BIM – What’s in it voor de opdrachtgever?

Op de beurs Utility2Build mocht BIM niet ontbreken als thema van de seminaries. Peggy Bovens van Bouwdata zal samen met Kevin Coeymans en Marijn Degerickx van Q-Bus Architectenbureau focussen op de consequenties van het bimmen voor de opdrachtgever. Peggy Bovens die de werken aan AZ Sint-Maarten opvolgde, licht voor BIMtonic en Architectura.be alvast een tip van de sluier.

BIM vraagt transparantie, verantwoordelijkheidszin en discipline. Alle administratieve gewoontes die geen kennis opleveren, worden best overboord gegooid. De presentatie toont hoe dit bij de vervangingsnieuwbouw van AZ St Maarten te Mechelen verloopt.

De meeste projecten tot dusver verlopen volgens de klassieke “design-bid-build” procedure. In België zijn er hierbij drie grote “bottle necks” die een vlotte afhandeling verhinderen:

  • De opmeting gebeurt door de architect maar de verantwoordelijkheid ligt bij de aannemer. Dit leidt tot slordigheid en vormt de bron waar het leeuwendeel van de verrekeningen uit voortstroomt.
  • De manier waarop de meetstaat opgebouwd wordt, behoort tot de “creatieve vrijheid” van de architect. M.a.w. de calculator bij een aannemer krijgt, nog los van het project an sich, een steeds wisselende document voorgelegd waardoor hij nauwelijks project overkoepelende kennis kan opbouwen
  • De “indirecte kosten” m.b.t. een deel van de bouwplaatsinrichting, werkvoorbereiding, projectleiding, AK en winst/risico vormen, afhankelijk van het soort project, 18 à 30% van de productiekost en zitten verborgen in de “directe kosten”. D.w.z. dat de reële kostprijs enkel door de betrokken aannemer gekend is.

Gezien de grote concurrentie en het feit dat het enige criterium de prijs is, zal een aannemer geneigd zijn om weinig uitgewerkte dossiers of dossiers met een grote foutenlast te selecteren en een negatieve marge te nemen op de “foute” posten.

Daarnaast ontwikkelt hij een alternatief scenario met een realistische tot hoge marge en zal hij bij uitvoering wijzigingen stimuleren om zo zijn mogelijk initieel negatieve marge alsnog te corrigeren.

Dit maakt dat de reële bouwkost vaak tot 30% hoger ligt dan de aannemingssom. Lukt het de aannemer niet om dit geld bij de bouwheer te recupereren via verrrekeningen, dan zal hij zijn onderaannemer via slechte contracten onder druk zetten. En lukt dit laatste evenmin, dan zal de hoofdaannemer te maken krijgen met een pak verliesposten.

 

>> Lees het volledige artikel op BIMtonic.be

Bron: BIMtonic
Deel dit artikel:
Onze partners