Om renovatie in de kijker te plaatsen, organiseerde de bouwbeurs BIS samen met de Orde van Architecten, de Confederatie Bouw en CIB een Architectuur-wedstrijd rond recente innovaties in Vlaanderen. Uit de 41 ingezonden projecten selecteerde de jury 6 projecten die getoond zullen worden tijdens de BIS Beurs van 3 tot 11 oktober. De bekroonde architecten zijn Graux en Baeyens, Jan De Vylder, Verdickt & Verdickt, UR Architects, Lens Ass en ten slotte BOB361 dat onlangs ook een nominatie in de wacht sleepte voor het World Architecture Festival in Barcelona.
De jury bestond uit Wim Boydens (ingenieur en docent Universiteit Gent), Tania Hertveld (medewerkster Vlaamse Bouwmeester), Jo Lefebure (Stad Gent), Ignace Vandenabeele (projectontwikkelaar), Marie-José Van Hee (architecte) en Veerle Wenes (BIS).
De jury heeft alle inzendingen uitvoerig bestudeerd en 5 projecten + 1 project buiten categorie verkozen tot winnaars.
Hét hoofdingrediënt van een geslaagde renovatie met aandacht voor de aspecten duurzaamheid en energiezuinigheid was voor de jury het behoud van de integriteit van het pand.
Graux & Bayens - Renovatie achterbouw van rijwoning in Gent
Deze smalle rijwoning, waarmee de Vlaamse stedelijke omgevingen vergeven is, is voor de 5-koppige jury een zeer knap voorbeeld van een renovatie met respect voor wat er reeds aanwezig was in het pand. Het mengen van oude elementen in het nieuwe en omgekeerd, het brengen van het nieuwe met eerbied voor het oude. Daarenboven is de kleur- en materiaalkeuze erg geslaagd. De architect als begeleider van deze veranderingsprocessen heeft borg gestaan voor een optimale leefkwaliteit in een stedelijke omgeving.
Jan De Vylder architecten - Uitbreiding van rijwoning in Gentbrugge
Het architectenduo verwoordt het als volgt:
De derde kamer. Voor in de tuin. En om zelf te bouwen.
Derde kamer zonder gevel. Één raam. Dat is de tuin. De tuin in de kamer. De kamer in de tuin. En een deur. Die winter van zomer onderscheidt. En een muur die anders is in de zomer.
Raam en zwart. Geen kamer meer. Meer.
Hout. Om zelf te bouwen. Om net iets anders te zijn dan het huis.
Duurzaam bouwen start daar waar hergebruik start. Juiste materialen en goede isolatie is ondertussen standaard. Duurzaam bouwen niet langer als energetisch adagium maar terug als beleving. En in deze des te meer: duurzaam zelf bouwen. Zelf bouwen als duurzaam realiseren: realiseren van zijn (t)huis. Realiseren wat bouwen is.
Duurzaam bouwen start met het lezen van wat er is.
LENSASS architecten - Omvorming van voormalige herberg tot commerciële ruimte en woonruimte in Sint-Truiden
Waarom buiten categorie?
Ten eerste gaat het niet uitsluitend om gezinswoning (commerciële + woonruimte); ten tweede is het project met een zeer lijvig budget gerealiseerd.
Het eindresultaat van deze ‘restauratie’ in plaats van ‘renovatie’ waarborgt een zeer hedendaagse levenskwaliteit. Hedendaagse woonfuncties worden als het ware ingeweven in het bestaande historische pand. Het geeft een warme beleving van een stukje geschiedenis gecombineerd met een handelszaak. Alle verschillende gebouwen worden samengebracht tot één een coherent geheel. Het hele project speelt in op de stedelijke context waarin het zich bevindt en verstrekt deze ook (verborgen plekken worden semi-publiek).
Omwille van de aankoop van de twee huisjes in de Gootstraat besloot de Familie Sleurs het project samen met de herberg in de stapelstraat (het ouderlijk huis) definitief te restaureren en te “her¬bestemmen”.
Omwille van de bestaande en geklasseerde toestand, zijn de voorschriften van het BPA niet ten volle van toepassing.
De beleving van het terrein en de versnipperde plaatsing van gebouwtjes zijn juist de kracht van de omgeving: je voelt er de doorgang door de zijdelingse keldertoegang (laden en lossen), de markante dwarsgevel in vakwerk, het verlengde van een steegje geënt op het zicht op de St-Mar¬tinus kerk, de ruïne van een dwars geplaatst huis, de littekens en draagbalk in het voorhuis in het verlengde van de doorgang, het bijkomend poorthuis in de Gootstraat dat eerder fungeerde als een kruidenierszaakje, de deels aanwezige straatbevloering. De tuin (parkje) vormt de bekroning: rustig en ommuurd geeft het de nodige luchtigheid aan de pandjes, maar zeker ook aan zijn om¬geving. Het spijtige voorval doet zich voor dat buren de oude ommuring zijn beginnen slopen om directe zichten en toegangen te maken, en om de baksteen in eigen voordeel te gaan gebruiken. De herstelling met respect voor het unieke zicht van de buurtbewoners dringt zich op, temeer omdat deze muur deel uitmaakt van de klassering.
De aanwezigheid van vakwerkstructuren is markant: de dwarsgevel op de Stapelstraat, de achtergevel van de huisjes in de Gootstraat, de zijgevels van buren, zelfs in de Gootstraat vind je markante vakwerkhuizen als buur. Om de gevels te kunnen analyseren naar originaliteit werden barakke zijgebouwtjes gedemonteerd en werd er een stelling aangebracht voor de opmeting.
Om een gepaste architectuurtaal te vinden werd als voornaamste streefdoel de belevingsstruc¬tuur van het stedelijk weefsel behouden en versterkt. Vervolgens worden originele vakwerk¬structuren in eik, met juiste pen/gat verbindingen behouden en met leem- en vitswerk hermaakt. De straatgevels worden gereinigd en gerestaureerd. Nieuwe ingrepen bestaan uit structurele klare glasvlakken in stalen kaders, nieuwe gevelvlakken worden met hout bekleed en geven door hun natuurlijke patine een aangepast vergankelijkheidgevoel en een moderne link naar eeuwenoude houten gebouwen. De functionaliteit is evenwel uitermate eigentijds: privatisering en zonwering.
De herbestemming: gelijkvloerse ruimten commercieel en 4 woonentiteiten. Het park is voor ieder toegankelijk, dus ook overdag voor buurtbewoners, uitrustende kooplustigen, kinderen, en altijd voor zijn bewoners.
De tuin wordt heraangelegd, met behoud van het aanwezige markante groen, en opgesplitst in kruidentuintjes achter hagen voor zijn bewoners.
UR architects - Renovatie landelijke woning met schuur in Moerzeke
Typologisch is het een klein rijhuis met verdieping met daarachter een schuur en stallen in dezelfde breedte en een latere veranda en keuken ertussen. Een halfopen bebouwing met eeuwige wachtgevel. Het diepe perceel met moestuin en weiland liet zelfvoorziening toe (nu in landschappelijk waardevolle agrarische zone). Het geheel toont een bouw- en leefwijze die behoort tot andere tijden. De bouwheer koos dit perceel omwille van de rustige ligging, het informele karakter, de ruimte voor moestuin en boomgaard. Na aankoop bleef een beperkt bouwbudget over. Beide aspecten maakten de keuze voor renovatie de enig mogelijke. Het liet toe om de kwetsbare sfeer van het landelijke leven maximaal te behouden en tegelijk binnen de bestaande mantel meteen een iets ruimere, comfortabele woning in te richten met mogelijkheid tot latere uitbreiding in de schuur.
Het project slaagt ook voor de voltallige jury in zijn opzet om met een beperkt budget de wezenlijke kwaliteiten van de locatie te bewaren, zelfs op te waarderen en ze (be)leefbaar te maken voor een hedendaagse bewoner.
De belangrijkste architectonische ingreep bestaat in de verbinding tussen het oude huis en de schuur. Deze verbinding is opgevat als een verbindende leegte, een leeg koppelteken tussen huis en schuur, maar ook tussen woning en tuin. Eén staalstructuur met symmetrisch raam realiseert deze verbinding. Daar rond ontstaat, centraal in de nieuwe woning, een driedimensionale transparantie doorheen het oorspronkelijke ritme van kamers.
Verdick & Verdickt - Herbestemming van steenbakkerij tot woning in Boom
Door de sloop van bijgebouwde aanhorigheden werd de essentie van de steenbakkerij in zijn zuiverste vorm behouden: vijf droogovens en hun dienend volume loodrecht op de ovens. Door de woonfuncties in dit dwarse balkvolume onder te brengen blijven de droogovens gevrijwaard. Eén centrale ovengang, zonder verdere inrichting, doet dienst als uitgerekt inkomsas waarlangs men de woonruimtes bereikt. Om een grondige transformatie van de ovengangen of een nieuwe, bovendakse uitbouw te voorkomen werd geopteerd om het dienende volume deels uit te graven. Naast het half kelderniveau (polyvalente ruimte – bureau) werd enkel een vrij indeelbaar mezzanineniveau (slaapkamer – badkamer) toegevoegd. Deze minimale architecturale ingreep zorgt ervoor dat de ruimtelijke continuïteit en de functionele duurzaamheid van deze versteende, industriële doos onaangetast blijft. Deze aanpak is per definitie ook de meest economische en ecologische: minder doen is minder consumeren. Het herbestemmingproject bewijst dat nieuwe functies en de verfijnde integratie ervan binnen een beschermde context een meerwaarde en opportuniteit kunnen genereren voor zowel de ruimere maatschappelijke context als de individuele eindgebruiker.
De uitdaging voor elke architect om de eigenheid van het pand en de duurzaamheid van de renovatie te verenigen is in dit project bijzonder goed geslaagd. De renovatie van deze steenbakkerij is een voorbeeld van ‘anders wonen’. Steeds meer worden panden zoals voormalige kerken, fabrieken, opslagplaatsen gekozen als woonplek. Dit leent zich uiteraard uitstekend om de geschiedenis van het gebouw naar boven te brengen doorheen de renovatiewerken.
Deze steenbakkerij, die voordien duidelijk een industriële functie had , werd zeer respectvol benaderd door het architectenbureau om het bewoonbaar te maken. De jury was het unaniem eens dat de bestaande architectuur wordt gerespecteerd, de geschiedenis van het pand ongeschonden blijft door de renovatiewerken. Deze renovatiewerken vragen eerder aanpassingen van de bewoners die flexibel wonen prefereren boven het prefab wonen.
BOB361 - Renovatie van industrieel pand naar groepswoning in Brussel
Bewoners van het complex kunnen genieten van een heel groen binnengebied, beplante groendaken of terrassen, een gemeenschappelijke koer dat tot een schitterende boomgaard van fruitbomen werd omgetoverd en gemeenschappelijke functies zoals fietsenberging, buitenkeuken met terras, … die uitgeven op de gemeenschappelijke koeren/tuinen. Ieder woonelement heeft daarenboven een private groene ruimte.
Het feit van bijna gelijktijdig te ontwerpen en te bouwen beïnvloedde ook het ontwerp en de materialenkeuzes. Zo werd plankenbeton voor zowat elke nieuwe toevoeging gebruikt en FSC-gelabeld jatobahout voor verschillende interieurtoevoegingen gezien de bestaande openingen in de gebouwen van totaal verschillende maat en proportie waren.
De jury werd door dit project gecharmeerd doordat de herkenbaarheid van het oorspronkelijke gebouw zeer sterk blijft en het een heel mooi voorbeeld van renovatie is voor een meergezinswoning met kantoren.