit was het een werkplaats voor modeltreinen, later een garage; vandaag vormt het een dankbare drager voor een duurzaam woonprogramma. De architecten kozen radicaal voor behoud van de betonnen ruwbouw. Het stalen dak wordt verwijderd om een groene, beschutte patio te creëren, terwijl het robuuste betonskelet zichtbaar blijft als structurerend element voor de nieuwe collectieve ruimtes.

Laagdrempelige plek met intergenerationele dynamiek

In de plint wordt de relatie met de buurt voluit ingezet. Een brede opening bundelt alle toegangen en trekt publiek en bewoners letterlijk naar binnen. Op het gelijkvloers liggen de openbare wasserette, de circulatieruimtes en de open fietshelling die naar de tuin en de gedeelde voorzieningen leidt. De wasserette, beheerd door de bewoners, fungeert als sociale ontmoetingsruimte voor de hele wijk. Het is een laagdrempelige plek waar contacten ontstaan die bijdragen aan de gewenste intergenerationele dynamiek.

De collectieve ruimte in de kelderverdieping is verrassend licht dankzij de dubbele hoogte en de directe relatie met de tuin. Onder de ritmische betonnen liggers ontstaat een genereuze plek voor gemeenschappelijk gebruik, waar activiteiten spontaan kunnen ontstaan. De interne hellingbaan maakt het geheel volledig toegankelijk en verbindt straat, tuin, fietsenstalling en woonlagen in één doorlopende beweging. Het groene hofje zelf vormt een intiem tegengewicht voor het publiekere Zennepark, met ruimte voor ontmoeting, schaduw, rust én stedelijk tuinieren.

Een woonprogramma dat solidariteit stimuleert

Het woonprogramma omvat twee bestaande bouwlagen en één nieuwe verdieping in houtbouw. De toevoeging is duidelijk leesbaar in de gevel, waar verschillende texturen gerecupereerde baksteen de gelaagdheid van het gebouw tonen. Die materialiteit verwijst niet alleen naar het industriële verleden van de site, maar onderstreept ook het circulaire karakter van het project. De gevel vormt een hybride uitstraling tussen robuust en huiselijk, precies passend bij de mengvorm van wonen, delen en ontmoeten.

Op elke verdieping ligt één woning voor een oudere bewoner centraal, geflankeerd door woningen voor eenoudergezinnen. Deze complementaire typologie is bewust gekozen: ouderen vinden nabijheid en ondersteuning bij jonge gezinnen, terwijl alleenstaande ouders kunnen rekenen op extra sociale omkadering. Aan de patiozijde delen de woningen een diep terras dat als sociale tussenruimte fungeert. Een kleine spiltrap verbindt de verdiepingen en maakt het mogelijk om snel naar de tuin af te dalen, wat de informele circulatie stimuleert.

Radicaal behoud en circulaire ontwerpprincipes

De architecturale aanpak zoekt steeds een subtiel evenwicht tussen private en gedeelde ruimtes. Door hun ruimtelijkheid en oriëntatie nodigen de collectieve plekken uit tot gebruik, zonder dat bewoners privacy verliezen. De nieuwe openingen in de bakstenen tuinmuur fungeren als zachte filters die de grens tussen publiek en collectief poreus maken. Zo ontstaat een woonmodel waarin de intergenerationele gemeenschap niet geïsoleerd raakt, maar verweven wordt met het leven in de wijk.

Tot slot kiest het project bewust voor een circulaire bouwstrategie, met maximale hergebruik van de bestaande structuur, recuperatiematerialen zoals baksteen en staal, biogebaseerde isolatie en een omkeerbaar ontwerp. Deze duurzame keuzes maken het gebouw veerkrachtig en aanpasbaar voor toekomstige generaties. Masui toont hoe hergebruik en sociale ambities elkaar kunnen versterken en hoe een voormalige industriële plek kan uitgroeien tot een levendige, gedeelde woonomgeving die de buurt echt vooruithelpt.

Bron BETA, Kaderstudio, Architectenweb & BMA

  • Deel dit artikel

Onze partners