Bouwproces 2016: Brandpreventie binnen de nieuwe zonale structuur

Op donderdag 26 mei vindt in het Centrum Duurzaam Bouwen in Zolder (CeDuBo) de eerste editie van het evenement Bouwproces plaats. Prominenten uit de bouw- en architectuurwereld geven die dag lezingen over alle technische aspecten van het hedendaagse bouwproces. Majoor Dieter Brants van Brandweer Leuven komt er vertellen over brandpreventie binnen de nieuwe zonale structuur.

“Bijna alle Belgische wetgevende initiatieven inzake brandveiligheid zijn tot stand gekomen in de nasleep van een ernstige brand of een andere dramatische gebeurtenis,” begint Majoor Dieter Brants van de Leuvense brandweer met een geschiedenisles. “Geschiedenisboeken en documentaires herinneren ons nog regelmatig aan de brand in de Innovation in Brussel op 22 mei 1967. In datzelfde jaar vonden nog een aantal ernstige branden plaats, waaronder de ontploffing van een tankwagen in Martelange en de branden in het bejaardentehuis van Itterbeek en bij Bayer Antwerpen, waarbij in totaal 364 doden vielen.”

“Deze gebeurtenissen brachten toen een ware brandpsychose teweeg.  Het aantal loze brandmeldingen rees de pan uit en de brandverzekeringspremies stegen met 45%. Deze escalatie van gebeurtenissen opende de ogen van de publieke opinie, de hulpdiensten en naderhand ook de wetgevers. Nog datzelfde jaar begon de opstelling van een Belgisch veiligheidsbeleid,” vervolgt Brants.

 

Eerste organisatie van de brandweer

Met de wet van 31 december 1963 trachtte de overheid, naast de militaire bescherming, ook een civiele bescherming op poten te zetten. Het tweede  hoofdstuk van die wet behandelde tevens de organisatie van de brandweer. De brandweer werd dus een deel  van de externe veiligheid in het kader van de globale burgerbescherming.

“Voor de brand in de Innovation plaatsvond, was er echter nog geen uitvoeringsbesluit verschenen. De organisatie, het takenpakket en de uitrusting van de brandweer stonden nog niet vast. Door de algehele beroering die na de rampen in Brussel en Martelange ontstaan was, verscheen korte tijd later het Koninklijk Besluit van 8 november 1967,” aldus Brants.

“Dit KB lichtte de structuur, de organisatie, de uitrusting en het takenpakket van de brandweerdiensten toe. Naast het evidente brandbestrijding werd ook brandpreventie als belangrijke taak opgesteld. De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming heeft de voorbije 50 jaar de werking van Belgische brandweerdiensten bepaald, en was dus van cruciaal belang. “

 

Recente ontwikkelingen

“Op 30 juli 2004 vond in de industriezone van Gellingen een gasontploffing plaats. Hierbij vielen 24 doden en 132 zwaargewonden. In de dagen die daarop volgden werden de organisatie en de werking van de brandweerdiensten opnieuw in vraag gesteld. In september 2004 werd er een begeleidingscommissie voor de hervorming van de civiele veiligheid opgericht. Deze Paulus Commissie bestond uit vertegenwoordigers van de steden en gemeenten en van de brandweerfederaties,” zegt Brants.

De werkzaamheden van deze commissie mondden uiteindelijk uit in de Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid. Een van de grote doelen van die wet was de omvorming van de brandweer van een repressieve naar een proactieve en preventieve dienst. Via het koninklijk besluit van 19 december 2014 kregen de hulpverleningszones van de brandweer een wettelijk kader voor de organisatie van brandpreventie. 

“Dit KB legt vijf opdrachten vast voor de zones in het kader van de brandpreventie. Het gaat om het opstellen van een actieplan aangaande brandpreventie, sensibiliseren, advies verlenen, een brandpreventieverslag opstellen na het uitoefenen van een controle of inspectie en meewerken aan het opstellen van voorafgaande interventieplannen.”

 

Sensibilisering, advies en controles

“Het sensibiliseren en advies verlenen gebeurt zonder controlerend op te treden. Sensibiliseren omvat het voorlichten van bepaalde doelgroepen. Hieronder vallen onder meer de organisatie van preventiecampagnes, infosessies en opendeurdagen. Advies verlenen duidt vanzelfsprekend op het inlichten van degene die hier om vraagt. De aanvrager moet daarbij duidelijk maken binnen welk kader en met welk doel hij het advies aanvraagt en welk belang hij daar bij heeft,” zegt Brants.

Controles kunnen plaatsvinden in kader van een mogelijk overheidsoptreden, ter voorbereiding van een overheidsbeslissing met betrekking tot een bepaalde constructie of aangaande een voorliggend dossier. De controle kan gebeuren op basis van de stukken van een dossier, zoals bouwplannen, of na een ter plaatse uitgevoerde controle op een site. Hierna stelt de controleur een brandpreventieverslag op. Hij kan daarin een gunstig, gunstig mits voorwaarden of ongunstig advies geven of bijkomende informatie vergaren alvorens een oordeel te vellen.

“De controles gebeuren steeds op basis van de brandpreventiereglementering. Het feit dat de Koning op basis van de wet van 30 juli 1979 nog geen specifieke bepalingen heeft uitgevaardigd voor bepaalde categorieën van constructies, heeft geen invloed op de bevoegdheid van de hulpverleningszone om voor die niet-gereglementeerde constructiecategorieën een brandpreventieverslag op te stellen. De hulpverleningszone kan ook voor de niet-gereglementeerde categorieën van constructies brandpreventieverslagen opstellen,” sluit Brants af.

 

Bouwproces 2016

Centrum Duurzaam Bouwen organiseert op 26 mei 2016 in Heusden-Zolder voor de eerste maal Bouwproces2016. Tijdens het evenement voor aannemers en architecten komen verschillende technische aspecten van het hedendaagse bouwproces aan bod tijdens boeiende lezingen. Deelname is gratis mits voorinschrijving

 

Deel dit artikel:
Onze partners