Brandveilig isoleren bij renovaties: wat kan België leren van de regelgeving in Nederland?

Sinds de uitbreiding van het KB ‘Basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing’ in 2022 zijn de brandvoorschriften voor het gebruik van gevelisolatiematerialen in ons land verder aangescherpt. Een goede beslissing, al gelden de nieuwe regels nog steeds enkel voor nieuwe gebouwen en uitbreidingen. Voor renovaties zijn de eisen nagenoeg onbestaande, en daar lijkt voorlopig ook geen verandering in te komen. Maar hoe zit dat bij onze noorderburen? Is de regelgeving in Nederland beter uitgewerkt? En kan dat een leidraad zijn om het in België anders aan te pakken?

KB vs. Bouwbesluit

Waar in België het KB van kracht is, moet er in Nederland naar het Bouwbesluit gekeken worden (nvdr. vanaf 2024 wordt dit het ‘Besluit bouwwerken leefomgeving’). Dit besluit stelt de nodige kwaliteitseisen aan alle bouwwerken in het land. Anders dan het KB is het Bouwbesluit niet beperkt tot nieuwbouw alleen, legt Ruud van Herpen uit, praktijkhoogleraar Fire Safety aan de TU Eindhoven: “Het Bouwbesluit is zowel van toepassing op nieuwbouw als op renovaties. Het besluit stelt dat een verbouwing moet voldoen aan de nieuwbouweisen, tenzij anders voorgeschreven. Vaak zijn er effectief andere regels, zoals bijvoorbeeld bij gevelisolatie. Wanneer minstens 25% van het oppervlak van de integrale gebouwschil wordt gewijzigd of vergroot, moet de constructie voldoen aan de nieuwbouweisen voor isolatie. Is dat niet het geval, dan geldt de (minder strenge) renovatierichtlijn. Belangrijke kanttekening: de isolatiewaarde van de reeds aanwezige isolatie geldt altijd als ondergrens.”

Dat lijkt helder, maar is het niet altijd. Want er is wel degelijk een grijze zone, stelt Jos Lichtenberg, voorzitter van Stichting Economie van Brandveiligheid en em. hoogleraar Building Innovation and Technology aan de TU Eindhoven: “Het Bouwbesluit definieert een verbouwing als ‘het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk’. Maar als je simpelweg isolatie toevoegt aan een gevel, ben je eigenlijk niet aan het verbouwen. Je bent iets aan het toevoegen. Er is soms onduidelijkheid of en welke regels dan van toepassing zijn. Het gebeurt weleens dat gebouwen na de plaatsing van buitengevelisolatie er qua brandveiligheid op achteruitgaan, bijvoorbeeld gebouwen met een spouwmuurconstructie. Volgens de regelgeving is dat toegestaan, mits de prestatie na renovatie voldoet aan de actuele nieuwbouweisen.”

 

"Ook in Nederland gebeurt het weleens dat gebouwen na plaatsing van buitengevelisolatie er qua brandveiligheid op achteruitgaan."
- Jos Lichtenberg -

 

Ruimte voor verbetering

Het gebrek aan wetgeving voor renovaties leidt ertoe dat Belgische brandweerzones soms specifieke eisen opleggen bij renovaties. Dat is in Nederland niet mogelijk, legt van Herpen uit: “De eisen van het Bouwbesluit zijn bindend. De bedoeling daarvan was precies om landelijke gelijkheid te krijgen. Er is dan ook geen discussie over de verantwoordelijkheid: die ligt altijd bij de bouwheer.”

Toch is er ook in Nederland ruimte voor verbetering, vindt van Herpen: “Zowel in België als Nederland focussen we naar mijn mening te hard op de brandklasse van gevelbekleding. Een gevel kan prima voldoen aan brandklasse B, maar dat biedt geen garantie voor de brandwerendheid. Als er een brandende vuilcontainer of auto tegen die gevel staat, kan gevelisolatie beginnen smelten en wordt de gevel aangestoken. En bij een hoog gebouw van 10 verdiepingen worden er daardoor heel wat compartimenten bedreigd. Een brandklasse is dus maar een papieren veiligheid, want in werkelijkheid kan die gevel gewoon mee branden. Daarom kan je brandbare materialen naar mijn idee alleen toestaan als je gebruikmaakt van firestops bij elke brandscheiding. Als dat ene stukje gevel van het brandcompartiment in brand staat, kan de brand zich op z'n minst niet uitbreiden.”

Ook de brandveiligheid tijdens de uitvoering van het werk kan vaak beter, vindt Lichtenberg: “In Nederland hebben we het Borgingsprotocol[1], dat concrete richtlijnen voorschrijft voor de werffase. Dat is ook van toepassing op gebouwen die geheel of gedeeltelijk bewoond blijven gedurende de werken. Toch blijft de neiging bestaan om het risico op brand tijdens die werffase te verwaarlozen, wellicht omdat een renovatie vaak van korte duur is. Maar dat neemt niet weg dat de risico's hoog zijn. Zowel voor het ontstaan en de uitbreiding van brand als verhinderde vluchtmogelijkheden door obstakels op de vluchtweg. Daar mag best wat meer aandacht voor zijn.”

 

Andere benadering

Om de brandveiligheid van gebouwen verder te verbeteren, zien zowel Lichtenberg als van Herpen kansen in een andere benadering van het thema. Lichtenberg: “Het Bouwbesluit is erop gericht om mensen veilig uit een brandend gebouw te helpen. Het kijkt niet naar de financiële schade die een brand kan aanrichten. Stel: je bouwt een industriehal, dan is het nuttig om je af te vragen wat er zou gebeuren als er brand uitbreekt. Brandt het hele gebouw af of kan je de risico's beperken? De eerste reactie is vaak dat het kostenplaatje in dat laatste geval 2% duurder wordt. Maar als je daartegenover het vermeden risico stelt, dan is dat de investering waard. Want hoewel de kans klein is, kan de schade wel gigantisch groot zijn. Zo'n benadering kan bouwheren stimuleren om veiligheidsmaatregelen te nemen die ze op basis van het Bouwbesluit misschien niet zouden nemen. In plaats van brandveiligheid af te dwingen met een besluit, kan je het ook aantrekkelijk maken om erin te investeren.”

Van Herpen is dan weer grote voorstander van ‘doelgericht engineeren’: “Ik vind het belangrijk dat we ons afvragen: waarom stellen we eisen aan gevels? Het doel is om kortsluiting van brandcompartimentering via de gevel te voorkomen. Je wil niet dat een brand zich via de gevel sneller kan verspreiden dan via inwendige scheidingsconstructies. Als je enkel naar brandklasse kijkt, kan dat snel gebeuren. Vaak hebben gebouwen die voldoen aan de eisen toch een heel ander risicoprofiel. En die risico’s kan je beperken als je de voorschriften doelgerichter formuleert, bijvoorbeeld door grenswaarden aan te geven en te stellen dat de kans op falen van een brandscheiding of draagconstructie maar zoveel procent mag bedragen. Met andere woorden: eerder denken vanuit wat we willen voorkomen in plaats van welke eisen we zullen opleggen.”

 

"In plaats van brandveiligheid af te dwingen met een besluit, kan je het ook aantrekkelijk maken om erin te investeren."
- Jos Lichtenberg -

 

Is uniformiteit de beste optie?

De aanpak in Nederland bewijst dat een uniforme regelgeving voor nieuwbouw en renovaties wel degelijk mogelijk is. Maar is dat ook de beste aanpak? Volgens van Herpen alvast wel: “In België is er meer overlegcultuur, wat natuurlijk ook zijn voordelen heeft. Er zit zeker iets in dat brandweerzones zich over afzonderlijke cases buigen en gericht advies geven. Maar het feit dat we in Nederland de dingen meer zwart-wit zien, betekent ook dat de verantwoordelijkheden minder diffuus zijn en de regels duidelijker. Zeker in het geval van brandveiligheid lijkt dat mij toch aan te raden.”

Ook Lichtenberg kiest vol voor uniformiteit: “Het klopt dat de bouwtechnieken geëvolueerd zijn en dat bestaande gebouwen op dat vlak moeilijk te vergelijken zijn. Maar het belangrijkste is dat we in de eindsituatie een bepaald veiligheidsniveau bereiken, en dat hoeft niet te verschillen tussen steden of tussen oude en recente gebouwen. Op het moment dat je het eens bent over de eisen, is het aan de maakwereld om oplossingen aan te reiken. En uiteraard kunnen die wel verschillen per gebouwtypologie. Je kan ook nog altijd uitzonderingen voorzien, zoals monumentale panden waar je nauwelijks iets aan kan veranderen zonder het monumentale karakter aan te tasten. Daar kan een mengvorm van dispensatie, functiebeperkingen en bijzondere technische maatwerkoplossingen (voorzien van een onafhankelijk deskundigenoordeel) een rol spelen. In alle gevallen moeten we het doel (brandveiligheid) voor ogen houden en ons niet laten tegenhouden door hindernissen op de weg daarnaartoe.”

 

"Op het moment dat je het eens bent over de eisen, is het aan de maakwereld om oplossingen aan te reiken."
- Jos Lichtenberg -

 

[1] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/01/17/borgingsprotocol-brandveiligheid-gevels

 

 - Dit artikel kwam tot stand in opdracht van en in samenwerking met ROCKWOOL. - 

Deel dit artikel:
Onze partners