Bovenbouw en David Kohn herbestemmen begijnhof van Hasselt tot nieuwe thuis voor Faculteit Architectuur

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image

Voor studenten en docenten van een faculteit architectuur is er weinig spannender dan het academiejaar te starten in een gloednieuwe omgeving. Zeker als die omgeving eeuwenoud erfgoed betreft dat door twee topbureaus is heruitgevonden. Precies dat beleven de masterstudenten architectuur en interieurarchitectuur van de Universiteit Hasselt. Hun nieuwe les- en werkplek is het achttiende-eeuwse begijnhof van Hasselt, zorgvuldig getransformeerd door Bovenbouw Architectuur en David Kohn Architects, in opdracht van de Provincie Limburg en in samenwerking met UHasselt en de Stad Hasselt. Het ontwerpteam werkte hiervoor samen met restauratiearchitecten Beeck & Hermans, landschapsarchitect Landinzicht, stabiliteitsadviseur Bollinger+Grohmann, studiebureau Arcade voor de technieken en M-gineers voor de akoestiek.

De feestelijke opening van het vernieuwde Begijnhof van Hasselt verliep niet onopgemerkt. Zo’n 300 studenten en docenten trokken in optocht van de Oude Gevangenis naar de begijnhofsite, waar de Keniaanse studente Brenda Maswan, eerste ingeschreven in de master Adaptive Reuse, samen met de architecten en het decanaat het lint doorknipte. “Erfgoed en herbestemming is een van de centrale thema’s binnen onze opleiding. Deze plek wordt zeker een bron van inspiratie,” zei decaan Stefan Devoldere. Hij benadrukte ook de uitzonderlijke investering in het project: “Dankzij de steun van de Provincie Limburg, met bijdragen van UHasselt en Stad Hasselt, hebben we een duurzame en toekomstgerichte thuisbasis kunnen realiseren voor onze studenten en onderzoekers.”

Groene oase in het hart van Hasselt

Het begijnhof vormt de grootste groene publieke ruimte in het historische centrum van Hasselt. Ooit een besloten enclave die de stad bewust buitenhield, is het nu een open en uitnodigende tuin. De ontwerpers vertrokken vanuit deze tuin als centrale ontmoetingsplek waar rust en activiteit elkaar vinden. Een licht slingerend pad verbindt het poortgebouw met een nieuwe ronde opening in de ommuring aan de Witte Nonnenstraat en vergroot de doorwaadbaarheid, zonder het gevoel van binnen en buiten op te heffen. De zorgvuldig geordende tuinen maken de architectuur leesbaar en sturen de dagelijkse interactie tussen studenten, bewoners en bezoekers.

De relatie tussen landschap en architectuur is daarbij cruciaal. De tuinen zijn geen louter decor, maar een actief kader voor het academische en stedelijke leven. Door de herintroductie van oude paden en structuren en het gebruik van subtiele cirkelvormige motieven – in gazon, opening en route – ontstaat een stedelijk park dat het geheugen van het begijnhof voelbaar maakt en tegelijk eigentijds is. Het ontwerp speelt bewust met de spanning tussen collectieve openheid en besloten stilte, waardoor bezoekers voortdurend schakelen tussen publieke en intieme sferen. Zo groeit het begijnhof uit tot een herkenbaar en samenhangend geheel waar erfgoed en hedendaags gebruik elkaar versterken.

Een vijver die het verleden weerspiegelt

Op de plek van de tijdens de Tweede Wereldoorlog gebombardeerde kerk ligt nu een serene reflectievijver die de contouren van het verdwenen gebouw oproept. Dit “verdwijnvijver”-concept geeft de ruïne een actieve rol in het dagelijks gebruik van de site. De vijver kan leeggepompt worden en zo transformeren tot podium voor universiteitsactiviteiten, concerten of publieke voorstellingen. Het is een fraai voorbeeld van hoe de ontwerpers verloren lagen van de site niet alleen herstellen, maar ook nieuwe betekenissen laten ontstaan. De combinatie van stilte en flexibiliteit maakt deze plek tot een krachtig symbool van de ontmoeting tussen verleden en toekomst.

De dialoog tussen oud en nieuw gaat verder dan vorm. Het ontwerp zet de frictie tussen de publieke universiteitsfunctie en de intieme schaal van de begijnhofhuisjes bewust in als ontwerpinstrument. De spanning tussen toegankelijkheid en beschutting maakt de ervaring rijker en herinnert bezoekers aan de oorspronkelijke overgang van collectief naar privaat, van het centrale grasveld naar de meer beschutte hoeken van de site. Tegelijk worden verloren lagen van de begijnhofgeschiedenis hersteld of subtiel opgeroepen, zodat bezoekers niet alleen de nieuwe invulling beleven maar ook de gelaagde tijdsdimensie van de plek.

Panoramische toren als stedelijk baken

De meest uitgesproken nieuwe ingreep is de panoramische belvedère in de zuidelijke hoek. Deze slanke toren van 28 meter, opgetrokken uit 130.000 bakstenen en bereikbaar via 145 treden, rijst boven de ommuring uit en is even hoog als de verdwenen begijnhofkerk. Hij biedt niet alleen een indrukwekkend uitzicht maar functioneert ook als stedelijk baken en herkenningspunt in de skyline van Hasselt. De toren is een zelfbewuste architecturale geste over de relatie tussen verleden en toekomst en bevestigt de centrale plaats van het begijnhof in de stad. Ronde perforaties in de ommuring versterken dat cirkelmotief en leggen subtiele zichtlijnen aan, waardoor het geheel een sterke visuele samenhang krijgt.

Ook achter de robuuste muren kreeg het begijnhof een zorgvuldige transformatie. De dertien huisjes werden grondig herwaardeerd: oorspronkelijke scheidingsmuren zijn hersteld, terwijl verborgen doorgangen behouden bleven om de functionaliteit te vergroten. Zo herleeft de historische sequentie van openbaar naar privaat en wordt de vroegere woonstructuur opnieuw zichtbaar. Het project roept “verloren lagen” op en biedt tegelijk plaats aan een hedendaags academisch programma met studio’s, werkplaatsen, bibliotheek en auditorium. Binnen versmelten oud en nieuw: schouwen werden doorgangen, deuren verdwijnen in wanden, en historische elementen zoals trappen, balustrades, ramen en deuren zijn waar mogelijk gerepareerd in plaats van vervangen. Het gebruik van lokaal geproduceerde paarsbruine baksteen, eiken meubels, kleitegels en blauwe hardsteen versterkt de tactiele continuïteit en onderstreept de ambachtelijke zorg.

Dialoog tussen verleden en toekomst

Naast les- en werkruimtes ontstonden op de site ook plekken die het academische en stedelijke leven verrijken. Vier studio’s bieden onderdak aan gastprofessoren en residenten, terwijl op het gelijkvloers een tentoonstellingsruimte werd ingericht die samen met partners als Z33 en PXL-MAD een cultureel programma zal ontwikkelen. In het aangrenzende stadslab kunnen bewoners en onderzoekers samenwerken aan vernieuwende ideeën voor het publieke domein. Twee auditoria – één in de huisjes en één in het poortgebouw – creëren ruimte voor lezingen en debatten. Onderzoekers die zich toeleggen op herbestemming en stadsontwikkeling hebben hier hun werkplek, en de volledige zolder is ingericht voor masterstudenten architectuur en interieurarchitectuur. Zo is het begijnhof uitgegroeid tot een levendige campus waar onderwijs, onderzoek en publieke activiteiten elkaar versterken.

Met deze herbestemming tonen Bovenbouw Architectuur en David Kohn Architects hoe respect voor geschiedenis en hedendaagse ambitie elkaar kunnen versterken. Door te herstellen waar mogelijk, te evoceren waar nodig en te vernieuwen waar het de ruimte versterkt, ontstond een gelaagd ontwerp dat het begijnhof opnieuw centraal stelt in de stad. De combinatie van subtiele restauratie, uitgesproken nieuwe gebaren en landschappelijke kwaliteit maakt van de site een unieke plek waar erfgoed en hedendaagse architectuur elkaar inspireren. Sinds de inhuldiging is het begijnhof een bruisend trefpunt voor studenten, bewoners en bezoekers. De harmonie van tuin, reflectievijver, toren en zorgvuldig ingerichte interieurs toont hoe architectuur verleden en toekomst kan verzoenen en geeft UHasselt een levend leerboek over duurzame herbestemming.

Bron Provincie Limburg, UHasselt, Bovenbouw Architectuur & David Kohn Architects

  • Deel dit artikel

Onze partners