‘Beter een gebouw in een park dan een park op een gebouw’: Bas Smets, Arne Deruyter en Hans Druart over hun inspiratiebronnen (DEEL III)

Het belang van landschapsarchitectuur is nog nooit zo groot geweest als vandaag, maar het vakgebied staat met de klimaatopwarming ook voor een enorme uitdaging. Daar zijn Bas Smets, Arne Deruyter en Hans Druart (OMGEVING & BLIKVELD) van doordrongen. Architectura sprak met hen over de veranderende rol van landschapsarchitectuur. In dit derde deel hebben we het over goede praktijkvoorbeelden en inspiratiebronnen. Lees hier ook deel I en deel II van het interview.

Bas Smets leidt sinds 2007 Bureau Bas Smets in Brussel, na omzwervingen naar Parijs en Genève, en realiseerde intussen al meer dan vijftig projecten in twaalf landen. Arne Deruyter richtte in 2015 Atelier Arne Deruyter op na zeven jaar als projectleider bij Robbrecht en Daem architecten, met de transformatie van de Plantentuin van Meise – het walhalla voor landschapsarchitecten – als paradepaardje. Nog zo’n gevestigde naam is OMGEVING. Hans Druart vervoegde het team daar in 2019, toen het gerenommeerde buro voor vrije ruimte in OMGEVING werd gekanteld. Druart is ook voorzitter van BLIKVELD, de nieuwe vakvereniging van tuin- en landschapsarchitecten.

Architectura bracht deze drie landschapsarchitecten samen voor een boeiend gesprek over de rol en toekomst van hun vakgebied.
 

Wat zijn voor jullie inspirerende landschapsprojecten in binnen- en buitenland?

Bas: Singapore vind ik een mooi voorbeeld van grootschalige natuurinclusieve stadsontwikkeling. Daar is een National Parks Board opgericht om heel de eilandstaat te gaan herdenken met het achterliggende idee om zelfvoorzienend te worden. Er is een gelaagdheid gecreëerd van natuurlijke bronnen die nodig zijn om te overleven, gekoppeld aan een gebruikslaag. Zo dienen de waterreservoirs bijvoorbeeld ook voor recreatieve doeleinden. Op die manier is daar een nieuw evenwicht gecreëerd tussen wat de natuur krijgt en wat de mens claimt. Singapore wil een stad in een park zijn, geen stad met een park. Het is heel fascinerend om te zien hoe ze die transformatie daar op zo’n grote schaal durven zien.’


Met Singapore indachtig: hoe staan jullie tegenover groenintegratie in gebouwen?

Arne: ‘Een gevel begroeid met klimplanten is fantastisch maar zodra je groen gaat planten op de gevel vraag ik mij af wat de meerwaarde is. Die planten hebben water nodig en ik ben er niet van overtuigd dat het kleine beetje CO2-opslag van die planten opweegt tegen het waterverbruik dat nodig is om ze planten te bevloeien.’  

Hans: ‘Het gebruik van gevels en daken als groene ruimte kunnen we alleen maar aanmoedigen. Het probleem is dat er te veel gedacht wordt aan de mooie groene plaatjes, maar te weinig aan wat daaronder zit, met name de wortels. En die zijn minstens even belangrijk als wat je bovengronds ziet.’

Bas: ‘Ook ik ben uiteraard niet tegen groene gevels en daken. Hoe meer groen hoe beter. Maar: als je een boom wilt plaatsen, kan je hem veel beter in de grond plaatsen dan op de gevel. In Singapore zijn er inderdaad veel groene gevels gemaakt maar in een subtropisch klimaat groeien die planten zonder enige moeite. Bij ons zet je nog altijd beter een goed ontworpen gebouw in een goed ontworpen park dan een park op een gebouw.’
 

Hebben jullie verder nog inspiratiebronnen? 

Arne: ‘Het landschapspark in Essen vind ik een fantastische plek. Daar wordt een industriële site ingezet als groene ruimte, als buurtplek, wat heel vooruitstrevend was voor die tijd.’

Hans: ‘Ik denk niet meteen aan een project, maar eerder aan een bureau: Vogt uit Zwitserland. Zij hebben een mooi oog voor het natuurlijke en slagen er tegelijk in om een narratief op te bouwen vanuit het DNA van de plek zelf en de mensen die errond wonen. Ook de Nederlandse Michaël Van Gessel kon heel sterk een landschap analyseren en van daaruit een mooi toekomstverhaal opbouwen.’

Arne: ‘Burle Marx vind ik fantastisch. Hij kan als geen ander een prachtig spel van vorm en plant creëren. Ook H+N+S uit Nederland is erg goed. Zij ontwikkelen steeds een heel sterke visie achter het mooie plaatje.’

Bas Smets: Ik ga voor Frederick Law Olmsted. Hij is voor mij de belichaming van de landschapsarchitect als supervisor van alle werken. Hij had geen schrik om rotsen te verplaatsen of om waterlopen te verleggen. Het idee dat een landschap maakbaar is, was bij hem heel sterk aanwezig. Ook Georges Descombes, die mijn professor is geweest in Genève, is een bron van inspiratie omdat hij erin slaagt om door een gedegen kennis van een site met een minimale ingreep een maximaal effect te creëren.

Hans: ‘Dichter bij huis zijn Chris Vermander en Paul Deroose bepalend geweest voor de professionalisering van ons vakgebied in Vlaanderen. Ik heb het geluk gehad om tien jaar te mogen samenwerken met Chris bij het buro voor vrije ruimte.’

Arne: ‘Klopt, zij zijn samen met Luc Wallays de pioniers geweest die de plek voor landschapsarchitecten hebben opgeëist.’


Naar welke eigen projecten kijken jullie vandaag uit?

Arne: ‘Je bent verliefd op alle projecten die je maakt, zelfs het kleinste tuintje kan mij nog boeien. Als ik er eentje moet uitpikken is het Manchester in Brussel, een creatieve hub op een bijzondere plek, waar er nog investering mag en de vibes nu reeds in de lucht hangen.’

Hans: ‘Onlangs hebben we de wedstrijd gewonnen voor de opwaardering van de kern van Dilbeek. Ik kijk erg uit naar de verdere uitwerking daarvan, net omdat het project veel verder gaat dan de heraanleg van een plein. Het omvat ook de opwaardering van een beschermd kasteelpark, een verregaande ontharding en een opwaardering van over gedimensioneerde straten naar lanen om in te leven, te spelen en wandelen. Vanuit een strategische benadering werd een ontwerp uitgewerkt dat terug een ziel geeft aan het centrum van de gemeente. Binnenkort wordt het traject opgestart om met alle betrokken partijen, in het bijzonder de inwoners van Dilbeek, dit plan verder uit te werken en tot uitvoering te brengen.’

Bas: ‘Vorig jaar hebben we de wedstrijd gewonnen voor de nieuwe Scheldeboorden op Linkeroever in Antwerpen. Na de ophoging mogen we daar een 6 kilometer lange wandelpromenade aanleggen. Begin dit jaar kwam daar een project aan de overkant van de rivier bij: de gebiedsontwikkeling van de Loodswezensite. Het is heel boeiend om daar een antwoord te kunnen bieden op alle vragen van een resistente stad en er een publieke ruimte van de 21ste eeuw van te maken. En waar we vroeger eerder het hulpje waren van de architect, zijn we hier de mandataris van de opdracht. Wij leiden het team en kunnen de regisseur zijn van alle expertises op vlak van ecologie, stedenbouw, klimaat,...’
 

Zouden landschapsarchitecten vaker de regisseur van de opdracht moeten zijn?

Bas: ‘Dat gaat sowieso gebeuren want als landschapsarchitect zijn wij het best geplaatst om zulke projecten op ons de nemen.’
 

Deel dit artikel:
Onze partners