Brandveilig isoleren bij renovaties: de wet, de praktijk en de weg vooruit

Sinds 1 juli 2022 is het KB ‘Basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing’ uitgebreid met nieuwe brandveiligheidseisen voor gevels. Na dramatische branden in hoge gebouwen als de Londense Grenfell Tower is dat alleen maar een goede zaak. Toch is het KB enkel van toepassing op nieuwe gebouwen en uitbreidingen. Zo rijst de vraag: wat met renovaties? Is een brandveilige situatie dan wel mogelijk, laat staan verplicht? En welke rol speelt de brandweer daarbij?

Risico's bij renovaties

Sinds de recente herziening van het KB Basisnormen moeten de gebruikte materialen voor de gevelbekleding en gevelonderdelen bij nieuwe (middel)hoge gebouwen, waaronder ook de isolatie, in veel gevallen onbrandbaar zijn. Zo kan brandvoortplanting via het gevelsysteem vermeden worden. Een risico dat ook bij renovatiewerken groot is, al is de wetgeving daarop niet van toepassing. Bart Vanbever, Senior Expert Fire Safety bij Agoria, licht toe: “Het probleem bij verbouwingen is dat je vaak bestaande constructies en beveiligingen moet demonteren. Neem bijvoorbeeld de gevel: als je een deel van de gevel wegneemt, is er plots een grote opening. Zijn de gebruikte isolatiematerialen op een bepaald moment tijdens de werken onbeschermd, dan kan een brand heel snel zijn weg naar boven vinden in het geval dat er brandbaar materiaal werd gebruikt. Bovendien zit je sowieso al met hogere brandrisico's door de werken in combinatie met een lager brandveiligheidsniveau. Zo moet bijvoorbeeld de branddetectie vaak uitgeschakeld of weggenomen worden tijdens de werffase.”

 

Rol van de brandweer

Om de risico's bij renovaties te beperken, kan de brandweer advies verlenen of specifieke eisen stellen. Maar dat gebeurt niet altijd, stelt Peter Roseleth, directeur van het departement Preventie bij Brandweer Brussel: “De wet stelt dat de brandweer enkel tussenkomt bij een aanvraag van de overheid, mits er een wetgeving is. Maar aangezien er op dit moment nog geen wetgeving voor bestaande gebouwen is, geven veel brandweerzones geen advies. In Brussel doen we dat wel, net omdat we hier een tamelijk oud patrimonium hebben. Bijna 95% van de Brusselse gebouwen is ouder dan 1990, terwijl het KB Basisnormen er pas gekomen is in 1994. Daarom hebben wij de overheid enkele jaren geleden specifiek gevraagd om ons te betrekken in het kader van stedenbouwkundige vergunningen, ook bij bestaande gebouwen. We komen twee keer tussen: één keer in de ontwerpfase en één keer in de testfase bij de oplevering van het gebouw.”

 

"Bijna 95% van de Brusselse gebouwen is ouder dan 1990, terwijl het KB Basisnormen er pas gekomen is in 1994."
- Peter Roseleth -

 

Brandweer Brussel werkte zelfs eigen richtlijnen uit voor renovatiewerken: “Een soort lightversie van de Basisnormen, maar dan voor renovaties", noemt Roseleth het. “We zijn al bijna 3 jaar aan dat document aan het werken. Maar als het over gevelisolatie gaat, verwijzen we nog altijd naar de Basisnormen. Dat is een zeer technische kwestie, die bij elke renovatie anders is. Onze expertise reikt niet ver genoeg om daar concrete richtlijnen voor uit te werken.” In Antwerpen blijven ze in de eerste plaats naar de Basisnormen verwijzen, vertelt Peter Rutten, majoor bij afdeling risicobeheer-brandpreventie van Brandweer Zone Antwerpen: “Bij gebrek aan andere wetgeving is dat voor ons de leidraad als ons advies gevraagd wordt bij renovaties. Maar ook wij werkten aparte richtlijnen uit, aanvullend op de Basisnormen. Die richten zich specifiek op hoogbouw, en zijn zowel bij nieuwbouw als renovaties van toepassing. Een voorbeeld is dat de minimale breedte van de trappen 120 centimeter moet bedragen om de doorgang van zowel dalende personen (evacuerende gebruikers) als stijgende personen (brandweer) vlot toe te laten. De Basisnormen schrijven een minimale breedte van 80 centimeter voor. Natuurlijk is dat bespreekbaar in het geval van renovaties, maar het zijn wel de voorschriften die wij hanteren.”

 

De ‘vergeten’ werffase

De Basisnormen hebben enkel betrekking op het eindresultaat van de werken. Wat er tijdens de werffase gebeurt, ontsnapt dus aan een toeziend oog. “Dat brengt ons bij het verhaal van die onbeschermde isolatie: gaat het om brandbaar materiaal, dan creëer je een heel onveilige situatie. Zowel bij nieuwbouw als bij renovaties. Daar hebben wij vanuit de brandweer geen zicht op.” En dan is er ook nog het aspect van de veiligheidscoördinatie, benadrukt Vanbever: “Het KB rond tijdelijke mobiele bouwplaatsen, dat de regelgeving rond veiligheidscoördinatie formuleert, is theoretisch een heel goed concept. De regels zijn duidelijk. Maar in de praktijk wordt alles wat te maken heeft met brandveiligheid vaak nogal stiefmoederlijk behandeld in veiligheidscoördinatiedossiers. Zelfs bij hoge, risicovolle gebouwen grijpt men vaak naar een vuurvergunning als de eerste de beste (en enige) oplossing. Terwijl het de bedoeling is om vooraf na te denken: hoe ga je dat verlaagde veiligheidsniveau tijdens de bouwwerken compenseren? Denk aan werfdetectie, organisatorische maatregelen, ... Die zaken worden niet echt grondig bekeken.”

 

In Nederland pakten ze de ‘vergeten’ werffase aan met het Borgingsprotocol, dat concrete maatregelen voorschrijft voor de brandveiligheid van (nieuwbouw)gevels op elk moment van het bouwproces. Ook tijdens de werken. Vanbever: “Het Borgingsprotocol is zeker iets waar we in België van kunnen leren, maar ik stel mij toch de vraag of het in de realiteit wel zo'n vaart loopt met de toepassing van die maatregelen. Ik vrees dat een werf in Nederland niet zo verschillend is van eentje in België of Frankrijk. Naar mijn idee hangt het vooral af van de sector: in de nucleaire industrie is de kans groter dat er veel aandacht is voor het brandveiligheidsniveau tijdens de werken, maar bij een gewoon appartementsgebouw of winkelcentrum lijkt me dat een ander verhaal.”

 

"Wat er tijdens de werken gebeurt: daar hebben wij geen zicht op."
- Bart Vanbever -

 

Waar moeten we naartoe?

Om een brandveilige situatie bij renovatiewerken aan gevels te garanderen, lijkt een soort ‘Basisnormen voor bestaande gebouwen’ de vanzelfsprekende oplossing. Maar is zoiets überhaupt wel mogelijk? Rutten: “Er wordt al lange tijd gebroed op een gelijkaardig KB voor bestaande gebouwen, maar dat is niet evident. Er zijn zowel gebouwen van bijvoorbeeld 1600 als van 1960: die zijn volledig anders opgebouwd. Net daarom komen die normen er maar niet, want het is heel moeilijk een regelgeving op te stellen die in elke situatie toepasbaar is. Wél zou er een zekere verplichting kunnen komen om bij na-isolatie altijd de principes van de huidige Basisnormen te hanteren. En wanneer dat om een of andere reden niet mogelijk is, kan er wel een gelijkwaardige oplossing bedacht worden.” Roseleth bevestigt: “Het zou al heel goed zijn als er duidelijke voorschriften komen voor de isolatie van gebouwen bij renovaties, alsook voorschriften tijdens de werffase, zoals het Nederlandse Borgingsprotocol. Maar ook de verantwoordelijkheden moeten worden vastgelegd. Als brandweer kunnen wij niet alles bepalen en opvolgen. Er ligt ook een grote verantwoordelijkheid bij studiebureaus, architecten en aannemers.”

Is er ook een manier om de veiligheidscoördinatie tijdens de werken te verbeteren? Volgens Vanbever wel, al is de wetgeving daarbij niet de eerste prioriteit: “Ik denk dat we in ons land op wetgevend vlak wel voldoende middelen hebben, toch wat veiligheidscoördinatie betreft. Waar het vooral schort, is de toepassing ervan en meer bepaald de sensibilisering van alle betrokken partijen. Betere statistieken zouden daar al veel bij helpen. Als we weten wat er fout loopt, kunnen we daarmee aan de slag en gerichte campagnes opzetten. Bovendien vormen duidelijke cijfers de nodige basis om meer middelen te kunnen geven aan de handhaving en eventueel ook een verdere uitwerking van de voorschriften om een brandveilige situatie te garanderen – zowel tijdens als na de werken. Dat lijkt mij de beste weg vooruit.”

Dat beide brandweerzones in Brussel en Antwerpen bijkomende richtlijnen opstellen, maakt hoe dan ook duidelijk dat de nood aan een aanvullend kader hoog is. De vraag stelt zich of dat kader concrete wetgeving voor bestaande gebouwen omvat of eerder duidelijkheid over de verantwoordelijkheden. Kunnen en mogen we van elke brandweerzone verwachten dat zij bijkomend advies geven bij renovaties? Of begint alles bij een heldere en universele regelgeving? Stof tot nadenken.  

 

"Er zijn gebouwen van 1600 en van 1960. Het is heel moeilijk een regelgeving op te stellen die in elke situatie toepasbaar is."
- Peter Rutten -

 

 

 - Dit artikel kwam tot stand in opdracht van en in samenwerking met ROCKWOOL. - 

Deel dit artikel:
Onze partners