Bis, het bouw- en inspiratiesalon heeft de winnaars van de 11de editie van haar architectuurwedstrijd bekendgemaakt. De wedstrijd, gesteund door de Orde van Architecten - Vlaamse Raad, had dit jaar als thema ‘sharing’. De winnaars werden geselecteerd uit veertig kandidaten. Tijdens bis, bouw- en inspiratiesalon (5-13 oktober in Flanders Expo) loopt een tentoonstelling rond de winnende projecten.
Thema 2019: sharing
Delen dus, in de brede zin van het woord: cohousing, kangoeroewonen, ruimtes met verschillende doelen op verschillende tijdstippen en andere collectieve (woon)vormen. We leven in een dichtgeslibd Vlaanderen, waar de druk op onze ruimte blijft toenemen. Eindeloze lintbebouwing en verkavelingen, fileleed, honderden kilometers aan nutsvoorzieningen… Hoog tijd om meer duurzame woonmodellen in te zetten, zonder in te boeten op de zogenaamde pretfactor van de vrijstaande villa.
Op een creatieve manier inzetten op duurzaam wonen, aan de hand van sharing-principes, zonder de architectuur uit het oog te verliezen: dat was de opdracht van deze wedstrijd. Al dan niet residentiële ontwerpen die gedeelde ruimtes en voorzieningen inschakelen om zo betaalbaarder, kwalitatiever en energiezuiniger te leven, kwamen in aanmerking.
De bis architectuurwedstrijd richt zich niet alleen op gerealiseerde projecten. Ook lopende plannen, ontwerpen of concepten waren welkom.
Projecten waarin werd nagedacht over:
• Sharing in de ruime zin van het woord
• Duurzaam wonen
• Slim gebruik van de ruimte
De jury bestond dit jaar uit Eric Cloes, hoofdredacteur van Ik ga bouwen, Nathan Van Den Bossche, docent Bouwtechniek UGent, Nele Van Damme, CEO Upgrade Estate en Marnik Dehaen, voorzitter van de Vlaamse Raad van de Orde van Architecten, als waarnemend jurylid.
Winnaars
1. G LAB: omvorming van een huis voor een nieuw samengesteld gezin dat ook opengesteld wordt voor anderen
Ontwerper: Tc Plus
Locatie: Brugge
Omschrijving van het project: Bij het verbouwen van de woning stond vooral ‘beleving’ centraal. Buiten is de woning drie maal zo groot geworden dankzij de toevoeging van buitenkamers. G-LAB biedt zo een eigenzinnig antwoord op ‘duurzaam bouwen’: een interactieve woning in harmonie met natuur en stad. Vlak aan de straat ligt een eerste kamer ‘Buurtplein’. Een petanquebaan, die altijd toegankelijk is voor de buurt en waar iedereen kan samenspelen. De andere buitenkamers zijn uit groen beton gemaakt: als tussentaal tussen natuur en architectuur. De ene helft ervan is ommuurd tegen de wind, de andere helft is overdekt tegen regen of felle zon. De grens tussen publiek en privé, de klassieke voordeur, is een acht meter lang opwaaiend textiel dat als afscheiding kan functioneren. Meestal hangt die helemaal open en soms sluit iemand ze op zoek naar wat meer geborgenheid. De kernwoning bestaat uit de oorspronkelijke binnenruimtes. Elke kamer heeft een naam en soms ook een specifieke kleur gekregen, al naargelang de functie. Aan de achterzijde van de kernwoning bevinden zich nog enkele overdekte buitenkamers, zoals bv de ‘Dageraadkamer’ met zicht op het achterliggend natuurgebied. G-LAB staat open voor heel diverse ontmoetingen: een mengeling van bottom-up en topdown-initiatieven, dagdagelijkse en rituele handelingen, intieme en publieke initiatieven, zakelijke, sociale en artistieke invalshoeken, eenmalige en terugkomende activiteiten,… G-LAB plaatst zich buiten het traditionele economische model. Je kunt geen ruimtes huren of claimen, enkel maar delen.
Motivatie van de jury: Dit project is een mooi voorbeeld van hoe je kan loskomen van het individualisme. Een samengesteld gezin breidt zijn eigen woning uit om gemeenschappelijk leven te creëren. Zo wordt bv. het buurtleven gestimuleerd door een petanquebaan aan te leggen in plaats van een parking. De architecten stellen het concept ‘privaat domein’ in vraag. Met eenvoudige materialen (bv gordijnen) en op een budgetvriendelijke manier hebben ze een concept gecreëerd dat toegankelijk is voor veel mensen. Een kleine creatieve input met een grote impact. Dit project toont aan dat het debat over ruimtelijkheid meer is dan een debat over individualisme.
2. Cohousing Hof Ter Beemt: historische hoeve wordt duurzaam cohousingproject voor 7 gezinnen
Ontwerper: Anno Architecten en MVC Architecten
Locatie: Zingem
Omschrijving van het project: Zeven jonge gezinnen sloegen de handen in elkaar en maakten van deze 300 jaar oude hoeve met jeneverstokerij, wagenhuis, herenboerderij, schuren, stallen… een echte woondroom. Elk gezin heeft nu een eigen compacte woning, met alle voorzieningen en een stuk private tuin. Daarnaast zijn er een aantal gemeenschappelijke ruimtes: een binnenkoer, een (fietsen)berging, een gezamenlijke parking aan de zijkant, een speelruimte voor de kinderen, een werkatelier, gezamenlijk waterbeheer en een grote tuin met boomgaard, moestuin, schuur en zwemvijver. Het laten herleven van de erfgoedwaardes, sociaal duurzaam wonen en ecologisch bouwen: dat was de missie. Zowel het concept, de materialen en de technieken tonen het beste van duurzaam bouwen: de gemeenschappelijke pelletketel die centraal warmte opwerkt voor een collectief warmtenet, de ecologische binnenisolatie met cellulose of kalkhennep, de cementarme vloeropbouw met schelpen of glasgranulaten, de 3-voudige beglazing, de balansventilatie met warmteterugwinning, traditionele kalktechnieken en leempleisters… De toegepaste natuurlijke afwerkingsmaterialen zoals leem- en kalkpleisters sluiten goed aan bij de historische materialen. Niet alleen bouwfysisch maar ook naar gevoel en sfeer.
Motivatie van de jury: Deze zeer geslaagde reconversie van een erfgoedgebouw is een voorbeeld van sharing ‘pur sang’. Op een ecologische en energiezuinige manier, en met respect voor het authentieke karakter, wordt op een hedendaagse manier invulling gegeven aan de hoeve. Hier worden ecologische materialen op een innovatieve manier toegepast. Rekening houdend met de voorkeuren van de verschillende bewoners ontstaat er een mooie harmonie tussen eigentijds wonen en het behoud en opwaardering van een uniek monument.
3. KRUUL: een driehoekig stuk grond van 60 m2 met een bouwvallig huisje wordt getransformeerd tot een inspirerende plek waar werken (architectenkantoor), wonen en buurtbeleving samenkomen.
Ontwerper: DMOA architecten bv bvba
Locatie: Leuven
Omschrijving van het project: Dankzij de aankoop van kleine stukjes grond van het park achter en naast het gebouw wordt het spievormige stuk grond een trapezium waardoor het project meer mogelijkheden krijgt. Omdat de oppervlakte te groot is voor het architectenkantoor, wordt een kleine woonunit met zicht op het park geïntegreerd. De architecten dromen van een gebouw om te delen, dat ook buiten de kantooruren kan gebruikt worden. Een ‘open huis’ als nieuwe baken voor de buurt, dat met zijn bijzondere architectuur een sterke aantrekkingskracht heeft. De gelijkvloerse verdieping met open keuken en de penthouseverdieping met ruim dakterras kunnen gebruikt worden als eventruimte: een mooi voorbeeld van ruimtelijk rendement. KRUUL is geconcipieerd als een ‘smart building’, waar niet enkel de temperatuur maar ook het CO2-gehalte continu gemonitord en bijgestuurd worden. Dit zorgt in de winter en tijdens de tussenseizoenen voor een perfect binnenklimaat. Naast de basiseisen op vlak van duurzaam energie- en materiaalgebruik worden de 22 palen waarop het gebouw gefundeerd is, voorzien van lussen van elk 10 m diep die samen een opbrengst van 10kW kunnen genereren. Aan dit systeem is een grondwarmtepomp gekoppeld. Waar de gevel een ronde bocht maakt zijn er twee grote glaspartijen in gebogen driedubbel glas geplaatst. De gebruikte fotovoltaïsche cellen zijn van een nieuwe generatie en zijn voorzien van een dubbelzijdige captatie. Om die reden is de dakbedekking wit.
Motivatie van de jury: Dit duurzame project toont aan dat ruimte nooit verloren is. Door in dialoog te treden met de buurt en aan ‘grondruil’ te doen met de stad is een win-win situatie ontstaan. Door de ‘grondruil ‘ kan het achterliggend stuk dat anders onbenut blijft, opengesteld worden voor de buurt. Een mooi voorbeeld van sharing. De woning die dienst doet als architectenkantoor deelt immers bepaalde faciliteiten met de buurt, ook na de kantooruren, waardoor de sociale controle verhoogt. Dit energiezuinige gebouw is bovendien ook op architecturaal vlak heel geslaagd.
4. Cityloft: een kleine cocon met een grote belevingsbubbel errond
Ontwerper: UAU collectiv 4 Architecture bv CVBA
Locatie: Hasselt
Omschrijving van het project: Het perceel bevindt zich in de Hasseltse binnenstad. Een doorsteek doorheen de panden geeft nieuwe impulsen om deze straat op te waarderen. Er wordt een semi-privaat plein voorzien door bestaande tuinmuren af te breken en de binnentuin om te vormen tot een privaat plein met een publiek karakter. Essentieel voor het ontwerp in deze binnenstedelijke context is ook het behoud van de privacy en de woonkwaliteit van zowel de toekomstige bewoners als die van de buren. Door de zorgvuldige vormgeving van de ‘monoliet’ wordt geen daglicht/zonlicht van de aangrenzende percelen ontnomen. De 39 studio’s, 2 horecapanden, 16 parkeerplaatsen, fietsenstalling voor 78 fietsen en 2 kelderbergingen zijn verdeeld over 7 bouwlagen, waarvan 1 ondergronds. Via de lift komt men op de verdieping uit in een ruim atrium, waar zich een grote vide bevindt waarlangs natuurlijk bovenlicht binnen komt. Zo ontstaat er een ruimtelijkheid binnen in het volume. Door de binnentrap wordt deze gemeenschappelijke ruimte extra versterkt en komt ze helemaal tot leven. Eenmaal op de verdieping krijgt men via de ruime gang een directe interactie met zowel de gemeenschappelijke ruimte alsook de stad door insnijdingen aan beide zijden van de gevel. De insnijdingen en de smalle ramen zorgen voor de nodige privacy maar laten wel nog voldoende licht door. Verder is er tussen het terras van de horeca en de aangrenzende studio’s een hoogteverschil en een groene barrière, waardoor ook hier voldoende privacy verzekerd is.
Motivatie van de jury: De grote meerwaarde van dit project is het opentrekken van het terrein voor de buurt. Het dak, dat meestal een verloren laag is, is een daktuin waardoor er een ‘dakbeleving’ ontstaat voor de hele buurt. Ook de foodbar op het gelijkvloers zorgt voor een ‘buurtbeleving’. De gemeenschappelijke faciliteiten compenseren het feit dat men kleiner woont. De bewoner moet immers niet inboeten aan ruimte. Ten slotte is dit concept architecturaal zeer sterk.