Betonnen vloerplaten voor herinrichting Rogierplein

Het Brusselse Rogierplein is een knooppunt van verschillende soorten verkeer, winkels, hotels, kantoren en cultuur. Voor de herinrichting van de hele zone, de verbindingen ernaartoe en de metroruimtes werd MIDDEN 2006 een internationale architectuurwedstrijd uitgeschreven. Bedoeling was het plein te laten heropleven. Rekening houdend met esthetische, ecologische en mobiliteitsdoelstellingen werd een ambitieus plan ontworpen. De bestrating – elegante betontegels gróót formaat - vormt op verschillende fronten een meerwaarde voor het project.

Het Rogierplein wordt zowel door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als door de gemeente Sint-Joost-ten-Node beheerd. Dat maakt een herinrichting er nooit gemakkelijker op. De gemeente had in 2004 al plannen voor de heraanleg van een deel van de zone. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering zag het groter en besliste om een internationale architectuurwedstrijd uit te schrijven. Vijf kandidaat-ontwerpers mochten in 2006 meedingen om het plein zelf , de metroruimtes en de verbindingen daartussen te realiseren.

 

Contrasterende materialen

De opdrachtgever koos voor de Brusselse architectenbureau Xaveer De Geyter Architecten. Het ontwerp kreeg onder meer waardering omdat het op verschillende niveaus ‘werkt’. De ruime patio op het plein zelf zorgt voor daglicht in de metroruimtes. Reizigers kunnen vlot overstappen van het ene op het andere vervoermiddel, zowel boven- als ondergronds. Visueel meest in het oog springend is de indrukwekkende luifel van 64 meter diameter. Belangrijk zijn de contrasterende materialen en kleuren, ingezet om de functiediversiteit van de verschillende zones aan te geven. Het plein zelf is in donkere steen uitgevoerd, zonder obstakels. In de toekomst wordt het autovrij zodat er activiteiten en tentoonstellingen georganiseerd kunnen worden. Voor de voetgangersstrip koos de architect voor vloerplaten van twee bij twee meter. Karel Bruyland, projectarchitect bij Xaveer De Geyter Architects: “De strip is van een heel grote schaal, 360m lang en 22m breed. Een dergelijke schaal vraagt om een betegeling van groot formaat. Dit concept maakte ook een snelle uitvoering mogelijk."

 

Zuidelijke sfeer

De schaal van de vloerplaten biedt het geheel een weids en egaal effect. Van dichterbij is een gestippeld patroon te ontwaren, bij wijze van spreken een uitvergroting van een klassieke terrazzovloerbedekking. Die structuur paste de architect eerder toe, voor een binnenruimte van de Gentse universiteit. Hier werd, aangepast aan de buitenruimte, gekozen voor een ruwer geproduceerde versie van de vloerplaat.

Inge Paemen van Brussel Mobiliteit: “Dankzij hun structuur en kleur wekken de vloerplaten, die vaak in volle zon liggen, een zuidelijke sfeer op. Dat zal nog versterkt worden eens de horeca-uitbaters er hun terras installeren. De witte platen beantwoorden aan de esthetische wensen van de architect, maar komen ook tegemoet aan het stapcomfort van de wandelaars.

 

Ondersteboven

Op het eerste gezicht lijken de vloerplaten inderdaad uitgewassen te zijn. Toch liggen de granulaten – in dit geval keien van 40-60 – egaler in het vlak dan we van deze nabehandeling gewoon zijn.

Om het gewenste resultaat te bekomen, werd een gepaste productietechniek bedacht, en werd de productie dan ook met de grootste zorg aangepakt door Stradus Infra. Om te beginnen werden de vloerplaten ondersteboven geproduceerd. Voor aanvang werd de mal ingesmeerd met vertrager. Eens die was uitgehard, werden de – zorgvuldig afgewogen - keien manueel en gelijkmatig verdeeld over de malbodem. Om een egaal effect te creëren, telt elke plaat evenveel keien. Over de keipartijen werd voorzichtig een zelfverdichtend betonmengel gegoten. Daarop kwam de constructieve wapening te liggen en werd de mals afgevuld met gewone zelfverdichtende kiezelbeton, grijs of wit naargelang de zijkant al dan niet zichtbaar zou zijn na plaatsing. Na een dag uitharden, kon de plaats ontkist worden.

 

Functies

Gezien het formaat van de producten, de verschillende functies van het plein, en de niveauverschillen, was ook de plaatsing een uitdaging. Om de zware tegels te kunnen plaatsen, gebruikte men een systeem met zuignappen. Daar waar bussen moeten passeren werd de onderlaag versterkt met zelfverdichtend beton.

Inge Paemen: “Op bepaalde plaatsen doen zich niveauverschillen voor om meer ondergrondse ruimte te voorzien Omdat onze technische dienst met grote formaten te doen had, was het moeilijk om die hoogteverschillen gradueel te laten verlopen. De trapsgewijze decalage bleek onmiddellijk dienst te doen als zitbanken. Er was en is een zeer nauwe samenwerking tussen Brussel Mobiliteit, de aannemer en de architect. Momenteel worden tests uitgevoerd met producten om het insijpelen van vetten en oliën te beletten. We vinden het namelijk van groot belang dat de zone op lange termijn haar esthetische waarde behoudt.”

Bron: Febe
Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners