De renovatie van een vervallen edelsmederij in Kuregem tot een woon- en werkhof leverde BOB361 de Belgian Building Award op voor residentiële gebouwen. De jury waardeerde naast de architecturale kwaliteiten ook de moed waardeerde van Bob361 om zelf het initiatief te nemen om op een verrotte stadsplek een toonzettend project te bouwen.
Stadskanker
Tijdens een lange periode van leegstand, sedert 1974 toen de exploitatie stopte, verkruimelde een magnifiek boulevardgebouw met daarachter een edelsmederijcomplex stilaan tot ruïne. De hoofdgevel op de Poincarélaan, deel van de Brusselse kleine ring, nabij de Anderlechtsepoort met haar octrooipaviljoenen, verborg een echte stadskanker. De woningen in het hele bouwblok werden vanuit het binnenblok geteisterd door vandalisme, er werd brand gesticht, ja, zelfs de CCC hield er ooit ‘kantoor’.
Het gebouw trok al langer de aandacht van enkele Vlaamse Brusselaars, die wensten het gebouw en bijgebouwen te renoveren en te verbouwen tot een omgeving waarin het goed om wonen en werken is.
Smeedwerk
De enige elementen die nauwgezet gerestaureerd werden, waren de gevel langs de boulevardkant en het smeedwerk in die gevel. Van het driedimensioneel smeedwerk ontbraken verschillende delen die à l’identique werden nagemaakt, met bladmotieven, met bladgoud en platina vergulde en verzilverde delen.
De hoofdgevel op de Poincarélaan met zijn geledingen van imitatie Franse steen, het leien dak en de zinken dakkapellen werden in de staat hersteld van 1921, aan de hand van de plannen en geveltekeningen.
Gelijktijdig ontwerpen en bouwen
Opmerkelijk is dat na het verkrijgen van de bouwvergunning de plannen voortdurend nog gewijzigd werden in samenspraak met Stedenbouw. Een eerste bouwaanvraag werd ingediend met daarin de eerste grove indeling. Zodra de bouwvergunning er was ging de ruwbouwaannemer aan het werk met vooral de afbraak en afvoer. Daarbij ontdekte men telkens weer ruimtes, lichtinvallen, doorzichten, ... die het behouden waard waren. De grove structuur van de leegtes bleek werkbaar als leef- en/of werkruimtes vermits het geheel een grote permeabiliteit had gekregen dankzij de 4 opnieuw blootgelegde koeren en patio’s. Het ontwerpen gebeurde bijna gelijktijdig met het uitvoeren, hetgeen een heel specifieke aanpak en vertrouwensrelatie met de aannemers met zich meebracht.
Groen binnengebied
Basisuitgangspunt was om een heel groen binnengebied te realiseren, waarvan de bewoners van het complex kunnen genieten, maar dat ook een meerwaarde is voor het huizenblok dat de site omringt en dat op het binnengebied uitkijkt. Alle daken zijn beplante groendaken of terrassen, een gemeenschappelijke koer werd boomgaard met volwassen fruitbomen die ingevoerd werden uit Duitsland (bladverliezende soorten, om de lichtinval in de wintermaanden niet te hypothekeren, maar ook omwille van de bodemgesteldheid).
In deze tuin werd een pad in betonnen cirkels gegoten. Ook enkele terrassen zijn betonnen ronde vormen, of uitgezaagde restanten van oude vloeren. In een andere gemeenschappelijke koer werden dezelfde cirkels uitgespaard voor beplanting met kruiden en een boom.
Foto's: André Nullens