Makelaarsgroep ERA organiseerde deze maand een rondetafelgesprek over de toekomst van het wonen post-COVID. Deelnemers aan het debat waren Vlaamse Bouwmeester Erik Wieërs Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele, CEO van Revive Alexandre Huyghe en Johan Krijgsman, CEO van ERA Belgium. Vorige week gingen we al dieper in op het debat rond verdichting. Vandaag snijden we duurzaam bouwen aan.
Europese Green Deal
Het debat werd geopend met de Green Deal van de Europese Commissie, waarin ook een ambitieuze renovatiegolf vervat zit. We zijn vandaag al volop aan het renoveren maar gaat het niet te traag vooruit?
Volgens Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs is onze individualistische woningmarkt hierin een belangrijk obstakel: “Het is relatief eenvoudig om een collectief woonproject, zoals een coöperatieve in Zürich, over te schakelen op een duurzame energievoorziening. Een verkavelingswijk aansluiten op een warmtenet is al veel moeilijker. Zo is er om te beginnen een gemeenschappelijke overeenkomst nodig tussen al die individuele eigenaren om in groep te gaan verwarmen. In ons land, met zijn grote private markt met veel huiseigenaren en vrijstaande woningen, ben je bijna veroordeeld om individueel te investeren in duurzame energie, waardoor de kostprijs beduidend hoger ligt. Dat is een grote uitdaging waar we vandaag voor staan.”
Alexandre Huyghe (Revive) ziet veel toekomst in circulair bouwen, een belangrijke pijler binnen de Europese Green Deal. Volgens de projectontwikkelaar moet die evolutie echter niet ingegeven worden door nieuwe regelgeving vanuit de overheid, maar moeten vooral de belemmeringen weggenomen worden opdat de evolutie naar circulair bouwen zich spontaan kan voltrekken. “Er beweegt vandaag al heel wat op vlak van circulariteit, gaande van het hergebruik van oude bakstenen in nieuwe gevels naar collectieve energievoorzieningen en lokale waterzuiveringsinstallaties. Er zijn tal van mogelijkheden, alleen krijgen we vaak te kampen met juridische belemmeringen die het circulaire verhaal net wel of net niet rendabel maken. De prioriteit moet zijn om die belemmeringen weg te nemen.”
Zijn premies de juiste stimulans?
Een belangrijke drijfveer voor woningrenovaties zijn premies voor huiseigenaren, maar volgens minister Diependaele zijn dergelijke premies niet zaligmakend. “De basis van de discussie ligt in de verhouding tussen klimaatmaatregelen enerzijds en betaalbaarheid anderzijds”, meent hij. “Alle maatregelen die we moeten nemen om de klimaatdoelstellingen te halen op vlak van hernieuwbare energie, de kwaliteit van onze woningen enzovoort, kosten nu eenmaal geld, ook al kunnen we daar een economie aan koppelen. De vraag is dan waar dat geld vandaan moet komen. Mijns inziens moeten we beide combineren: enerzijds moeten we huiseigenaren ertoe aanzetten om meer te renoveren en langs de andere kant is het onze taak om die mensen te ondersteunen die dat het meest nodig hebben. Dat kan aan de hand van een premie, zoals we dat vandaag ook al doen. Zo worden binnenkort de woningrenovatiepremie en energiepremie geïntegreerd om ze efficiënter te maken. De kern van de zaak blijft dat we mensen moeten overtuigen dat renoveren ook in hun belang is, omdat ook hun energiefactuur erdoor zal dalen.”
Johan Krijgsman (ERA): “De vraag is of je voor de push- of pulltechniek kiest. Enerzijds zijn er vandaag veel minder open bebouwingen dan we denken. Door renovaties te verplichten, ga je afstotend werken. Net zoals bij verdichting is het ook hier zaak om te starten bij de nieuwbouwprojecten. De strengere regelgeving op vlak van energieprestatie bij nieuwbouw is al een grote stap vooruit. Maak het daarnaast voor bestaande woningen interessant om te renoveren met premies en dergelijke. Wij stellen vast dat renovaties vandaag al volop aan de gang zijn. Ik vergelijk het graag met een auto: er zijn vandaag allerlei nieuwe, milieuvriendelijkere mogelijkheden. Maar daarom gaan we toch ook niet alle bestaande auto’s verplichten om een nieuwe motor te installeren? Laat die hun tijd uitrijden en focus op het nieuwe verhaal. Nieuwbouw moet vandaag al BEN zijn. Hoe meer mensen daar de voordelen van gaan inzien, hoe meer ze zelf energiezuinig gaan renoveren.”
Wat met waterstof?
Tot slot werd de vraag gesteld of een nieuwe technologie zoals waterstof dé oplossing kan brengen. Daar is alvast Bouwmeester Wieërs niet van overtuigd. “We moeten niet focussen op een technische oplossing zoals waterstof die ineens uit de hemel komt vallen en alles oplost”, meent hij. “Door compacter te gaan wonen, en die woningen goed te isoleren, zijn we al een hele stap vooruit, los van hoe we die woningen gaan verwarmen. Ik zie trouwens meer potentieel in het herbruiken van warmte uit de industrie.”
Minister Diependaele ziet wel veel potentieel in waterstoftechnologie voor de bouwsector. “Waterstof is een energiedrager, geen opwekker, en kan dienen om piekverbruik op te vangen. Vandaag is de batterijtechnologie onvoldoende ontwikkeld om zonne-energie ook in de winter te bewaren. Waterstof kan hierin wel een oplossing bieden”, aldus de minister.