Duizenden Belgische wintersportfanaten bonden de latten voor het eerst aan op de befaamde borstelbaan in Wilrijk, die doorheen de jaren uitgroeide tot een icoon aan de Antwerpse skyline. Vorig jaar maakte de gedateerde openluchtpiste plaats voor een indoorvariant met echte sneeuw, ontworpen door Antwerps Architecten Atelier en gerealiseerd door Democo. Bouwkundig gezien getuigt de nieuwe skihal van een optimale symbiose tussen prefabbeton en staal.
“Skiën doe je niet op borstels, maar op echte sneeuw”, stelde Yves Champagne toen hij in 2006 eigenaar werd van Aspen, het epicentrum van de Antwerpse wintersportbeleving. Met de recente bouw van de nieuwe indoor skipiste in Wilrijk zag hij zijn droom eindelijk verwezenlijkt. Eind 2016 ging de 130 meter lange borstelbaan – destijds de grootste skipiste van Europa op een dergelijke staalconstructie – na dertig jaar dienst tegen de vlakte. Op minder dan een jaar tijd verrees op dezelfde plek een 240 meter lange, 48 meter hoge en 50 meter brede indoorhal. De nieuwe piste garandeert een vrije hoogte van 15 meter en heeft een oppervlakte van liefst 12.000 m². Voorts biedt het geheel plaats aan een ontvangstruimte, een verhuurbalie, horecafaciliteiten, een polyvalente ruimte en een parking voor vierhonderd wagens. In een volgende fase komen daar ook nog een extra parkeerplatform, een klim- en boulderzaal en verschillende andere activiteitenruimtes onder het hellende deel van de piste bij.
Twee zones
De kersverse indoorhal is opgebouwd uit een mix van prefabbeton en staal. De constructie werd opgedeeld in twee zones: zone A (het bovenste gedeelte) en zone B (het onderste gedeelte). “De grens tussen beide ligt ongeveer halverwege en kreeg gestalte in de vorm van een uitzettingsvoeg”, vertelt Stefaan Callens, senior projectleider bij studiebureau Establis. “Zone B is volledig opgebouwd uit beton (wanden, kolommen, balken en gewelven), tot aan de onderkant van de pistevloer. Onder zone A is er sprake van betonnen kolommen en stabiliteitswanden tot op 7 meter hoogte, waarna een staalstructuur de afstand tot aan de onderkant van de pistevloer overbrugt. De stalen onderbouw bestaat uit vakwerkkolommen met een breedte van 2,5 meter en twee tussenkokers van 250 x 250 mm. Boven op de kolommen ligt een dragend vakwerkspant dat de gordingen onder de pistevloer ondersteunt. De bovenbouw is aan beide zijden twee meter breder dan de onderbouw, met onder meer vakwerkliggers die 50 meter overspannen. Vanaf de vloerplaat fungeert de buitenkolom van de onderbouw dus als binnenkolom van het pistegeheel en wordt hij geflankeerd door een nieuw buitenkolom.”
"Gezien de beperkte toleranties was het geen sinecure om prefabbeton en staal op dergelijke hoogte te combineren"
Bijkomende invullingen
“Aan de achterzijde van de hal bevindt zich een stalen trappentoren die uitmondt in een technisch platform”, gaat Stefaan Callens verder. “De rest van de constructie bestaat uit steeldeck (dakplaten en ondersteuning voor koelingsbuizen boven pistevloer), sandwichpanelen (gevelsluitingen, pistevloer, bekleding toegangen en lokalen in de piste), geperforeerde roostervloeren (trappen, terrassen en passerelles) en een koudgeplooid profiel onder de sandwichpanelen van zone B dat condens vermijdt. Er zijn plannen om onder zone A nog twee extra vloerniveaus te voorzien: enerzijds een vloer uit zelfdragende hyperstatische platen op 3,5 meter hoogte met het oog op extra parking, en anderzijds een vloer uit balken en gewelven op 7 meter hoogte voor de inrichting van een klim- en boulderzaal en andere activiteiten (waarbij de zijkant ook bekleed zal worden met sandwichpanelen). Qua stabiliteit en windverbanden is de constructie berekend op deze bijkomende invullingen.”
2.000 ton staal
De hoofdstructuur van de staalconstructie is voornamelijk opgebouwd uit koudgevormde kokers. De secondaire structuren bestaan dan weer uit warmgewalste klassieke profielen. Al het staal is verzinkt, uitgerust met brandwerende beschildering en afgewerkt met een witte eindlaag. Stefaan Callens: “Al bij al is er 2.000 ton staal verwerkt in de constructie: 1.500 ton in de hoofdstructuur en de overige 500 ton in de trappentoren, een vluchttrap halverwege de piste, een bar met U-vormig buitenterras (opgehangen aan de uitstekende stalen dakliggers, via de leuning die eigenlijk fungeert als vakwerk), een passerelle die overgaat in een betontunnel (als verbinding tussen de bar op de piste en de cafetaria op het gelijkvloers) … Dankzij het staal konden we het geheel luchtig en ‘doorzichtig’ maken en de ruimte optimaal benutten. De skilift loopt aan weerszijden van de piste bijvoorbeeld tussen de twee kolommen van het vakwerk door.”
Geen sinecure
De bouw van de imposante indoorhal ging van start in februari 2017. “Wetende dat de constructie begin september 2017 wind- en waterdicht moest zijn, kunnen we gerust gewagen van een uiterst korte uitvoeringstermijn. De staalmonteurs konden pas in mei aan de slag”, aldus Stefaan Callens. “Gezien de beperkte toleranties was het geen sinecure om prefabbeton en staal op dergelijke hoogte te combineren. Het project heeft een jaar van mijn leven gekleurd, maar ik kijk er met veel plezier op terug. Om de onvermijdelijke probleempjes op te lossen en de benodigde aanpassingen maximaal te beperken, hebben we on the spot nog heel wat details moeten uitwerken. Dat was vaak nachtwerk, maar dat had ik ervoor over. Het heeft ongetwijfeld ook geholpen dat we niet aan ons proefstuk toe waren. De piste in Terneuzen is een volledig Establis-ontwerp en heeft een gelijkaardige opbouw (vakwerkkolommen). Het geeft veel voldoening dat zowel de bouwheer als de wintersportliefhebbers enorm tevreden zijn met het resultaat.”